The Ballad of Buster Scruggs (2018)

Recensie The Ballad of Buster Scruggs CinemagazineRegie: Joel Coen, Ethan Coen | 133 minuten | komedie, drama, western | Acteurs: Tim Blake Nelson, Willie Watson, Clancy Brown, Danny McCarthy, David Krumholtz, Thomas Wingate, Tim DeZarn, E.E. Bell, Alejandro Patiño, Tom Proctor, James Franco, Stephen Root, Ralph Ineson, Jesse Luken, Michael Cullen, Austin Rising, Liam Neeson, Jiji Hise, Paul Rae, Tom Waits, Sam Dillon, Bill Heck, Zoe Kazan, Grainger Hines, Jefferson Mays, Prudence Wright Holmes, Ethan Dubin, Brett Hughson, Jordy Laucomer, Jonjo O’Neill, Brandan Gleeson, Saul Rubinek, Tyne Daly, Chelcie Ross

Had tien jaar geleden gezegd dat de nieuwste film van de gebroeders Coen de bioscopen niet eens zou halen, maar direct op een online streamingplatform zou verschijnen, en je was waarschijnlijk rijp voor het gesticht verklaard. Het toont aan hoe snel de filmwereld veranderd is sinds de komst van Netflix, want voor de nieuwe film van de broers, ‘The Ballad of Buster Scruggs’, moeten we de popcorn zelf maar in huis halen. Maar is de film niet te groot(s) voor het kleine scherm?

‘The Ballad of Buster Scruggs’ zou eigenlijk een zesdelige anthologieserie worden, waarmee de gebroeders Coen zich voor het eerst in het almaar uitdijende serie-landschap zouden gaan begeven. Het bleek toch net iets te modern voor de broers, want de serie werd uiteindelijk toch ingekort tot een ruim twee uur durende speelfilm. De zes losstaande verhalen bleven, en dat maakt het meteen een pittige kluif om de diverse plotjes spoilervrij te bespreken: in feite is ‘The Ballad of Buster Scruggs’ één grote rommelpot vol westernsubgenres, van goudzoekers tot zingende revolverhelden en van premiejagers tot stereotiepe Navajo-indianen.

We beginnen met het verhaal van titelheld Buster Scruggs (Tim Blake Nelson), een zingende, schietgrage cowboy, die maar niet kan begrijpen waarom er een prijs op zijn hoofd is gezet. Het is een korte Coen-film in optima forma: absurdisme, inktzwarte humor en zelfbewuste kitscherigheid. Na dit eerste kwartier is de toon dan ook goed gezet.

Het tweede verhaal draait om een bankrover (James Franco) die een bank van een ietwat wereldvreemde man (een heerlijke en ultieme Coens-rol van Stephen Root) probeert te overvallen, maar duidelijk de verkeerde zaak binnen is gewandeld. Ultrakort en een tikje nihilistisch, maar wel met opmerkelijke geweldsuitbarstingen die zo uit een Tarantino-film hadden kunnen komen.

In de derde episode reist Liam Neeson met een mini-freakshow het land door, waarin hij een knul (Harry Melling) zonder armen en benen klassieke gedichten laat voordragen, met groot kassucces tot gevolg. Tot het trucje uitgewerkt raakt, waarna de Coens overduidelijk een sneertje uitdelen naar de vluchtigheid van de amusementsindustrie.

Het vierde verhaal richt zich op de odyssee van een goudzoeker (een zeer verdienstelijk brommende Tom Waits, die de smaak van het acteren te pakken lijkt te hebben). Weinig dialoog, wel hartverwarmend, maar ook weer met een kleine kwinkslag over de expansiedrift van de mens, ook als de natuur daarvoor moet wijken.

Het vijfde (en langste) verhaal is een vrij zachtmoedig, bijna on-Coenesque romantisch drama. Dit deel wordt gedragen door een excellerende Zoe Kazan (‘The Big Sick’), die na de dood van haar broer meereist met een groep pelsjagers, alwaar zich langzaam een romance ontwikkelt tussen haar en een van de pelsjagers (Bill Heck). Maar laat je niet manipuleren: ook in romantiek ligt in de wereld van de Coens de tragiek onvermijdelijk op de loer.

We sluiten af met de vermoedelijk meest polariserende episode, waarin twee premiejagers in een huifkar meereizen met drie uiteenlopende, willekeurige figuren. Tenminste, zo lijkt het. Prachtig geschoten, ontzettend sfeervol, héél veel dialoog én een zingende Brendan Gleeson (alleen daarom al kijken). Tevens het meest surrealistische deel, maar juist daarom het herkijken meer dan waard.

De vraag die bij het zien van de film(s) toch door je hoofd blijft spoken is hoe ‘The Ballad of Buster Scruggs’ had uitgepakt als het toch als serie was gemaakt. Wellicht nog beter, omdat de overgangen in toon soms wel erg rigoureus en plotseling zijn: het ene moment lach je je het schompes om de inventieve ontsnappingspogingen van Buster Scruggs, maar nog geen halfuur later reis je door grauwe berglandschappen met Liam Neeson door een veel duisterder Amerika. Op dit soort momenten lijkt het alsof je in het midden van ‘The Big Lebowksi’ plots naar ‘No Country for Old Men’ overschakelt; niets mis mee natuurlijk, maar het vraagt wel wat meer flexibiliteit van de kijker. In feite is ‘The Ballad of Buster Scruggs’ daarmee een film waarin al het werk van de broers en de door hen behandelde genres samenkomen, maar vraag je je ook af of het als geheel toch niet beter uitgepakt had in zes langere serie-afleveringen, ook omdat sommige verhalen nu soms net iets te vluchtig zijn.

Wat de zes korte films aan elkaar linkt? De immer op de loer liggende dood? Altruïsme versus eigen gewin? De duistere inborst van Amerika? Hoewel ‘The Ballad of Buster Scruggs’ niet tot de absolute meesterwerken van de Coens gerekend kan worden, biedt ook deze film weer genoeg stof tot napraten. Niet elk verhaal werkt even goed, en het verschil in toon is soms wellicht net te groot, maar de Coens zijn als filmmakers simpelweg te geniaal om ooit echt door de mand te vallen. 

‘The Ballad of Buster Scruggs’ is in essentie een ode aan de western en al zijn uitwassen, maar misschien nog wel meer een venijnige liefdesbrief aan het genre. Of de stap naar Netflix een blijvertje is? Hoewel we in feite niets te klagen hebben, horen de broers stiekem misschien toch gewoon op het grote doek thuis.

Alex Mazereeuw

Waardering: 4