The Blob (1988)
Regie: Chuck Russell | 95 minuten | actie, horror | Acteurs: Kevin Dillon, Shawnee Smith, Donovan Leitch, Jeffrey DeMunn, Candy Clark, Joe Seneca, Del Close, Paul McCrane, Sharon Spelman, Beau Billingslea, Art La Fleur, Ricky Paull Goldin
Deze film is de remake van de gelijknamige film uit 1958, waarin alleen duidelijk werd dat de Blob uit de ruimte kwam. Hier echter blijkt het experimentele virus van een mislukt biologisch experiment veranderd te zijn in de ‘Blob’, een ‘plasma lifeform that hunts its prey’. De satelliet waarop hij zich bevindt stort neer en diverse dorpelingen worden de dupe van zijn onverzadigbare en nietsontziende eetlust…
Al snel wordt duidelijk dat het onheil zich aandient wanneer een plaatselijke zwerver op onderzoek uitgaat bij de satelliet en de op dat moment kleine Blob zich op zijn arm vasthecht… en direct aan de maaltijd begint terwijl zijn slachtoffer nog leeft. Ook de taferelen in het ziekenhuis zijn veelzeggend: van de zwerver blijft alleen diens bovenlichaam over, en daarna wordt in beeld gebracht hoe de Blob te werk gaat: hij spreidt zich als een doorzichtig flexibel vlies uit over zijn nog levende slachtoffers en verteert ze in recordtempo. De getuige van dit gruwelijk tafereel stuit – hoe kan het ook anders – op ongeloof bij de plaatselijke autoriteiten zodat de Blob lange tijd her en der slachtoffers kan maken. Gedurende deze scènes worden de gruwelijke taferelen die ontstaan tijdens zijn toeslaan en de beelden van het ‘blobbing’-proces duidelijk in beeld gebracht zodat de liefhebbers van speciale effecten zich niet hoeven te beklagen.
Dat de Blob het ongeloof van de dorpelingen niet nodig heeft om langere tijd slachtoffers te maken blijkt uit zijn vorm en manier van voortbewegen. De Blob heeft geen vaste vorm, kan zich aldus vervormen en zich zodoende door de smalste openingen zoals rioolroosters, mangaten en zelfs waterleidingsbuizen voortbewegen. Hier maakt de Blob dan ook gebruik van om op de meest onverwachte ogenblikken toe te slaan. De spanning en dreiging die hierbij uitgaat van de Blob wordt veroorzaakt doordat zijn aanvallen niet of slechts gedeeltelijk te voorzien zijn…en hij vanuit welke onwaarschijnlijke hoek of op welk tijdstip dan ook kan toeslaan zonder enig voor het slachtoffer geringste betekenisvol voorteken dan ook…ook als een beoogd slachtoffer weet te ontsnappen, blijft de spanning en dreiging erin doordat de Blob alsnog uit kan halen met meterslange tentakels.
Zo maakt de Blob op gruwelijke wijze meerdere slachtoffers … en het is de vraag wat ertegen gedaan kan worden. Gelukkig komt er hulp in de vorm van een biologisch team waarvan de leider, Dr. Meddows, bezweert dat het gaat om ‘an alien bacteria’ en het team het dorp wil helpen. De rebelse Flagg schat het echter goed in: de snelle aankomst van het team, het optreden waaruit blijkt dat hij en Meg feitelijk gevangenen zijn, de ‘bunch of unmarked trucks’… het kan niet veel goeds betekenen. Al snel blijken uit Meddows’ uitspraken zijn ware bedoelingen als blijkt dat het ‘experiment more important than a handful of lives’ is en dat diverse dorpelingen ‘expendable’ zijn. Met de komst van het biologisch team wordt het accent van de film verlegd van alleen griezel naar een combinatie van actie en griezel: Flagg die aan het team ontsnapt …de achtervolging die met veel geweerschoten op hem wordt ingezet….de capriolen die hij moet uithalen om te ontsnappen…de aanvallen die de Blob in de rioleringsbuizen onder water inzet op Meg en twee van haar dorpsgenoten… Flagg’s motorcapriolen in de rioleringsbuizen met de Blob als ongenode achtervolgende aanwezige….de afgevuurde bazooka met het ontploffende busje…het komt de spanning en actietaferelen in ruime mate ten goede…
Ook de aanwezigheid van de Blob wordt na de komst van het biologisch team anders ervaren en wel doordat van het team nu ook dreiging uitgaat. De Blob zelf blijft in al zijn dreigende vraatlust wel aanwezig, maar de dreiging die ervan hem uitgaat, komt anders over dan voorheen omdat hij door zijn inmiddels reusachtige grootte veelvuldig anders te werk moet gaan om zijn honger te stillen. Het verraderlijke dat de aanvallen van de Blob tot zover kenmerkte en wat een beklemmende ingehouden dreiging veroorzaakte wordt er een stuk door verminderd… daarentegen zien we, geheel passend in de accentverlening naar griezel en actie, de meeste van de Blobs daaropvolgende aanvallen aankomen…. waar af en toe ook de nodige humor in valt te onderkennen…de manier waarop hij aan het plafond hangt en zich op zijn slachtoffers laat vallen… de bioscoopbezoekers van ‘The Garden Tool Massacre’ die meer griezel en bloedige taferelen voorgeschoteld krijgen dan ze lief is wanneer de Blob vraatzuchtig de zaal in komt schuiven… de geestelijke die te midden van alle onheil en doden bijbelcitaten loopt uit te kramen…
Pas na de nodige bloedige aanvaringen met de Blob komt het uitgedund biologisch team tot bezinning en gaat samen met Flagg en de plaatselijke politie het gevecht met de Blob aan. Zoals veel filmmonsters is ook de taaiheid van dit schepsel evenredig aan zijn grootte, wat duidelijk wordt wanneer hij van geweerkogels alleen weinig hinder blijkt te ondervinden. En dus wordt er gegrepen naar zwaardere middelen, met als gevolg diverse actiescènes: schietpartijen, ontploffingen door granaten, de onderhand metershoge Blob die onverdroten links en rechts slachtoffers blijft maken, narrow-escapes, botsingen…actie, griezel en spanning zijn ook in dit stadium weer in ruime mate aanwezig.
Een geslaagde film die begint met voornamelijk griezel, maar waarin na verloop van tijd het accent wordt verlegd naar een combinatie van griezel en actie. Beide aspecten zijn goed geslaagd door de verschillende soorten dreiging die er in verschillende fasen van de Blob uitgaat en het onheil dat het biologisch team met zich meebrengt. Speciale effecten zijn er in ruime mate tijdens het toeslaan van de Blob, net als de nodige actiescènes bij de diverse confrontaties tussen Flagg, de plaatselijke politie, het biologisch team en de Blob. Een aanrader voor de liefhebbers van zowel actie- als griezelfilms.
Frans Buitendijk
Waardering: 4
Bioscooprelease: 6 april 1989