Small, Slow But Steady – Keiko, me wo sumasete (2022)
Regie: Shô Miyake | 99 minuten | drama, sport | Acteurs: Yukino Kishii, Masaki Miura, Shinichirô Matsuura, Himi Satô, Hiroko Nakajima, Nobuko Sendô, Tomokazu Miura, Shinsuke Kato, Yuko Nakamura, Makiko Watanabe, Ryutaro Yasumitsu
In december 2020, middenin de pandemie, maken we kennis met de in Tokio wonende Keiko Ogawa. De jonge vrouw heeft al vanaf haar geboorte sensorineurale doofheid. Toch weerhoudt dat haar er niet van om professioneel bokser te worden. In een boksschool waar de tijd stil lijkt hebben gestaan, traint ze dagelijks, tot haar de wil om te vechten vergaat. ‘Small, Slow But Steady’ (‘Keiko, me wo sumasete’) (2022) is een losjes op de autobiografie van Keiko Ogasaware (“Makenaide!”) gebaseerde film. Zij was de eerste professionele vrouwelijke bokser met een gehoorbeperking in Japan.
‘Small, Slow But Steady’ is meer een verstild drama dan een boksfilm, waarin de held van het verhaal klaargestoomd wordt voor die ene belangrijke wedstrijd. We zien Keiko afwisselend in de boksschool, onderweg, op haar werk en in het appartement waar ze samen met haar (horende en gitaarspelende) broer woont.
Door Keiko’s handicap is het wedstrijdboksen extra lastig. Ze hoort de bel niet en als de scheidsrechter iets roept, krijgt ze dat niet mee. Dat haar coaches hun training erop aangepast hebben in de boksschool, komt tijdens de wedstrijd niet van pas. Er is dan nauwelijks tijd om op aanwijzingen te letten. De wedstrijden vormen – in tegenstelling tot andere boksfilms – ook geen belangrijk onderdeel van de film. Er zijn er maar twee en de regisseur brengt ze niet spectaculair in beeld. Ook de afwezigheid van muziek valt hierbij extra op.
Toch is geluid een wezenlijk onderdeel van de film. Bij aanvang van de film klinken de bokstrainingen bijvoorbeeld juist bijna als muziek, het is of je een drumsolo hoort. De keren dat je Keiko’s stem hoort, zijn op één hand te tellen. Maar het geluid van een lopende kraan drukt je dan weer met de neus op de feiten: het leven heeft zoveel meer uitdagingen voor de dove Keiko.
De lockdown en de bijbehorende maatregelen vormen hierbij nog extra hindernissen. Keiko is afhankelijk van liplezen, maar wanneer iedereen een mondkapje draagt, is dat niet te doen. Van een collega die hier even niet aan denkt tot een ontmoeting met twee politieagenten: Keiko ondergaat het klaarblijkelijk gelaten.
Die gelatenheid zou je ook kunnen vertalen als ondoorgrondelijkheid. De hoofdpersoon toont niet veel emoties, maar als ze dat wel doet – bijvoorbeeld in gezelschap van de voorzitter van de boksschool, met wie ze een bijzondere band heeft – is dat des te ontroerender. In een andere verhaallijn krijgen we namelijk mee hoe het hem vergaat: een door Corona teruglopend aantal leden, de gedwongen verhuizing en gezondheidsproblemen brengen hem er toe een moeilijke beslissing te moeten nemen. Een ander mooi moment is als Keiko ziet dat het vriendinnetje van haar broer moeite doet om gebarentaal te leren.
Met een unieke, rustige filmstijl en de keuze om de film op 16mm te draaien, geeft regisseur Shô Miyake een ander beeld van Tokio (‘Small, Slow But Steady’ speelt zich af in de gemeente Arakawa) en krijgen we langzaam maar zeker grip op de innerlijke strijd van de hoofdrolspeelster. Een film die beklijft.
Monica Meijer
Waardering: 4
Bioscooprelease: 20 juli 2023