Stray Dogs – Sag-haye velgrad (2004)

Regie: Marziyeh Meshkini | 93 minuten | drama | Acteurs: Gol Ghoti, Zahed, Sohrab Akbari, Agheleh Rezaii, Jamil Ghanizadeh

Marziyeh Meshkini, de regisseuse van ‘Stray Dogs’, is de vrouw van de Iranese filmmaker Mohsen Makhmalbaf, die ook de Makhmalbaf-filmschool in Iran heeft opgericht.

De hele film kan worden opgevat als een hommage aan Vittorio de Sica’s ‘Ladri di biciclette’ uit 1948. Niet alleen wordt de plot van de Italiaanse klassieker verweven met het verhaal van de twee kinderen, ook wordt in de film rechtstreeks verwezen naar ‘De Fietsendieven’, en beelden van de film getoond. Bovendien hebben de films stilistisch gezien veel gemeen: ‘Stray dogs’ volgt ‘Ladri di biciclette’ in de neorealistische traditie en ook spelen in beide films kinderen belangrijke rollen. Een andere verwijzing is de oorsprong van het Italiaanse neorealisme: dit kwam op vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen veel gezinnen in armoede leefden en van opbouw maar moeizaam sprake was. In deze film is sprake van een soortgelijke situatie: Afghanistan na de oorlog (oorlogen) en na de Taliban, waar mensen uit alle macht proberen hun hoofd boven water te houden.

De kinderen die de twee hoofdrollen voor hun rekening nemen zijn vreselijk goed gekozen; hun gezichten spelen gedurende de film een belangrijke rol. Het is bijna niet te geloven, maar de kinderen zijn geen professionele acteurs: Meshkini heeft ze gewoon in Kabul gevonden en aangesproken. Zelf was ze zo onder de indruk van het meisje Gol-Ghoti, dat ze het script veranderde en van het meisje het belangrijkste personage maakt. En terecht, het (zevenjarige) meisje kan met haar gezicht verschillende emoties sprekend uitdrukken: ze varieert vooral tussen woede en verdriet, maar ook een pruillip of mysterieuze glimlach om haar zin te krijgen beeldt ze prachtig uit. Hier is ook een belangrijke rol weggelegd voor de cinematografie van de film, want de kinderen worden zo prachtig verbeeld dankzij talloze medium en extreme close-ups.

Ook de locaties zijn prachtig en zoals het de neorealistische stijl betaamt: echt. De straten van het winterse Kabul, de verlaten veldjes, de pleinen, alles ziet er indrukwekkend uit. Het leeuwendeel van de beelden is daadwerkelijk in en om Kabul opgenomen.

Hoewel de film een soort kalmte over zich heeft en vaak genoeg ook humoristische situaties toont, wordt er impliciet wel degelijk kritiek geuit op de hedendaagse situatie van Afghanistan. Kinderen horen zo niet te leven, is de boodschap, en zowel de Taliban als het Amerikaanse leger worden bekritiseerd door de filmmakers. Twee scènes die dit goed belichten, zijn grappig maar pijnlijk tegelijk. De een toont een konvooi Amerikaanse tanks dat door de straten rijdt, en Gol-Ghoti en Zahed die heftig zwaaien naar de soldaten. Ondertussen instrueert Zahed zijn zusje: “Ze hebben onze vader gevangen genomen, lachen en zwaaien, voordat ze ons ook pakken!” Een andere scène bestaat uit een dialoog waarin de gevangenisbewaarder van de vrouwengevangenis de twee kinderen toegang moet weigeren. Als hij hoort waarvoor hun moeder gevangen zit besluit hij “dus ze is een hoer”. Zahed neemt het voor haar op en noemt de bewaarders moeder zelf een hoer en hem een klootzak, waarna hij hardhandig wordt weggejaagd.

Zowel inhoudelijk als stilistisch een interessante film, die door de dialogen, het acteerwerk, het tempo en het gedetailleerde camerawerk nooit naar wordt, of te beladen, maar van het begin tot het eind blijft boeien.

Ruby Sanders