Slither (2006)
Regie: James Gunn | 96 minuten | horror, komedie, science fiction | Acteurs: Nathan Fillion, Gregg Henry, Michael Rooker, Elizabeth Banks, Tania Saulnier, Brenda James, Don Thompson, Jennifer Copping, Jenna Fischer, Haig Sutherland, Bart Anderson, Amber Lee Bartlett, Adam Behr, Mary Black, Beverley Breuer, Ben Cotton, Michael Cromien, Matreya Fedor, Lorena Gale, Tom Heaton, Dee Jay Jackson, Lloyd Kaufman, William MacDonald, Matt McInnis, Dustin Milligan, Robert Musnicki, Iris Quinn, Darren Shahlavi, Rob Zombie
“Slither”. De letterlijke betekenis van het woord hoef je niet eens te horen. Het is al genoeg om het woord te zien en uit te spreken om een idee te krijgen van de inhoud van de film. Het gaat waarschijnlijk over iets onsmakelijks. Over krioelende beesten: slangen, slakken, wormen… dat idee. Deze instinctieve reactie is juist: in de film komen namelijk allerlei smerige, groteske monsters en slijmerige, krioelende beestjes voor die het leven van de hoofdpersonen zuur maken. Regisseur James Gunn verloochent zijn “roots” duidelijk niet. Hij maakte namelijk onderdeel uit van de in 1974 door Lloyd Kaufman en Michael Herz opgerichte “Troma”-school, die verantwoordelijk was voor de productie van vele “shock exploitatie” films, oftewel films met veel gore, bloot, expliciet geweld; dit alles overgoten met een humoristische saus. Voorbeelden van “klassieke” Troma-films zijn: ‘Blood Sucking Freaks’ (’76), ‘The Toxic Avenger’ (’84), en ‘Tromeo and Juliet’ (’96). ‘Slither’ kan gezien worden als een hommage aan dit soort b-films, en daarnaast als een verdomd vermakelijke film in eigen recht.
De eerste paar minuten maken het karakter van de film al redelijk goed duidelijk. Vanuit de ruimte volgen we iets wat lijkt op een meteoriet, die op weg is naar de aarde. Shots van dit gesteente worden afgewisseld met beelden van twee agenten die onderuitgezakt in hun auto een snelheidscontrole aan het uitvoeren zijn. Dat wil zeggen, één agent ligt half te maffen, terwijl de andere op droge wijze de snelheid van vogels aan het meten is. Hij is ontdaan omdat hij er een paar kilometer per uur naast zat met zijn voorspelling. En, hoewel er verder niets te zien is, slagen de twee er toch in het in het bos neerstortende object te missen. De toeschouwer ziet het echter wel: deze wordt in het gezichtspunt gesteld van een of andere kracht in het bos, die ons met grote snelheid, à la ‘Evil Dead’, naar het object leidt: een pulserende, en goedkoop uitziende, cocon. Zo’n soort film is het dus.
De pay-off van deze teaser laat echter nog even op zich wachten. Eerst worden de belangrijkste personages vormgegeven. Om te beginnen zien we burgemeester Jack McReady (Gregg Henry) terwijl hij in het verkeer iemand voor “cocksucker” uitmaakt. Dat is meteen zijn belangrijkste karaktereigenschap: McReady kan schelden als de beste, en zijn reacties op de gruwelijke, ongelooflijke dingen die komen gaan, vormen in ieder geval een hilarische constante temidden van alle absurdistische chaos. Het hart van de film vormt de relatie tussen, enerzijds lerares Starla Grant (Elizabeth Banks) en haar man Grant Grant (Michael Rooker), en anderzijds tussen Starla en sherrif Bill Pardy (Nathan Fillion), die altijd al een oogje op Starla heeft gehad, en nu als ridder op het witte paard moet optreden wanneer er ineens vreemde dingen gebeuren binnen het huwelijk van Starla en Grant. Het is mooi dat hier door James Gunn de tijd wordt genomen om de situatie duidelijk, en de dramatiek echt voelbaar te maken. Zo heeft Grant huwelijkse “behoeften” die Starla op een avond niet deelt, en waardoor Grant gefrustreerd het huis verlaat. Door Banks acteerwerk zien we dat Starla duidelijk met hem te doen heeft, en daarom probeert ze het de volgende ochtend goed te maken. Wat ze niet weet is dat Grant in aanraking is geweest met de cocon in het bos, en niet meer de man is met wie ze getrouwd is.
