Sword in the Moon – Cheongpung myeongwol (2003)

Regie: Ui-Seok Kim | 102 minuten | actie, drama, avontuur | Acteurs: Min-Su Choi, Jae-Hyeon Jo, Bo-Kyeong Kim, Jong-Su Lee, Yeon-Su Yu, Ju-Bong Gi, Seon-Hwan Jeong, Sang-Geon Jo

Het is interessant om te zien hoe Aziatische filmindustrieën elkaar blijven beïnvloeden. In het psychologische drama ‘A Tale of Two Sisters’ zagen we reeds elementen van Japanse horror, in het bijzonder Nakata’s ‘Ringu’, terugkomen, en met ‘Sword in the Moon’ begeven we ons op het martial arts terrein van kung fu films a la ‘Crouching Tiger, Hidden Dragon’ (wat weer een hommage was aan ‘A Touch of Zen’, uit 1969). Al moet gezegd worden dat ‘Sword in the Moon’ niet de eerste grote Koreaanse film in dit genre is. In hetzelfde jaar als ‘Crouching Tiger, Hidden Dragon’ (2000) was er namelijk de succesvolle ‘Bichunmoo’, waarin de personages ook al aan kabels door de lucht vlogen en elkaar met zwaarden te lijf gingen. Het zou dus flauw zijn om de filmmakers van jatwerk of ongeïnspireerdheid te beschuldigen. Het specifieke genre lijkt daadwerkelijk een authentieke plaats te (willen) hebben binnen de Koreaanse (film)cultuur.

Bovendien is het eigen karakter van de film te sterk om de film als een kopie af te schrijven. Ja, de manier waarop de strijders over de daken vliegen doet sterk denken aan de eerdergenoemde Oscarwinnaar, en ook komt er, net als in die film, een pittige, vrouwelijke vechter in voor (die eerst gesluierd is), en staat er een zwaard met een bijzondere betekenis centraal. Maar hiernaast heeft de film zeker een eigen stijl. Ondanks wat kabelwerk zijn de stunts niet zo gestileerd als in sommige andere recente kung fu films. Je ziet echte, rauwe één-op-één gevechten die soms aardig bloederig eindigen, zoals in de openingsscène al meteen duidelijk wordt. Ook valt op hoe de interacties in de eerste helft van de film vaak erg aards en natuurlijk zijn, met bijvoorbeeld simpele, humoristische terzijdes van bewakers die het doen lijken alsof de personages elkaar goed kennen en dit werk al tijden doen. Toch heeft de film tegelijkertijd een magisch en mysterieus karakter. Rustig opgebouwde vechtscènes of geïntroduceerde personages die langzaam in beeld komen, zoals in het geval van de (in het begin) geheimzinnige Ji-Hwan (Min-Su Choi) die als krachtige strijder het dorpje van Kyu-Yeop (een meestal goed acterende Jae-Hyeon Jo, bekend uit Kim Ki-Duks ‘Bad Guy’) binnensluipt, waarbij we in het begin alleen maar zijn neus en mond zien, en zijn lange, grijzige haar dat onder zijn karakteristieke hoofddeksel vandaan komt. Kyu-Yeop herkent in een ontmoeting op het dak zijn zwaard, en zoekt hem later in het bos op, alwaar hij Ji-Hwan letterlijk confronteert (met zijn identiteit). Dit zijn sfeervolle scènes, net als de stille momenten met de vrouwelijke strijdster en Ji-Hwan die elkaar van een afstand bekijken.

De film toont met dit soort elementen zeker potentieel. Lange tijd lijkt het erop dat je als kijker in een avontuurlijk, mythisch, maar realistisch epos terecht bent gekomen dat het in zich heeft de juiste snaren te raken en uniek en volkomen bevredigend vermaak te bieden. Helaas wordt dit potentieel in de tweede helft van de film niet doorgezet, en worden de sporadische mindere momenten of aspecten van de eerste helft verergerd. De gevechten worden eentoniger, onduidelijker (doordat veel erg donker is), en het drama verandert in melodrama. Hoewel het gedurfde “vriendschappelijke” element tussen de twee protagonisten toe te juichen is, en er zeker nog wel wat scènes de moeite waard zijn (waaronder een aardig finalegevecht), weet de film te weinig de aandacht van de kijker vast te houden. Daar is het verhaal uiteindelijk ook wat te mager voor. ‘Sword in the Moon’ had een zeer competente Koreaanse martial arts film kunnen worden. Nu is het slechts een aardige, veelbelovende poging die helaas niet boven de middenmoot uit weet te stijgen.

Bart Rietvink

Waardering: 3

Bioscooprelease: 25 maart 2004