The Big Town (1987)
Regie: Ben Bolt | 109 minuten | drama, romantiek, thriller | Acteurs: Matt Dillon, Tommy Lee Jones, Bruce Dern, Lee Grant, Tom Skerritt, Suzy Amis, David Marshall Grant, Don Francks, Del Close, Meg Hogarth, Cherry Jones, Mark Danton, David Elliot, Steve Yorke
‘The Big Town’ zit vol met bekende gezichten en dan denk je al snel: een kaskraker. Echter, het merendeel van deze acteurs stond aan het begin van hun carrière en was nog goed betaalbaar. Op zich heeft ‘The Big Town’ voldoende ingrediënten, naast de cast, om die kaskraker te zijn. Gebrek aan fantasie zorgt ervoor dat deze film niet aangeslagen is bij een groot publiek. Om aan te tonen hoe klein het dorpje is waar Cullen opgroeit, zien we standaard beelden van een paar knoestige bomen in de wind, een verlaten benzinestation en een groepje opgeschoten jongens die hun tijd besteden aan het dobbelen.
Je zou denken dat dobbelen echt een spel van het geluk is, volgens Cullen is het een gave. Dat moet ook wel, want hij kan er – eenmaal in de grote stad – goed van leven. Hij is naïef, onervaren en zijn beperkte levenservaring zorgen ervoor dat deze farmboy in zeven sloten tegelijk loopt. Gelijktijdig is het dankzij zijn nuchtere insteek dat hij eruit weet te krabbelen want na de dood van zijn mentor ziet hij vanzelfsprekend het licht. Uiteraard ziet de kijker die sloten al van kilometers ver naderen en ook de oplossingen dragen zich als vanzelf aan. ‘The Big Town’ verrast geen enkele keer en brengt weinig emoties teweeg. Het karakter van Cullen is te vlak om enige compassie te voelen. Dit neutrale gevoel ten opzichte van de hoofdpersoon die enkel goede bedoelingen heeft, is nog positief bij de zogenaamde valse karakters van Lorry Dane, George Cole en echtpaar Edwards.
Films over gokkers kunnen twee kanten van deze tijdsbesteding belichten: het succes en de winst en de andere zijde van de medaille, zijnde verslaving en schulden. Deze twee facetten liggen dichtbij elkaar en de niet altijd even harde scheidslijn zorgt meestal voor een interessant conflict voor de hoofdpersoon (denk aan ‘Rounders’ en ‘The Cooler’). Ondanks al het ongeluk en gevaar waar Cullen zich in stort, heeft hij enkel te maken met de positieve zijde. Hij werkt zich alleen in de nesten met de mensen in zijn scene, niet wat betreft het gokken. Misschien maakt dat de film wat saai en voorspelbaar. Want echt interessante karakters tonen ook hun zwakkere kanten. Cullen lijkt deze niet te hebben.
Eline Lubberts