The American Trap – Le piège américain (2008)
Regie: Charles Binamé | 110 minuten | thriller | Acteurs: Rémy Girard, Gérard Darmon, Colm Feore, Joe Cobden, Janet Lane, Paulina B. Abarca, Sean Brison, Tony Calabretta, Larry Day, Serge Houde, Philip Riccio, Glenn Robin
Wie vermoordde Kennedy? Oswald, de Maffia, de CIA, Cubaanse bannelingen? Allerlei bizarre theorieën doen al jaren de ronde over een van de meest spraakmakende moordaanslagen in de geschiedenis van de mens. De moord op de Amerikaanse president Kennedy liet Amerika zogezegd ontwaken uit de naïeve droom van onaantastbaarheid van haar leiders. Boeken zijn er geschreven en films zijn er gemaakt die zich concentreerden op de vraag wie er niet allemaal bij betrokken was. Een van de bekendste voorbeelden hiervan is de film ‘JFK’ door regisseur Oliver Stone. Hierin wordt een beeld geschetst van corrupte en malafide Amerikaanse overheidsdiensten die in samenzwering met industriëlen en anti-Castro elementen de moord op Kennedy beraamd en uitgevoerd zouden hebben. Hoewel ‘JFK’ zeker niet als de volledige waarheid gezien kan worden, overtuigt zij wel dat er meer aan de hand moet zijn dan alleen maar het verhaal van de eenzame moordenaar.
‘The American Trap’ van de Canadees-Belgische Charles Binamé laat een andere kant van dit thema zien. Het verhaal van de Franse drugs- en wapensmokkelaar Lucien Rivard heeft alles te maken met geheime CIA- en FBI-operaties, wapenhandel en de connecties tussen de maffia, de Amerikaanse overheid en wat nog meer zij. Allemaal elementen die al door Stone en anderen werden aangestipt. Het is dan ook lastig om deze film te kijken zonder voorkennis. Namen als Ferrie, Clay Shaw, Rose Cheramie en Jack Ruby zeggen niets behalve als je weet wie ze zijn. Hoe wil je de geschiedenis van Lucien Rivard in een grotere context plaatsen als je niet weet wat de historische achtergronden zijn? Wie waren Marcello, Trafficante en Mondolini? Wat waren de grotere politieke achtergronden van de jaren 50 en 60? De hoeveelheid aan namen kan soms verwarrend werken.
Wat wel duidelijk is, is dat regisseur Binamé een knap stuk werk heeft afgeleverd. ‘The American Trap’ oogt prachtig. Kleur- en cameragebruik zijn uitstekend. De makers hebben er veel aan gedaan om een zo “authentiek” mogelijke sfeer te creëren. Het combineren van documentairebeelden en radiofragmenten met korrelig geschoten film roept meteen herinneringen op aan de “look” die ook bij ‘JFK’ er zo uitsprong. Deze laatste had alleen qua muziek en editing nog meer in zijn mars. Iedereen die Stone’s film gezien heeft, merkt meteen dat Binamé en zijn team deze film als leidraad in hun achterhoofd moeten hebben gehad. Manco is wel dat de karakters uit Binamé’s film zo oppervlakkig blijven. We zien ze alleen maar opereren als onderdeel van het grotere geheel van wapenhandel en complotmachinaties. Veel geheimzinnige gesprekken, duistere figuren met hier en daar zelfs een rokerig kantoor. Veel vermoedens en weinig feiten. In tegenstelling tot het Amerikaanse ‘JFK’ wekken de personages in Binamé’s film vrijwel nooit emoties op. Zelfs het lot van de verslaafde prostitué Cheramie laat de kijker koud. Dit kan natuurlijk opzet zijn; een poging om niet te vervallen in misplaatste vormen van pathetiek. Misschien wilde Binamé zijn onderwerp voor zichzelf laten spreken?
Hoewel hij in zijn film een intrigerende versie verteld van het grotere verhaal rond het complot blijft het je allemaal niet echt bijstaan. De sobere aanpak en de schimmige gebeurtenissen zorgen niet voor meer duidelijkheid. Maar Binamé verdient grote complimenten voor hoe hij het allemaal in beeld weet te brengen.
Joost Hoedemaeckers