The Colors Within – Kimi no iro (2024)
Regie: Naoko Yamada | 101 minuten | animatie, drama | Originele stemmencast: Sayu Suzukawa, Akari Takaishi, Taisei Kido, Yasuko, Aoi Yûki, Minako Kotobuki, Keiko Toda
Filmmaakster Naoko Yamada lijkt films over het leven van tieners tot haar specialiteit te hebben gemaakt. In 2014 belichtte ze liefde tussen tieners in ‘Tamako Love Story’ en in 2016 toonde ze uitingen van pestgedrag in ‘A Silent Voice: The Movie’. Het onderwerp van haar meest recente animatiefilm, ‘The Colors Within’ (2024) is – in de basis – het vinden van en uitkomen voor je eigen identiteit. Je kunt het ook omschrijven over een film over volwassen worden (een ‘coming of age’ film), zoals er al zoveel gemaakt zijn. Toch zou je de film tekort doen als je je tot deze omschrijving zou beperken. Ook al voelt de thematiek bekend aan, er zitten behoorlijk wat unieke aspecten aan ‘The Colors Within’, die hem meer dan memorabel maken.
Laten we beginnen met die kleuren uit de titel. Totsuko is een leerling op een Christelijk internaat, waar ze zich zo netjes mogelijk probeert te gedragen. Om haar daarbij te helpen reciteert ze regelmatig één bepaald gebed, waarin ze God om de kracht vraagt ‘om te accepteren wat ze niet kan veranderen.’ Onder meer voelt ze vaak de drang om te zingen en dansen – ze is opgegroeid in de buurt van een balletschool -, ontwikkelt ze een liefde voor (het maken van) popmuziek, en (wellicht) voor een specifieke medestudente, al blijft dit uiteindelijk in het midden.
Ook wordt ze soms erg gelukkig van bepaalde kleuren die ze waarneemt. Ze heeft namelijk een aandoening – of gave – waarbij ze de mensen om zich heen ziet als kleuren. Of liever: ‘mét’ kleuren; want ze ziet nog wel gewoon hun menselijke vorm. Misschien kun je beter zeggen dat ze de kleuren van hun aura’s kan waarnemen. De film begint ook met een met beelden ondersteunde uitleg van Totsuko over deze eigenschap, en hoe dit er dan ongeveer voor haar uitziet.
Vaak ervaart ze ook bepaalde gevoelens bij de kleuren die ze bij de mensen ziet. Zoals rust of sereniteit, maar het kan ook intensere vormen aannemen, zoals blijdschap, geluk of opwinding. Dit lijkt allemaal aan de orde te zijn als Totsuko de intense blauwe kleur van medestudente Kimi waarneemt.
Dat ze zich erg tot Kimi – of op zijn minst haar kleur – aangetrokken voelt, is duidelijk. Het lijkt ook in verschillende scènes op een soort verliefdheid te duiden maar Yamada lijkt het niet nodig te vinden om hier uitsluitsel over te geven. Hoe dan ook is het logisch dat Totsuko van haar stuk is wanneer Kimi ineens niet meer op school verschijnt. Daarom besluit ze erop uit te gaan en haar op te zoeken, wat feitelijk ook het beginpunt is van haar innerlijke reis naar volwassenheid.
Er wordt mooi de tijd genomen voor deze innerlijke reis, niet alleen van die van Totsuko, maar ook die van Kimi én van een nieuwe vriend, Rui, die ze in de tweedehands boekenwinkel tegenkomen waar Kimi werkt. Vooral de tijd die ze samen doorbrengen en de vrijheid die ze hier voelen om hun individuele zorgen met elkaar te delen, wordt met veel zorg en aandacht vormgegeven. Al lijken ze op het eerste gezicht erg van elkaar te verschillen, ze hebben met elkaar gemeen dat ze een persoonlijk geheim hebben waar ze voor uit moeten komen, richting hun ouders/verzorgers én… henzelf.
