Storytelling (2001)

Regie: Todd Solondz | 87 minuten | drama, komedie | Acteurs: Selma Blair, Leo Fitzpatrick, Robert Wisdom, Paul Giamatti, Mark Webber, John Goodman, Lupe Ontiveros, Maria Thayer, Angela Goethals, Devorah Rose, Nancy Anne Ridder, Steven Rosen, Aleska Palladino, Mary Lynn Rajskub, Tina Holmes, Mike Schank, Xander Berkeley

Even een waarschuwing voor de nietsvermoedende filmkijker die per toeval op deze recensie is gestuit: ‘Storytelling’ is geen romantische of lieve film. Dat zou je misschien wel denken als je de gezellige titel leest, maar niets is minder waar. De verhalen die je voorgeschoteld krijgt zijn schrijnend en zo tragisch dat ze tegelijkertijd ook (een beetje) grappig worden. Je kunt er in ieder geval van uitgaan dat deze film geen hapklare kost is voor de doorsnee filmfan.

Na deze waarschuwing vooraf is het tijd om het verhaal, of beter gezegd verhalen, van ‘Storytelling’ te bekijken. Het eerste vertelsel heet ‘Fiction’ en gaat over een blanke studente (Blair) die met haar zwarte docent naar bed gaat. Tijdens een literatuurcollege leest ze haar ervaringen voor. De docent vindt het verhaal waardeloos.

Verhaal twee, ‘Non-fiction’, gaat over een ‘nerdy’ documentairemaker (Giamatti) die uiteindelijk kiest om op een platte manier een film te maken over een slungelige jongen uit een emotioneel verknipt gezin.

De korte verhalen zijn beide geregisseerd door Tod Solondz. Wie een beetje thuis is in de arthouse-scene zal wel bekend zijn met het werk van deze Amerikaan. De grote doorbraak van deze regisseur is ‘Happiness’ geweest. In deze film schetste Solondz een snoeihard portret van een groepje intens ongelukkige mensen in een Amerikaanse buitenwijk. Een soort ‘American Beauty’ dus, maar dan tien keer zo heftig.

In ‘Storytelling’ heeft Solondz een soortgelijke aanpak gehanteerd. Ook in deze film zijn een paar emotioneel gebroken personages te zien die zichtbaar lijden onder hun bestaan. Helaas is ‘Storytelling’ lang niet zo’n beklijvende film geworden als Solondz eerdere werk. Dat ligt onder andere aan de beperkte ruimte voor karakterontwikkeling en aansprekende personages in het eerste deel van zijn film.

‘Fiction’ is te kort om indruk te maken. Daarnaast lijkt het er er op alsof Solondz op een nogal vreemde manier wil shockeren. Zo zie je in het begin van de film dat een studente het uitmaakt met haar spastische vriend. De reden? De seks was niet meer ‘kinky’ genoeg. De bedoeling van deze vreemde conversaties wordt nooit helemaal duidelijk.

Wat wil Solondz hier nu eigenlijk mee? Hij maakt zijn personages niet belachelijk, integendeel de gehandicapte jongen blijkt één van de intelligentste personages uit de film te zijn. Maar de wel erg beperkte rol van dit personage voegt niets toe aan de film. Selma Blair is dan weer wel erg te pruimen als sletterige, trailer trash-studente die niet weet wat ze wil.

Als korte film is ‘Fiction’ redelijk vermakelijk. Toch is de film mislukt, want de bedoelingen van Solondz worden nooit duidelijk. Wil hij de kijker nu een spiegel voorhouden over discriminatie, vrouwen en gehandicapten? Of is dit verhaal enkel bedoeld om op een goedkope manier tegen schenen te schoppen? Het wordt maar niet uitgelegd. Gelukkig is het tweede verhaal van ‘Storytelling’ beter te genieten (en te plaatsen).

‘Non-fiction’ draait om de ambities van een goedwillende documentairemaker, die echter zwicht voor het grote geld en het lonkende succes. Met dit verhaal laat Solondz merken waarom hij tot de absolute top van de arthousecinema behoort. Op een bijna perfecte manier weet hij zijn acteurs aan te sturen tot grootse prestaties. Vooral Giamatti is briljant als goedwillende nerd die door filmbonzen wordt geadviseerd om zijn principes te laten varen. De twijfel en de onmacht worden op een goede manier vertolkt door de acteur.

Ook Webber is goed gecast als de neerslachtige Scooby. De jongen wordt door iedereen uitgekotst en leeft zijn leven als een passieve, lusteloze buitenstaander. Op zijn vrienden, famillie en klasgenoten hoeft hij niet te rekenen. Dan heb je ook nog Goodman die weer uitstekend op dreef is. De zwaarlijvige Amerikaan zet een mooie vertolking neer als de afstandelijke, kille vader van Scooby. Maar ook Ontiveros mag niet onvermeld blijven als de huishoudster met een moeilijke jeugd.

De wijze waarop Solondz zijn personages laat zien getuigt van grote klasse. Net als in zijn eerdere werk staat in ‘Non-fiction’ de underdog centraal. Om nog preciezer te zijn: de laagste van het laagste onder de underdogs. Bijna ieder personage is zo diep gezonken in zijn of haar leven dat het ondraaglijk wordt. De levensverhalen van de karakters zijn zo triest en schrijnend dat het op een ironische manier ook komisch aandoet. Op sommige momenten weet je niet of je nu moet lachen of huilen. De cast weet dankzij de solide aanwijzingen van de regisseur de ellende van hun personages zeer invoelbaar te maken.

‘Non-fiction’ zit sterk in elkaar en laat op een meedogenloze manier de worsteling van een jongen zien dat wanhopig zoekt naar zijn plaats in deze wereld. Uiteindelijk wordt die queeste abrupt afgebroken, door het verraad van degene die hij juist zou moeten kunnen vertrouwen: de volwassenen. Het is een zwaarmoedig verhaal over het leven aan de zelfkant van de maatschappij. En ook die levens worden geleden in doorsnee huizen in doodnormale buurten.

Hoewel je misschien geneigd ben om te denken dat je naar een parade aan circusfreaks zit te kijken, weet Solondz steeds te benadrukken dat hij toch echt levensechte mensen laat zien. Juist de werkelijkheid is harder dan (non-)fiction.

Frank v.d. Ven

Waardering: 3

Bioscooprelease: 4 april 2002