The Confidence Man (2001)

Regie: Tripp Reed | 94 minuten | actie | Acteurs: Tommy Redmond Hicks, Jack Conley, Barbara Alyn Woods, Amir Abou-Rass, Rod Castillo, Ken Earl, Deborah Green, David Groh, Charles Gunning, Butch Hammett

‘The Confidence Man’ schijnt te gaan over de agent Steve (Conley) die de schuld op zich neemt voor het neerschieten van een jongetje. Tijdens de rechtzaak kan de jury niet tot een unaniem besluit komen en mag Steve weer aan de slag. Na zijn schorsing merkt hij echter dat zijn collega (Groh) die de daad werkelijk gepleegd heeft, promotie heeft gemaakt en nu zijn baas is. Deze vreest voor zijn positie als Steve weer gaat werken, omdat hij natuurlijk werkelijk weet wat er is gebeurd. Als de zaak heropend dreigt te worden, huurt hij iemand in om Steve te chanteren.

Op het eerste gezicht lijkt het geen slecht verhaal, maar tijdens het kijken van de film blijk je goed te moeten zoeken om deze verhaallijn te bespeuren. Het is bijna een uur lang een raadsel waar de film nu eigenlijk over gaat. Agent Steve doet eens een klusje hier, gaat eens naar een stripclub daar en pakt ondertussen zijn relatie met een van de strippers maar weer eens op. Deze triviale gebeurtenissen worden afgewisseld met scènes van twee mannen, waarvan na verloop van tijd blijkt dat ze oplichters zijn en dat Steve ze in de gaten houdt. De een probeert de ander de kneepjes van het vak te leren en lijkt bijna niet meer te kunnen uitbrengen dan “Shut the fuck up”. De dialogen gaan sowieso nergens over en lijken vooral geschreven te zijn om semi-interessante weetjes te vertellen.

Na ongeveer een uur kom je er dan eindelijk achter waarom Steve er steeds als een zoutzak bij loopt; hij heeft de schuld op zich genomen van een misdaad die zijn partner heeft gepleegd. Maar waarom hij de schuld op zich neemt blijft totaal onduidelijk; waarschijnlijk omdat hij het zo sneu vindt voor zijn collega.

De chantage actie die vervolgens ondernomen wordt, is een zodanige samenhang van ongeloofwaardige situaties en clichés, dat je zelfs niet meer de moeite wil nemen om te begrijpen wie wat nu waarom doet.

Kortom, slecht uitgewerkte verhaallijnen, flauwe clichés en triviale dialogen vullen het scherm. Tel daar nog de schokkerige cameravoering, slechte belichting en de rare keuze van een nummer van The Breeders voor een soundtrack met verder slechts simpele keyboard deuntjes bij op en je hebt de ideale inzending voor een Razzie award.

De laatste scène, waarin de demente moeder de twee lijken in haar keuken aanziet voor haar eigen kinderen en hen daarom resoluut een standje geeft, is wel leuk gevonden en levert de film nog een half puntje extra op, maar verder is het zonde van je tijd.

Karin van der Laan