Stone (2010)

Regie: John Curran | 101 minuten | drama, thriller | Acteurs: Robert De Niro, Edward Norton, Milla Jovovich, Frances Conroy, Enver Gjokaj, Pepper Binkley, Sandra Love Aldridge, Greg Trzaskoma, Rachel Loiselle, Kylie Tarnopol, Bailey Tarnopol, Madison Tarnopol, Peter Lewis, Sarab Kamoo, Richard Murphy, Richard Goteri, Ron Lyons, David A. Hendricks, Wayne David Parker, Madeline Loiselle, Linda Boston, Jan Cartwright, Wallace Bridges, James Oscar Lee

Wat te maken van een film die als voornaamste soundtrack een dreinende zweeftocht langs religieuze radiozenders kiest? Tijdens ‘Stone’ trekt een naargeestige optocht van anonieme stemmen aan je voorbij. Ze spuien religieuze citaten over God, Zijn macht, Zijn plaats, Zijn tijd en vooral onze aardse positie tegenover Hem. De stemmen, blijkt al snel, vormen een achtergrondkoor dat niet zozeer de film als wel het leven van Jack Mabry (Robert De Niro) begeleidt. En als de spreuken even wegblijven, doemt een rondzingend getik op, als van een dozijn wekkers – je wacht tot er een afgaat. Maar het aangekondigde kookpunt wordt in ‘Stone’ nooit bereikt.

Jack Mabry is een reclasseringsambtenaar aan de vooravond van zijn pensioen. Hij beoordeelt gevangenen die vervroegd vrij willen komen. Een van zijn laatste zaken is die van Gerald ‘Stone’ Creeson (Edward Norton) die nog drie jaar moet zitten voor een overval met dodelijke afloop. Stone, met dat typische Norton-aura bibberend tussen genialiteit en gekte, heeft weinig fiducie in Jacks onpartijdigheid. Hij kiest direct een cynische aanpak, wat zijn gesprekken met Mabry op scherp zet. Stones ware hoop op vrijlating is gericht op zijn vrouw Lucetta (Milla Jovovich). Zij moet buiten de gevangenis op Mabry ‘inpraten’ om ‘m vrij te krijgen. Dat doet Lucetta, met akelig zoetgevooisde stem. Mabry is iemand die keurig in het vakje is blijven zitten dat het lot hem ooit toebedeelde. Niet omdat hij niet anders durft – het is voor hem de weg naar een ‘goed’ leven. Een leven dat past bij wat zijn episcopale geloof van hem vraagt. Zijn reactie, in een flashback, op de aankondiging van zijn vrouw Madylyn (Frances Conroy) dat ze hem gaat verlaten, is wat dat betreft veelzeggend. Zij het weinig ‘Bijbels’. Pakweg drie decennia later is zijn vrouw nog bij hem, en zit hij nog altijd onderuitgezakt op de bank. Jacks leven lijkt überhaupt verandering noch verrassing gekend te hebben: als een loden deken hangt de voorspelbaarheid om zijn schouders. De toekomst na zijn pensioen maakt hem depressief -hij vraagt zich soms af waarom hij er niet gewoon een eind aan maakt.

De Niro (‘Raging Bull’) kan uitstekend overweg met Jack Mabry, met de mens die vooral in gevecht met zichzelf krachteloos is. De Niro is op zijn best als je hem sart en tergt. Zeker in deze film, waar dat overigens bijzonder veel moeite kost. Mabry is weggezakt in de pudding van zinloosheid die hij zelf heeft bereid. Het is een actie van pure machteloosheid als hij op zeker moment uit zijn auto stapt om in een tarweveld een golfballetje weg te jensen. Niets helpt. De verlokking van Lucetta, uiteindelijk, incluis. De worsteling van Edward Norton, die Stone een wel erg hese stem meegeeft, beklijft een stuk minder. Dat ligt deels aan het uitgangspunt van de film: Stone heeft acht jaar gezeten, en kan het ‘plots’ niet meer aan om nog drie jaar langer te zitten. Naar een (innerlijke) noodzaak daarvoor is het als kijker vooral gissen. Ja, hij maakt geen enkel contact met zijn bajesgenoten (hij heeft zelfs als enige een tafeltje voor zichzelf, in de eetzaal). Hij probeert zich mentaal te wapenen door ‘Gods stemvork’ te worden – wat dat ook precies moge zijn. En hij vindt het ook gewoon wel genoeg geweest. Kortom, in de V.S. zit hij in de bak, in Nederland zou hij linea recta naar de TBS-afdeling worden doorverwezen. Samen met kinderjuf Lucetta misschien – de oogopslag van Milla Jovovich zou Gloria Swanson nog jaloers kunnen maken en geeft je in elke scène het idee dat ze elk moment een groot, glimmend mes tevoorschijn kan trekken. Het contrast met Madylyn kon niet groter zijn. Frances Conroy is een prima actrice, maar ook zij kan hier van een afgestompte huisvrouw niet meer maken dan een afgestompte huisvrouw.
Het grootste gemis aan ‘Stone’ is coherentie. Zingeving, kwaad, goed, schuld, boete, God en (onvervuld) verlangen vormen in ‘Stone’ een onsamenhangend thematisch wandtapijt. De zondvloed aan Bijbelse referenties zorgt in het begin voor een zekere suspense – komt er een ‘apocalyps’? – maar je moet waarschijnlijk theoloog zijn om alles te kunnen volgen, elke diepere betekenis te kunnen doorgronden. En dan word je om vage redenen ook nog eens geconfronteerd met vruchtbaarheidssymbolen als vogelnestjes en eieren. Voor het gemak zou de minder onderlegde kijker kunnen concluderen dat een diepere betekenis in ‘Stone’ sowieso al ontbrak en er maar wat is aangekliederd. Misschien moet je ‘Stone’ vooral ervaren en minder proberen te begrijpen, vooral luisteren en minder proberen te zien. Al is dat voor een film niet het meest voor de hand liggende uitgangspunt.

Martijn Laman

Waardering: 2