Ze vinden elkaar in de muziek, wat mooie, verstilde momenten oplevert, met oog voor detail; bijvoorbeeld voor het proces van filmmaken, de samenwerking en het inspireren van elkaar, maar ook voor de instrumenten zelf. De snaren van gitaren, werking van simpele keyboards en orgels, maar ook een muziekbewerkingsprogramma op de computer: alles komt heel authentiek over. Ook interessant is de keuze voor een theremin binnen de set aan instrumenten. Het is al behoorlijk zeldzaam dat iemand dit buitenaards klinkende instrument bespeelt, laat staan dat dit in een animatiefilm te zien is.
Verder is de tamelijk neutrale manier waarop religie – in dit geval Katholicisme – terugkomt in de film te prijzen. Het zou heel ‘modern’ – en wellicht niet onterecht – zijn geweest om religie hier als een onderdrukkende, beklemmende en vooral negatieve invloed te zien. Iets waar iedereen van los zou moeten komen. Maar de religieuze gebruiken, situaties, omgevingen en personen (vooral de nonnen op de school) die in de film voorkomen worden op een vanzelfsprekende, niet (of nauwelijks) oordelende wijze getoond. Ja, er zijn regels en als deze overtreden worden, zijn er gevolgen. Maar deze zijn gelukkig niet al te extreem. En ja, Totsuko voelt zich regelmatig beperkt in haar natuurlijke impulsen, maar veel blijkt ook onterecht te zijn.
Zo weet zuster Hiyoshiko Totsuko keer op keer te verrassen met haar open, wereldlijke blik en blijkt de soep niet altijd zo heet te worden gegeten als hij wordt opgediend. De zuster oordeelt niet als Totsuko onthult dat ze een (muziek)bandje heeft gevormd met Kimi, en zelfs met een jongen! Ook herinnert ze Totsuko er, cruciaal, aan dat er nog een belangrijk tweede gedeelte is van het gebed dat ze vaak reciteert. Namelijk dat je ook de moed moet hebben om te veranderen wat je wél kan veranderen en dat je het inzicht moet hebben om het onderscheid te maken (tussen wat je wel en niet kunt veranderen).
Er zijn wel enkele punten die de ‘The Colors Within’ beperken in de indruk die de film achterlaat. De belangrijkste daarvan is dat de personages toch wat diepgang missen. Hun gedeelde problematiek – onzekerheid, zorgen, angsten – als tieners is zeker goed gevat en raakt een gevoelige snaar, maar uiteindelijk worden ze vooral gedefinieerd door het geheim dat ze voor de buitenwereld hebben en leren we ze verder nauwelijks kennen.
Ook neemt het verhaal soms een wending die haaks lijkt te staan op eerdere scènes en momenten wat op een herschrijving van het script lijkt te duiden. Verder zou je verwachten dat het feit dat de Totsuko kleuren ziet een centrale rol zou hebben in de film, of dat hier nog wat diepere gevolgen of verbindingen aan vast zouden zitten. Maar eigenlijk wordt hier maar weinig aandacht aan besteed en lijkt het niet wezenlijk van invloed te zijn op de plot.
Maar de sfeer van de film maakt een hoop goed; met name het authentieke gevoel dat de film uitademt en de oprechte aandacht en begrip van Yamada voor de belevingswereld van (deze) tieners. Daarnaast is de animatie zeer aantrekkelijk. Enerzijds realistisch in de vormgeving van de omgevingen – natuur, kerk, muziekinstrumenten – en anderzijds met een schilderachtige stijl, met fijne aquareltinten en ‘kwaststreken’ die bijna impressionistisch aandoen.
Dit alles maakt van ‘The Colors Within’ een meeslepend, intiem, dromerig maar ook waarachtig aanvoelend verhaal, dat vele tieners – en ouders van tieners – zal aanspreken.
Bart Rietvink
Waardering: 4
Speciale vertoning: Kaboom Animation Festival 2025