The Art of the Steal (2013)

Regie: Jonathan Sobol | 86 minuten | komedie, misdaad | Acteurs: Kurt Russell, Matt Dillon, Jay Baruchel, Kenneth Welsh, Chris Diamantopoulos, Katheryn Winnick, Jason Jones, Terence Stamp, Devon Bostick, Elle Downs, Dax Ravina

Crunch Calhoun (Kurt Russell), een derderangs stuntrijder en voormalig kunstdief, besluit nog een laatste keer het slechte pad op te gaan voor een lucratieve kunstroof met zijn gewiekste en onbetrouwbare broer Nicky (Matt Dillon). Met zijn oude team bedenkt Crunch een plan om een kostbaar historisch boek te stelen. Maar de succesvolle diefstal leidt tot een andere, veel riskantere onderneming die uit de koker komt van Nicky. Wat de broers niet beseffen is dat ze allebei een eigen geheime agenda hebben, waardoor het oorspronkelijke plan hopeloos de mist in lijkt te gaan.

Als je een blik werpt op de cast van ‘The Art of the Steal’ valt gelijk op dat regisseur Jonathan Sobol, ondanks een voor Hollywood toch vrij bescheiden budget, redelijk wat aansprekende namen heeft weten te strikken voor deze film. Desondanks heeft de rolprent mondiaal gezien slechts op weinig plekken in de bioscoop gedraaid en verdween zij op de meeste plaatsen direct in de dvd-schappen. Thematisch en verhaaltechnisch is ‘The Art of the Steal’ een niet overdreven originele misdaadfilm die in het straatje past van de ‘Oceans’-reeks, ‘The Italian Job’ en Britse misdaadkomedies zoals ‘Snatch.’ en ‘Lock, Stock and Two Smoking Barrels’.

Hoewel de brille, klasse en spitsvondigheid die zo kenmerkend is voor met name de twee meesterwerken van Guy Ritchie in ‘The Art of the Steal’ deels ontbreekt, heeft Sobol zeker geen draak van een film afgeleverd. Dat is voor het overgrote deel te danken aan het frisse spel van Kurt Russell, die van Crunch Calhoun een aimabele waaghals en antiheld weet te maken. Ook Kenneth Welsh maakt iets speciaals van zijn rol als de listige, meer gesofisticeerde en intellectueel uitstekend onderlegde gentlemandief Uncle Paddy MacCarthy. De vaak met subtiele en dubbelzinnige humor doorspekte dialogen werken aardig en zijn geregeld goed voor een ingetogen glimlach, terwijl het hoge verteltempo en de bescheiden speelduur de verteerbaarheid van de film zeker ten goede komen. Hoewel ‘The Art of the Steal’ zoals gezegd een vrij korte film is, is er toch voldoende ruimte voor karakterontwikkeling, waardoor de personages zeker geen bordkartonnen stereotypen worden.

Hoewel er zeker betere films zijn gemaakt in het misdaadgenre, verveelt ‘The Art of the Steal’ eigenlijk geen moment. Dat is grotendeels te danken aan de goede cast en het lekkere verteltempo, maar ‘The Art of the Steal’ is ook verfrissend omdat de prent zich nergens te serieus neemt. De productie pretendeert niet meer te zijn dan een aardige genrefilm en lost op die manier zijn belofte grotendeels in.

Frank Heinen

‘The Art of the Steal’ verschijnt woensdag 16 juli 2014 op DVD.