Sparrow – Man jeuk (2008)
Regie: Johnnie To | 87 minuten | drama, romantiek | Acteurs : Simon Yam, Kelly Lin, Lam Ka Tung, Lo Hoi Pang, Law Wing Cheong, Kenneth Cheung, Lam Suet, Lo Chun Shun
Kei (Simon Yam) leeft van de zakkenrollerij hierin bijgestaan door Bo (Lam Ka Tung), Sak ( Law Wing Cheong) en Mac (Kenneth Cheung). Gevieren hebben ze een heel eigen routine om mogelijke slachtoffers te spotten en die vervolgens snel en ongemerkt van hun portemonnees en andere waardevolle spullen te ontdoen. Daarna rest ze alleen nog de buit zo snel mogelijk van de plaats van het delict zien te krijgen en onderling te verdelen. Van dit handeltje kunnen ze goed leven en, op wat gekissebis na over wie de leiding moet hebben, leiden ze een prima leven.
Behalve zakkenroller is Kei een verwoed fotograaf. Op een dag verschijnt als bij toeval de mooie Chung Chun Lei (Kelly Lin) voor zijn lens. Geïntrigeerd begint hij haar te volgen. Ook zijn drie collega’s krijgen ieder op hun beurt met deze mysterieuze vrouw te maken en raken net als Kei verslingerd aan haar. Maar haar schijnbare genegenheid voor hen is een val ingesmeerd met honing. De een na de ander wordt namelijk mishandeld door de gorilla’s van gangsterbaas Mr. Fu Kim Tong (Lo Hoi Pang) van wie Chung Chun de minnares is. Chung Chun smeekt de vier zakkenrollers om haar, ondanks de reële kans op een nieuwe mishandeling, te helpen zich uit de macht van Mr. Fu te bevrijden. Mr. Fu is absoluut niet van plan zijn geliefde zomaar op te geven, hij schuwt werkelijk geen enkel middel.
Het is jammer dat de film halverwege inzakt, zelfs een beetje saai wordt, want zowel het begin als het einde zijn erg apart. In een poëtische, licht melancholische stijl ontvouwt zich een ongebruikelijk verhaal dat weliswaar voorspelbaar is, maar genoeg verrassende wendingen kent om te blijven boeien. En zeker de laatste scènes zijn ook nog eens schitterend om te zien met een choreografie van misdadigers met paraplu’s in de regen waarvan het flauw zou zijn om te vertellen over het hoe en waarom. Een ander sterk punt is dat de film niet binnen een genre valt. Het is een schelmenverhaal, maar ook een heldenepos over mannen met een eergevoel dat eerder aan middeleeuwse ridders doet denken dan aan de moderne mens in een stadse leefomgeving. Het vleugje western in een hedendaags jasje detoneert dan ook niet, maar maakt de sfeer nog specialer.
Een film met een glimlach en een piepkleine traan en met een paar erg mooie scènes.
Diana Tjin-A Cheong