Grant, zo blijkt, is voorgoed veranderd, en wil niets liever dan andere infecteren met zijn nieuwe aandoening. Vanuit zijn buikholte tovert hij een paar tentakels tevoorschijn, die hij in de buikholte van zijn slachtoffers aanbrengt en ze vervolgens als het ware verkracht. Deze methode roept associaties op met bepaalde Manga-films, en, niet in de laatste plaats met het werk van David Cronenberg, zoals bijvoorbeeld ‘Existenz’, waarin er ook organische slangen als een navelstreng in de buikholte geplant werden. Het lijkt ook geen toeval te zijn dat de titel van de film erg lijkt op die van een vroege Cronenberg-film, genaamd ‘Shivers’. In die film werden de personages belaagd door wormachtige parasieten, die via de mond het lichaam binnen drongen. ‘Slither’ laat soortgelijke beesten opdraven in de tweede helft van de film. Het blijft namelijk niet bij de “simpele” transformatie van Grant – hij komt er uit te zien als een inktvis, wat zorgt voor een leuke “running gag” – nee, werkelijk alle stoppen gaan los, en afgezien van slakachtige kruipers komen we zombies, gemuteerde honden, en een tot vleesmuur omgetoverd vrouwelijk slachtoffer tegen. En natuurlijk vindt één van de aanvallen plaats op een tiener die net van een ontspannend bad aan het genieten is, gefilmd in close-ups en overhead shots.
En deze potpourri van monsters en humoristische, en gore chaos die ontstaat is precies wat deze film nodig heeft om van een tamelijk vermakelijke film, een hyperactieve, je-moet-dit-zien splatter extravaganza te maken. In het begin lijkt de film namelijk een voorspelbare structuur te krijgen, waarbij de bad guy, die van oorsprong goed is, met behulp van zijn geliefde simpelweg opgespoord en gedood moet worden. En dat zou dan dat zijn. Maar gelukkig gaat Gunn helemaal loos, en kan de ware b-horror filmfan zijn geluk op met dit splatterfeest. En tegen het einde, wanneer Starla de verregaand gemuteerde Grant probeert te bedwingen, weet Elizabeth Banks door haar gevoelde acteerwerk zelfs nog wat sympathie voor dit afschuwelijk uitziende monster op te wekken (in een scène die aan Cronenbergs ‘The Fly’) doet denken. Een hele prestatie.
Het acteerwerk is in zijn geheel geslaagd met, naast de uitstekende Banks als Starla en Henry als burgemeester McReady, een leuk optreden van Michael Rooker in een rol waarin hij zich lekker kan uitleven, en een prima prestatie van Nathan Fillion die goed gecast is als “normale” man die ook ruig en charmant kan zijn. Daarnaast is hij er ook niet om verlegen om, net als in ‘Serenity’, af en toe wat droge one-liners te produceren. Tania Saulnier is een mooie toevoeging aan de cast in de tweede helft van de film, als het meisje in de badkuip die essentiële informatie blijkt te verkrijgen over de aard en bedoeling van de parasieten.
‘Slither’ is simpelweg een prima productie in zijn (sub)genre: tegelijk een hommage aan de “body snatchers”, de levende doden, en alle bloedzuigers, gore ziektebeelden en mutaties die deze film zijn voorgegaan, en tevens een heerlijk gore, griezelige, en grappige b-film in eigen recht. Logica, realisme, en zelfs originaliteit worden ineens minder belangrijk als je zoveel lol kunt hebben bij het kijken naar een film. Kortom, koop een bak popcorn, een grote cola, en ga genieten van slijm en slachtingen in ‘Slither’.
Bart Rietvink
Waardering: 4
Bioscooprelease: 29 juni 2006