Sister My Sister (1994)

Regie: Nancy Meckler | 86 minuten | drama, romantiek | Acteurs: Julie Walters, Joely Richardson, Jodhi May, Sophie Thursfield, Amelda Brown, Lucita Pope, Kate Gartside, Aimee Schmidt, Gabriella Schmidt

‘Sister My Sister’ is een verfilming van een, op ware feiten gebaseerd, toneelstuk genaamd ‘My Sister in the House’, van Wendy Kesselman, en dit is goed te merken. De hoeveelheid personages en de locaties zijn namelijk beperkt. De actie concentreert zich voornamelijk op de zusjes Christine en Léa, met daarnaast af en toe aandacht voor de strenge weduwe Danzard en haar dochter Isabelle, en het verhaal ontvouwt zich vrijwel uitsluitend in het donkere, beklemmende huis van Danzard. De plot is vervolgens ook wat te rechtlijnig en summier voor een film van anderhalf uur. In een uur tijd had het verhaal even effectief verteld kunnen worden. In een dergelijke theatrale context valt of staat de vertelling met de kwaliteit van de acteurs. En gelukkig zit dat wel goed in Mecklers film. Joely Richardson en Jodhi May weten als de gekwelde zusjes die in extreme mate naar elkaar toe trekken geloofwaardig over te komen, en Julie Walters is als mevrouw Danzard met haar afwisselend excentrieke, en muggenzifterige gedrag, een kleurrijke tegenstander voor de twee zusjes.

Het controversiële thema van (lesbische) incest wordt subtiel behandeld door Meckler. De zussen bespringen elkaar niet meteen vurig wanneer ze elkaar tegenkomen bij de aanstelling van Léa als dienstmeisje in het begin van de film. Ja, ze zijn blij dat ze elkaar weer zien en samen aan het werk kunnen bij Danzard, maar dit resulteert in een normale, zusterlijke omhelzing. Pas bij stukjes en beetjes wordt de intimiteit en tederheid tussen het tweetal opgevoerd. Wanneer de onzekere Léa een stuk van de trap opnieuw moet poetsen van akela Danzard – die met haar witte handschoen het hele huis op stof controleert – raakt Christine, bij het voorbijlopen, even liefdevol Leá’s hand aan. Het is door Léa’s blikken wel vanaf het begin duidelijk dat ze zo dicht mogelijk bij Christine wil zijn, maar Christine lijkt de boot af te willen houden. Totdat Léa tijdens een verhitte discussie over hun koele moeder – die om de zoveel tijd een flinke hap uit de salarissen van haar dochters neemt – terloops laat vallen dat Christine een mooi gezicht heeft. Vanaf dat moment is te zien dat Christine toch ook echt behoefte heeft aan lieve woorden en tederheid. Het is het begin van hun fysieke relatie – ook al blijft het hier nog vrij onschuldig: bij het zachtjes strelen van het gezicht. En de eerste échte seksuele scène in hun gezamenlijke bed wordt door Meckler vrij snel afgekapt, om de rest aan de verbeelding van de kijker over te laten. Want, het gaat hier niet om een goedkope softporno film, ook al lijkt de hoes van de dvd dit enigszins te suggereren. Pas in een dynamische parallelle montage tussen een kaartspelletje tussen moeder en dochter beneden, en de twee vrijende zusjes boven, gaat het er zichtbaar fysiek aan toe, en zien we wat ontblote benen en buiken.

Het is dan ook vooral de emotionele afhankelijkheid van de zusjes die centraal staat. De verstikkende situatie in het huis, met weduwe Danzard die de zussen dicht op de huid zit, en ieder foutje bestraft, is tastbaar voor de kijker. Met name Léa’s gedrag is wat dit betreft aandoenlijk. Zij kan totaal niet tegen een dergelijke autoriteit en wordt er alleen maar onzekerder van. Ze schreeuwt of huilt het dan ook soms uit wanneer ze weer eens een fout begaat en bang is zwaar gestraft te worden. Christine schiet dan snel te hulp om haar gerust te stellen, te troosten, of het voor haar op te nemen. Jodhi May geeft de verlegen, maar intens naar haar grote zus verlangende Léa erg mooi en genuanceerd gestalte, zonder vervelend te worden of in extremen te verzanden. Maar ook de dramatische ontwikkeling van Christine wordt mooi weergegeven door Joely Richardson. De muur brokkelt langzaam af, waaronder toch ook een sterk verlangen naar de intimiteit met haar zusje duidelijk wordt. Sterker nog, bij haar blijkt dit het meest prominent aanwezig te zijn.

Helaas wordt de achtergrond van haar emotionele fragiliteit wat te simpel en onbevredigend via knullige flashbacks gepresenteerd. Ook had de relatie met de moeder van het tweetal en de wensen en angsten voor de toekomst van de zussen wat beter uitgewerkt kunnen worden. Want, hoe subtiel de opbouw ook was, de schokkende climax – die al even onthuld werd in het intro, gaat wat snel qua ontwikkeling. En ook lijkt het of Meckler niet goed weet wat ze in de laatste acte aan moet met het liefdesverhaal tussen de zussen. Op weinig subtiele manier wordt er dan, middels dochter Isabelle, spanning en conflict geprobeerd toe te voegen. Toch is ‘Sister My Sister’ wel degelijk een sfeervolle, en beklemmende film geworden, die lange tijd een onderhuidse spanning voelbaar maakt, uitstekend overgebracht door de aanwezige actrices.

Bart Rietvink

Waardering: 3

Bioscooprelease: 11 januari 1996