The Crow (1994)

Regie: Alex Proyas | 100 minuten | actie, fantasie, misdaad, thriller | Acteurs: Brandon Lee, Ernie Hudson, Michael Wincott, Rochelle Davis, Sofia Shinas, Ling Bai, Anna Levine, David Patrick Kelly, Angel David, Laurence Mason, Michael Massee, Tony Todd, Jon Polito, Bill Raymond, Marco Rodriguez    

De film ‘The Crow’ zal altijd verbonden worden met het vreselijke ongeluk dat hoofdrolspeler Lee fataal werd. Als we de film kijken zorgt dit voor een extra emotionele lading, omdat we Lee’s persoonlijke lot in ons achterhoofd houden. Vooral de mijmeringen van zijn personage over dood en onsterfelijkheid worden nu extra betekenisvol, op een pijnlijk ironische manier.

Door deze onmiddellijk opkomende associatie zou je bijna vergeten dat ‘The Crow’ op zichzelf ook de moeite waard is en onze aandacht verdient. Regisseur Alex Proyas heeft met de film een unieke filmwereld en een interessante superheld tot leven gewekt (letterlijk en figuurlijk). Hoofdpersoon Eric Draven is een soort mix tussen ‘Spawn’ en Uma Thurman’s The Bride. Samen met zijn vriendin Shelly (Sofia Shinas) vermoord, maar terug uit de dood, is het Dravens taak om de daders te geven wat ze toekomt, hierbij geassisteerd door een raaf (D. Raven). De raaf fungeert als de hand van God. Normaal gesproken zou de raaf zijn ziel namelijk hebben meegenomen naar het dodenrijk om hem daar in vrede te laten rusten, maar soms ligt er zoveel kwaad en onrecht aan iemands dood ten grondslag, dat de daders eerst gestraft moeten worden om de balans in het universum te herstellen.

Net als de uit de dood teruggekeerde ‘Spawn’, of Patrick Swayze’s personage in ‘Ghost’, wordt Eric Draven vooral gedreven door de liefde voor zijn vriendin. En net als The Bride gaat Draven systematisch zijn “lijstje” van daders af. Net als Kill Bill is ‘The Crow’ niet veel meer dan een mooi aangeklede wraakfilm. Dit is meteen het grootste minpunt van de film: veel complexiteit zit er niet in de verhaalstructuur. Steeds wordt er een nieuwe slechterik opgespoord om wraak op te nemen. De verrassing zit hem in de wijze waarop een ieder aan zijn eind komt, en in de vraag of Eric uiteindelijk zal slagen (want natuurlijk zal zijn missie niet tot het einde toe vlekkeloos verlopen). Hoewel dit de film redelijk interessant houdt, is het maar gelukkig dat er nog andere elementen zijn die je bij het verhaal betrekken of de film de moeite waard maken.

Om te beginnen is er de look van de film. De sets, art direction, en cinematografie creëren een prachtige visie van een fictieve, dystopische stad, niet veel minder effectief is dan de stadsbeelden uit Fritz Langs ‘Metropolis’ of Ridley Scotts ‘Blade Runner’. De stad heeft een mooie gothic-achtige, duistere uitstraling, met overtuigende miniaturen en camerawerk dat je moeiteloos deze grimmige wereld inzuigt. Het meezweven met de raaf door de straten van de stad en over de toppen van de gebouwen heeft iets magisch en meditatiefs. De net iets overdreven hoekige gebouwen, en het gebruik van schaduwen en veel make-up doen impressionistisch en cartoonachtig aan.

Wat de betrokkenheid bij het verhaal een stuk groter maakt, is het gebruiken van het meisje Sarah (Rochelle Davis) als centrale verteller. Zij is eigenlijk het hart van de film. We zien (een gedeelte van) het verhaal gefilterd door haar ogen, en op deze manier voelen we als publiek mee met haar verlies. Het Draven-personage krijgt via het meisje ook wat meer tastbare dramatiek mee, en is niet slechts een bittere wreker. Onze sympathie gaat nu uit naar het hele drietal (Shelly, Sarah, en Draven). Net als in de originele Frankenstein, uit 1931, ziet het meisje in ‘The Crow’ direct dat Draven geen mafkees of monster is, en weet ze hem in het hart te raken.

Last but not least is er het uitstekende acteerwerk van Lee, dat het nog eens extra betreurenswaardig maakt dat hij nooit meer op het witte doek zal verschijnen. Hij laat elke associatie met zijn vader (Bruce) achter zich. Om te beginnen omdat hij zijn vechtkunst niet probeert te imiteren, en verder omdat Brandon werkelijk een substantieel acteur is, in tegenstelling tot zijn wereldberoemde vader. Zijn vertolking zit vol energie en hij weet de juiste combinatie van dramatiek, dreiging, en humor in zijn rol te leggen, wat hem een genot maakt om naar te kijken. Buiten het feit dat hij onsterfelijk is (of lijkt), is zijn personage vrij menselijk. Zijn gevechten, in tegenstelling tot die van sommige andere superhelden, komen vrij aards en direct over, wat de afstand tussen hem en het publiek wat kleiner maakt.

Er zijn wel enige minpunten te noemen. De dialoog is soms wat cheesy en cliché, en het acteerwerk van de inspecteur is niet om over naar huis te schrijven. Ook zijn sommige effecten overduidelijk als zodanig te herkennen, maar gelukkig is dit meestal niet storend. Verder zijn een of twee songs, hoewel passend bij het personage, een beetje te “”jaren tachtig””. De begeleidende muziek is wel weer bijzonder sfeervol.

Al met al is het een interessante, prachtig vormgegeven gothische superheldenfilm geworden. Een film die Brandon Lee tegelijkertijd het leven heeft gekost en hem onsterfelijk heeft gemaakt.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 3 november 1994