Sur un arbre perché (1971)
Regie: Serge Korber | 91 minuten | komedie | Acteurs: Louis de Funès, Geraldine Chaplin, Olivier De Funès, Alice Sapritch, Paul Préboist, Roland Armontel, Franco Volpi, Jean Panisse, Hans Meyer, Daniel Bellus, Jean-Jacques Delbo, Darsac, Pascal Mazzotti, Danielle Durou, Fernand Berset, Jean Hébey, Fernand Sardou
Films die zich in één, beperkte, ruimte afspelen zijn, kunnen heel goed werken. Meestal wordt het claustrofobische aspect uitgebuit voor optimaal dramatisch of nagelbijtend effect. Er wordt vaak een confrontatie uitgelokt met alle emotionele ontladingen van dien. Zo was ‘Phonebooth’ een effectieve kleine thriller waarin Colin Farrell van een moordenaar een telefooncel niet mocht verlaten, en wist het drama ‘Tape’ de sluwe plannetjes van Ethan Hawke door sterke dialoog en natuurlijk acteerwerk tot op het laatste moment verborgen te houden, waarna de doos van Pandora zich opende. ‘Sur un arbre perché’, met de beroemde Franse lolbroek Louis de Funès in de hoofdrol, zet de kleine ruimte in voor komisch effect, met eigenlijk een verrassend succesvol resultaat.
De film begint met een lekker hoog tempo en een komische openingsmontage waarin kort wordt getoond wie Henri Roubier (De Funès) precies is, compleet met een ironische voice-over. Echt gewetensvol blijkt de zakenman Roubier in ieder geval niet te zijn, en mensvriendelijk ook al niet, in eerste instantie. Wanneer hij tijdens een file met twee lifters (drie als het hondje wordt meegeteld) opgezadeld wordt is hij flink uit zijn humeur en trapt hij het gaspedaal van zijn dikke Amerikaans cabriolet flink in. Met een paar mooie shots van de door de bergen scheurende auto tot gevolg. Maar deze gehaaste toestand blijkt het drietal bijna fataal te worden wanneer ze met auto en al van een hoge klif de diepte in storten. Het scherm wordt zwart, maar wat blijkt: het is niet het einde. Ze zijn met zijn allen, heel klassiek, op een uit de rotswand stekende pijnboom terechtgekomen. Een ware cliffhanger dus.
En hangen dat doen ze. Bijna de hele film lang. Het is best een uitdaging om de film de hele speelduur lang interessant te houden terwijl ze continu op de boom zitten, maar de regisseur slaagt hier vrij lang in. De humor verloopt, qua effectiviteit, in golfbewegingen, maar het gemiddelde is positief. Het begint hectisch en hilarisch wanneer de minste beweging de auto doet kantelen, en iedereen in zijn eigen tempo begin te beseffen wat er aan de hand is (na hun bewusteloosheid). Het hondje is ook een geslaagde toevoeging aan de cast en zorgt voor verschillende komische momenten. Eerst zit hij in het handschoenenvakje, vervolgens kruipt hij op de motorkap van de auto (waardoor het ding bijna naar beneden stort), en minstens zo leuk is het moment dat hij aan zijn eigen riem aan een tak van de auto bungelt. Ergens halverwege de film ziet Henri – wanneer honger en voedselschaarste toeslaan in de auto – zelfs een lekker hapje in de schattige viervoeter. Overigens is het toupetje van De Funès ook bijna een personage te noemen, zo vaak is dit behaarde lapje een bron van humor.
Het is moeilijk om steeds maar nieuwe, humoristische momenten te bedenken, dus op den duur wordt het onvermijdelijk wat ver gezocht allemaal. Inzittenden die hun kleding uittrekken in de auto en gaan dansen als het gaat regenen, of een nieuwsitem over een ontsnapte vampier die De Funès nachtmerries bezorgt, zijn voorbeelden van scènes die er een beetje met de haren bijgesleept worden. Verder is het wel een slimme toevoeging om De Funès te voorzien van een klein tv’tje, dat hij al die tijd al bij zich had. Hiermee kan er dieper ingegaan worden op de achtergronden van zijn personage en de andere inzittenden van de auto, wat voor de nodige afwisseling en context zorgt.
Veel in de film – over-de-top of niet – werkt op komisch of “inhoudelijk” vlak, maar sommige stukken zijn overduidelijk bedoeld als opvulling en zijn niet erg grappig of duren gewoon te lang. De reddingsactie in de laatste akte van de film is voorzien van geinig cynisch commentaar door de verslaggever ter plaatse en bevat leuke scènes met een (dronken) pastoor met lachkicks, maar deze episode duurt simpelweg te lang. Hij lijkt bedoeld om het magere verhaaltje aan te vullen en aan de toch al economische speelduur van een kleine anderhalf uur te kunnen komen. Er had zo een kwartier uit de film geknipt kunnen worden.
‘Sur un arbre perché’ is een vermakelijke, originele prent, met De Funès in uitstekende vorm, en een uitgangspunt dat verrassend lang leuk blijft. Wat geeft het dan dat de andere inzittenden in de auto niet bijster interessant zijn (als Geraldine Chaplin de halve film in haar ondergoed zit, is er al veel gewonnen) en de spanningsboog niet de hele tijd vastgehouden kan worden. De humor draagt de film, en zelfs het camerawerk mag er zijn. Deze is soms zelfs van een poëtische schoonheid, zoals in de scène waarin een fles-met-brief-erin aan een klein parachuutje over de baai zweeft en langzaam op een tafeltje op een terrasje terechtkomt (herinneringen aan Albert Lamorisses klassieker ‘Le Ballon Rouge’ oproepend). Prima entertainment dus.
Bart Rietvink
‘Sur un arbre perché’ verschijnt op donderdag 23 februari 2012 op DVD (Louis de Funès box) én donderdag 16 oktober 2014 in de Louis de Funès – Best of – Limited Edition DVD-box.