Tekken (2010)
Regie: Dwight H. Little | 88 minuten | actie, fantasie | Acteurs: Jon Foo, Luke Goss, Cary-Hiroyuki Tagawa, Cung Le, Chiaki Kuriyama, Gary Daniels, Ian Anthony Dale, Tamlyn Tomita, Kelly Overton, Mircea Monroe, Lateef Crowder, Candice Hillebrand, Gary Ray Stearns, Marian Zapico
Als je als filmbons inspiratie moet putten uit videospelletjes dan is er iets mis. Klinkt een beetje kort door de bocht, maar denk er maar eens goed over na. Games scoren zo goed, omdat de speler actief bezig is in een voor hem of haar uitgestippelde wereld. De beleving is belangrijker dan het verhaal. Denk maar aan een oude, digitale kraker als ‘Doom’. Welke gamer kent het verhaal nog? Sterker nog: was er wel een verhaal? En wat dacht je van ‘Streetfighter’ en ‘Double Dragon’? Gave games, maar waardeloze films. In de game ben jij de baas en stuur je de gebeurtenissen aan, terwijl je als filmkijker overgeleverd bent aan de grillen van een regisseur. Het is het oude actief versus passief verhaal.
In de steeds verder uitdijende reeks gamesverfilmingen (Hallo, ‘Resident Evil 3D’!) komt een Amerikaanse studio op de proppen met een celluloidbewerking van een Japans spel. Enter ‘Tekken’. In ‘Tekken’ leer je Jin Kazama (Jon Foo) kennen. Deze vechtersbaas beunt in een door oorlogen verwoeste maatschappij bij als koerier voor een illegale alliantie die zich tegen de regering richt. De machthebbers, onder leiding van de flamboyante Heihachi Mishima (een altijd over de top gaande Cary-Hiroyuki Tagawa), vermaken het volk met keiharde martial arts toernooien. Deze slachtingen heten ‘King Of Iron Fist Tournaments’ en zijn behoorlijk populair. Als Jin meer te weten komt over zijn verleden daagt hij Heihachi uit. De oude man is echter afgezet door zijn ambitieuze zoon Kazuya (Ian Anthony Dale) die ook een appeltje te schelen heeft met Jin.
Het verhaal van ‘Tekken’ is net zo oud als het oeuvre van ooit populaire iconen als Jean-Claude Van Damme en Dolph Lundgren. Boze mannen, grote arena’s, arrogante schurken en extravagante side kicks: bekende kost. Het vreemde van deze gamesverfilming is dat het bronmateriaal dieper gaat dan de film zelf. De game heeft quasi interessante familiebanden, bizarre plotwendingen en spectaculaire krachten. De film bestaat uit een afgekloven verhaallijntje over een man die zichzelf beter leert kennen in een verhaal waarin je de plotwendingen al van mijlenver aan ziet komen. Het bestaansrecht van deze rolprent is de licentie en de uiterlijke gelijkenissen met beroemde en geliefde personages als Jin Kazama, Kazuya Mishima, Christie Monteiro en Bryan Fury.
De casting is goed gelukt, want de acteurs lijken echt op de videogamesiconen. Inclusief de fantasierijke niemendalletjes. Al ziet Tagawa er met zijn onmogelijke kapsel eerder uit als de boze, Aziatische neef van Dr. Phil dan als een gevaarlijke sadist (wat Heihachi in de game wel is). De actie wordt degelijk in beeld gebracht, maar echt spectaculair wordt het nergens. Al zijn de verwondingen wel goed in beeld gebracht. Het is tof om te zien dat de held hier wel flink wat te lijden krijgt (dat zorgt voor een vleugje realisme). De soundtrack is aardig, het verhaal vrijwel afwezig, het acteerwerk kan er net mee door en de decors zijn oké.
Fans van ouderwetse actie zoals die in de jaren 80 gemaakt werd, kunnen wel wat lol beleven aan deze film. Mensen die niets hebben tegen hersenloos gewelddadig vermaak kunnen deze film ook wel een kans geven, maar de doelgroep wordt dan weer niet bediend. Liefhebbers van ‘Tekken’ zullen zich namelijk ergeren aan de nogal losse weergave van hun helden. Een euvel waar gameadaptaties als ‘Resident Evil’, ‘BloodRayne’ en ‘Alone In The Dark’ ook aan leden. Typisch gevalletje Game Over dus.
Frank v.d. Ven