Step Up 5 All In (2014)

Regie: Trish Sie | 112 minuten | drama, muziek, romantiek | Acteurs: Ryan Guzman, Briana Evigan, Adam G. Sevani, Misha Gabriel Hamilton, Stephen Stevo Jones, David Shreibman, Mari Koda, Christopher Scott, Luis Rosado, Chadd Smith, Facundo Lombard, Martin Lombard, Parris Goebel, Cyrus Spencer

De ‘Step Up’-dansfilmreeks is alweer toe aan zijn vijfde incarnatie: ‘Step Up All In’. Nu was de eerste ‘Step Up’ – wat de springplank bleek voor Hollywoodster Channing Tatum – niet van een dermate hoge kwaliteit dat al die vervolgfilms voor de hand lagen, maar het succes is best te begrijpen. Streetdance is populair en als er flink wat spetterende dansscènes in de film zitten is hij, op zijn eigen termen, eigenlijk al de moeite van het kijken waard. Immers, zoals in de meeste besprekingen van de films ook wordt erkend: niemand kijkt deze films voor het complexe drama of de interessante karakterontwikkelingen. Enige chemie tussen de hoofdpersonages en geloofwaardige wendingen of verhaallijnen zijn echter wel wenselijk. ‘Step Up All In’ beschikt hier helaas niet of nauwelijks over. Als er daarnaast maar een handvol dansscènes indruk weet te maken, is er te weinig om de film aan te kunnen bevelen.

De titel ‘Step Up All In’ moet eigenlijk heel letterlijk opgevat worden: iedereen zit erin. Het is een soort reünie geworden, met vele personages (en acteurs) uit de voorgaande delen. De mannelijke hoofdrol is voor Ryan Guzman uit ‘Step Up 4’, de vrouwelijke hoofdrol voor Briana Evigan uit ‘Step Up 2’, beste vriend Adam G. Sevani kennen we uit delen 2,3, én 4, en dan is er nog zo’n dozijn aan bijrolspelers die al eerder in een of meer ‘Step Up’s hun stapjes hebben gezet. Erg gezellig, zo met zijn allen, en zonder twijfel een traktatie voor de fans, maar de personages worden zo snel geïntroduceerd, met zo weinig achtergrond, dat ze eerder afleiden dan meerwaarde bieden. Het hele idee van een onafscheidelijke ‘familie’ die door het dansen ontstaat – het belangrijkste thema van de film – verliest zo behoorlijk aan overtuigingskracht. Een paar omhelzingen en high fives zijn niet bepaald genoeg om een hechte band te suggereren.

Nu is het waarschijnlijk onbegonnen werk om een band tussen zoveel personages goed uit te werken. Maar als ook de band tussen Sean en Andie (Evigan) ongeloofwaardig is en hun relatie de hoognodige chemie mist, heb je als filmmaker best een probleem. Het zijn niet de beste acteurs natuurlijk, en vooral Guzman is duidelijk ingehuurd vanwege zijn looks, en niet vanwege zijn acteerwerk of danskwaliteiten. (Dit laatste is goed te zien wanneer hij zich temidden van de groep professionele dansers staande probeert te houden.) Gelukkig weet de ontspannen en redelijk subtiel acterende ‘Step Up’-veteraan Adam G. Sevani de boel nog een beetje te redden als Moose, die met zijn relationele beslommeringen nog wat gevoel in de film weet te leggen.

Redelijk storend is het dat bijna elke ontmoeting, hoe onwaarschijnlijk dit ook is, eindigt – of soms begint – met een dansbattle. Op zich hoort dit een beetje bij de vorm van deze films natuurlijk, en worden ontwikkelingen in het verhaal – net zoals bij de gezongen nummers in musicals – uitgewerkt via dansen in plaats van dialoog, maar ook binnen die context is het allemaal behoorlijk ongeloofwaardig. Als er maar de minst mogelijke wrijving is – en is deze er niet, dan wordt deze wel in enkele seconden opgewekt – wordt deze aangegrepen om elkaar danstechnisch gezien te vernederen (over vernederen gesproken, in één battle wordt er door een rijtje dansers zelfs gesimuleerd dat ze over hun tegenstanders heen urineren).

Het belangrijkste is uiteindelijk dat er genoeg te genieten is van spectaculaire dansscènes, maar dit is helaas net wat te weinig het geval. Over het algemeen zijn de dansmomenten wat eentonig met veel van die schokkerige, ‘stotende’, ‘poppende’ bewegingen die je vaak bij streetdance ziet. Even leek het erop dat de deelname van een Latijns Amerikaanse stijldanser aan de groep, hoewel verder geen originele wending, voor wat variatie zou zorgen, maar ook hij beperkt zich grotendeels tot de gebruikelijke hip hop-bewegingen. Verschillende confrontaties zijn op zich best aardig, met veel energie en overtuiging gebracht, maar zijn niet spectaculairder dan de moves die je in een gemiddelde aflevering van ‘So You Think You Can Dance’ ziet.

Grof gezien, zitten er drie uitzonderingen hierop in ‘Step Up All In’. De eerste is een auditiefilmpje met Frankenstein-thema, dat allemaal (letterlijke) ‘schokkende’ effecten heeft en gelikte productiewaarden (hoe de armoedige groep dansers aan het geld hiervoor komt, is een vraag die je beter niet kunt stellen). Vervolgens is er de overdonderende finale waarbij alles uit de kast wordt getrokken. Het grote aantal dansers, de innovatieve aspecten (zoals gebruik van zand en vuur), en interessante individuele optredens, maken van deze scène een waar spektakel. Tenslotte is er ook, verrassend genoeg, juist een kleine, minimalistische scène waarin Sean en Andie elkaar, speels dansend, het hof maken tegen een achtergrond van de Break Dance-kermisattractie, en op de old school swingbeat klanken van Bobbie Browns ‘Every Little Step’. Het is ook één van de weinige momenten dat het centrale tweetal een overtuigend romantisch onderonsje heeft. Tekenend, wellicht, dat het hier om een dansscène gaat.

Misschien is het een idee om de volgende keer de scènes met dialoog weg te laten en de hele film uit dans te laten bestaan. Dan dring je tenminste door tot de kern, en hebben de filmmakers de vrijheid om zich te concentreren op de grootste aantrekkingskracht van de films. En grote kans dat de film dan ook nog eens door critici als gedurfd en innovatief wordt binnengehaald. Wat valt er te verliezen?

Bart Rietvink

Waardering: 2

Bioscooprelease: 10 juli 2014
DVD- en blu-ray-release (ook 3D): 26 november 2014