Swimming Upstream (2003)

Regie: Russell Mulcahy | 95 minuten | drama, sport | Acteurs: “Geoffrey Rush, Judy Davis, Jesse Spencer, Tim Draxl, Deborah Kennedy, David Hoflin, Craig Horner, Brittany Byrnes, Mitchell Dellevergin, Thomas Davidson, Kain O’Keefe, Robert Quinn, Keaara Byrnes, Mark Hembrow, Simon Burvill-Holmes”

Competitie is er altijd tussen broers, helemaal als ze dezelfde sport beoefenen. Zo ook in ‘Swimming Upstream’ de Australische zwemfilm, die gemaakt is naar de autobiografie van Anthony Fingleton. Hier zijn Tony (Jesse Spencer) en zijn jongere broer John (Tim Draxi) elkaars concurrenten. Waar ze in eerste instantie elkaars beste maatjes zijn, verandert dit als in de loop der jaren blijkt, dat hun vader Harold (Geoffrey Rush) telkens weer voor John lijkt te kiezen. Harold ziet Tony niet staan, terwijl hij toch de beste zwemmer van de twee is.

Aan de ene kant is ‘Swimming Upstream’ een typische sportfilm, omdat de film duidelijk gaat over het bereiken van de top. Het eind van de film is in dat opzicht een anticlimax, want wat is de top die de twee jongens bereiken? Uit dit einde blijkt echter wel, dat ‘Swimming Upstream’ duidelijk geen standaard sportfilm wil zijn. In sportfilms komt de verhaallijn toch neer op: iemand overwint veel problemen en weet met zijn sport uiteindelijk kampioen te worden.

Om deze reden ‘Swimming Upstream’ daarom misschien toch beter een familiedrama worden genoemd, want er wordt veel aandacht besteed aan de problemen in het gezin Fingleton. De Fingletons lijden onder de tirannie van de werkloze en immer dronken vader en de kinderen uit het gezin gaan daar ieder op hun eigen manier mee om.

Het is jammer dat de film op deze twee gedachten hinkt, want daardoor worden beide thema’s niet helemaal goed uitgewerkt. De titanenstrijd tussen Tony en John weet lang te boeien en het is zonde dat het einde van de film een behoorlijke anticlimax is. Want ondanks dat Tony zijn doel heeft bereikt -hij wilde weg van huis en dacht dit te kunnen bereiken met zwemmen- vraag je je af waarom hij het wedstrijdzwemmen daarna helemaal opgeeft.

Wietske Uneken