Stag Night (2010)

Regie: Peter A. Dowling | 84 minuten | horror | Acteurs: Kip Pardue, Breckin Meyer, Vinessa Shaw, Scott Adkins, Karl Geary, Rachel Oliva, Sarah Barrand, Nikolai Sotirov

Metro’s en treinen doen het op de een of andere manier altijd goed in films waar een randje spanning aan moet zitten. In 1973 wisten de Britten dit al vast te leggen in de film ‘Deathline’ (aka ‘Raw Meat’). ‘Subway’ uit 1985 van regisseur Luc Besson speelt zich ook voor een groot deel af in de ondergrondse, waar -zoals zo vaak blijkt- een aparte wereld heerst. Ook in ‘Mimic’ (1997) van Guillermo del Toro spelen treinwagons een belangrijke rol. Meer recent zagen we Franka Potente onder de grond rennen voor haar leven in ‘Creep’ (2004) en hanteerde ex-voetballer Vinnie Jones het slagersmes in de slashermovie ‘Midnight Meat Train’.

Ook in ‘Stag Night’ speelt de New Yorkse metro een hoofdrol. Vier mannen, de broers Mike (de bruidegom in spe) en Tony en hun vrienden Carl en Scott, worden tijdens een vrijgezellenavond een stripclub uitgezet. Blaaskaak Tony (Breckin Meyer, bekend van de Garfield-films), die niet zo goed ligt bij de andere drie, stelt voor de metro te nemen naar een andere bar om aldaar het feestje tot in de kleine uurtjes voort te zetten. In de metro komen ze stripper Michelle (Sarah Barrand) en haar vriendin Brita (Vinessa Shaw) tegen. Als de irritante Tony Michelle probeert te versieren, gebruikt deze pepperspray. Dit leidt ertoe dat de hele groep de metro verlaat, zodra deze op een station stil staat. Dit blijkt echter een al jarenlang verlaten station. Als de metro wegrijdt zonder hen, zit er niets anders op dan via de tunnel naar het volgende station te lopen.

Daar aangekomen zien ze hoe een politieagent wordt afgeslacht door langharige, woeste mannen. Al snel worden zij als volgende slachtoffers bestempeld door deze in de donkere tunnels levende zwervers, die zich op een prehistorische manier uiten (een soort van grommen, een taal kun je het niet echt noemen). De mannen en vrouwen, de groep is vanaf het begin opgesplitst en dat kost een stel al meteen bijna letterlijk de kop, moeten gedurende de hele film rennen voor hun leven. Ze stuiten op een ondergrondse, barbaarse wereld waar ze slechts als volgende prooi gelden. Dat is het rare aan het slasher/horrorgenre. Je hebt maar te accepteren dat er in tunnels onder de grond dood en verderf zaaiende wezens rondwaren. Wezens die niet open staan voor ‘sociale interactie’. Nee, ze hakken liever meteen je kop eraf om deze daarna aan hun bonte stoet vervaarlijke huisdieren als voedsel op te dienen.

Het is iets te eendimensionaal wat ‘Stag Night’ ons laat zien. Mike is de ‘lovey dovey’ guy, Tony de irritante eikel, Carl de versierder en Scott de atleet. Tel daar een blonde bimbo en een militante dame bij op en onze dertien in een dozijncast is compleet. Je zou bijna wensen dat ze op een koppel moordlustige rastafari stuiten, want geen van de hoofdrolspelers roept enige sympathie op. Een doorsnee tien kleine negertjes thriller die -dat dan weer wel- een redelijk verrassende afloop kent. Geen rolprent die lang beklijft. Eng bij momenten en ruim voorzien van ‘gore’, maar te clichématig om een voldoende te scoren. Snel gemonteerde slachtpartijen in het donker en zeer middelmatige teksten. Horror blijft een genre dat weinig hoogtepunten weet voort te brengen. Van dit soort ‘lange halen, snel thuis’-films bestaan er al genoeg…

Ruud Stift