The 36th Chamber of Shaolin – Di zi ye feng kuang (1978)
Regie: Lau Kar-Leung | 111 minuten | actie | Acteurs: Gordon Liu Chia-Hui, Lo Lieh, Lau Kar-Wing, Wilson Tong Wai-Shing, Wong Yue, Lee Hoi-Sang, Wai Wang, Henry Yu Yang, Hon Gwok-Choi, Simon Yuen Hsiao-Tien, Austin Wai Tin-Chi
Bij het horen van een term als ‘monniken’ denk je al snel aan iets te dikke Europese mannetjes die niets anders doen dan de godsganse dag kaligraferen en hun zelfgemaakte wijn naar binnen klokken. Om de sleur te doorbreken wil het gezelschap zo af en toe wel een cd’tje vol Gregoriaanse liedjes opnemen. Dat het ook anders kan, bewijst de kung fu-film ‘The 36th Chamber of the Shaolin’. De Chinese monniken in deze productie moeten niets hebben van alcohol en literatuur, de groep geestelijken houdt zich liever bezig met sadistische trainingen.
In ‘The 36th Chamber of the Shaolin’ maken we kennis met San Te (Liu). De jongen heeft het niet makkelijk sinds de Tartaren zijn dorp zijn binnengevallen. De bezetters heersen met ijzeren hand en kijken niet op een dode meer of minder. Als Te’s ouders vermoord worden door de bende, besluit de jongen te vluchten. San vindt onderdak in een Shaolin-tempel waar hij kung fu leert. De monniken uit de tempel blijken formidabele vechtersbazen te zijn, maar mogen hun technieken niet buiten de tempel gebruiken. Te traint zich suf en besluit tegen de regels in zijn kunsten tegen de Tartaren te gebruiken.
De film die nu behandeld wordt komt uit de stal van de ‘Shaw-brothers’. Dè hofleverancier van de kung fu-film. De broertjes hebben in een korte tijd honderden vechtfilms ingeblikt, waarvan een groot aantal een heuse cultstatus geniet. Zo ook ‘The 36th Chamber of the Shaolin’. Op het hoesje van de dvd staat dan ook prominent te lezen dat Quentin Tarantino een groot fan van de film is. Heel leuk en aardig natuurlijk, maar vergeet niet dat Tarantino zowat elke obscure film leuk vindt. Een slimme marketingtruc om de Amerikaanse regisseur op te laten draven, maar veel zegt het niet.
Tarantino of niet, ‘The 36th Chamber of the Shaolin’ heeft geen gelikte aanbevelingen nodig. De film kan vol trots op eigen benen staan en de ware kung fu-freak zal zijn/haar weg naar deze fijne film wel vinden. Want fijn is deze productie zeker. De stunts en de mooie aankleding van Lau Kar-Leung’s productie zijn van een ongekend hoog niveau. De regisseur is er in geslaagd om met minimale middelen het maximale resultaat te behalen.
De spil van de film is het talent van hoofdrolspeler Gordon Liu. De Chinese acteur is een fantastisch atleet die de ene na de andere bovenmenselijke krachtsinspanning schijnbaar moeiteloos uitvoert. Liu trakteert je op zijn uitzonderlijke lichaamsbeheersing, wapenkunde en onderkoeld acteerwerk. We zien Liu trainen in het Shaolin-kamp. De man zwaait met zware wapens, maakt acrobatische sprongen en is watervlug. De ietwat gekwelde kop van de acteur zorgt voor een melancholische indruk, waardoor het drama (de ouders van zijn personage zijn vermoord) goed naar voren komt.
De vechtscènes zien er puik uit. De camera neemt alle actie goed in beeld. Ook het Chinese landschap vol rotsen, rustieke weilanden en sobere dorpjes ziet er mooi uit. De scènes in de tempel zijn ook goed verzorgd. We zien Liu over dunne boomstronken rennen, zware emmers dragen en loodzware stokken hanteren. De ontberingen die Tan Se moet doorstaan zijn intens en indrukwekkend. Niet slecht als je nagaat dat de decorstukken niet altijd even geloofwaardig overkomen. De wapens zijn overduidelijk van plastic bijvoorbeeld. Ook de vreemde geluidseffecten zijn niet even overtuigend. Zo klinken vuistslagen nogal overdreven en ook de rekwisieten willen nogal vreemde en cheesy geluiden voortbrengen.
Het acteerwerk is degelijk. Het merendeel van de cast levert goed spel af, al wil er wel eens een overactende Chinees tussendoor sluipen. Omdat de vertolkingen voornamelijk op de fysieke capaciteiten van de cast steunen, is het spel van de mindere goden nooit echt storend. Ook Liu is geen natuurtalent, maar zijn krachtige uitstraling vergoedt veel. Voordat je er erg in hebt leef je mee met Liu’s karakter.
Het moge duidelijk zijn: houd je van kung fu dan mag je ‘The 36th Chamber of the Shaolin’ niet missen. Een energiekere en betere vechtfilm zul je niet snel aantreffen. Daarnaast laat de film zien dat Chinese monniken echt niet zo duf zijn als je zou denken. De geheelonthouders mogen de fles dan laten staan, vervelen doen ze zich niet. Daarnaast besparen ze je ook die vervelende Gregoriaanse liedjes.
Frank v.d. Ven