The Dancer Upstairs (2002)
Regie: John Malkovich | 133 minuten | drama, romantiek, thriller | Acteurs: Javier Bardem, Laura Morante, Oliver Cotton, Luis Miguel Cintra, Juan Diego Botto, Elvira Mínguez, Alexandra Lencastre, Abel Folk, Marie-Anne Verganza
Drie mensen ’s nachts in een pick-up: Nina Simone klinkt door de autoradio. Ze zingt niet, maar praat tegen het publiek. Over tijd, en hoe ze door je vingers glipt. De drie mensen zwijgen, zitten ontspannen te luisteren. Tot plotseling een wachtpost tevoorschijn komt. Een agent geeft een stopteken. De auto remt af, tot een paar meter voor de man… en geeft dan gas.
De openingsscène van ‘The Dancer Upstairs’ zet wat betreft sfeer meteen de toon. Weinig woorden: de beelden spreken voor zich. Misschien wat ongewoon voor een thriller, maar wel effectief. Het maakt ‘The Dancer Upstairs’ tot een zeer sfeervolle thriller. Natuurlijk is er ook ruimte voor dialogen en plot, maar ze zijn ondergeschikt aan de sfeer van rust of zelfs gelatenheid.
Middelpunt van die rust is hoofdpersoon Augustin Rejas, een politierechercheur die een perspectiefvolle carrière als advocaat heeft laten varen omdat hij het recht écht wil dienen, zoals hij zelf zegt. Toch komt hij ook in zijn huidige baan in situaties terecht waarin hij niet alleen tegen de ‘bad guys’ moet vechten. Als hij de opdracht krijgt van zijn meerdere, generaal Merino (Oliver Cotton), om een reeks van vreemde gebeurtenissen en incidenten te onderzoeken, komt Rejas terecht in een ingewikkeld steekspel waarin hij niet alleen onbekende en ongrijpbare terroristen moet zien op te sporen. Aan de andere kant staat namelijk de regering, die popelt om het leger in te zetten tegen deze revolutionaire dreiging en zodoende weer de absolute macht in handen te hebben. Het enige moment in de film overigens waarin iets van politiek engagement te zien is.
Aan Merino, een mooie bijrol die de film wat extra peper geeft, heeft Rejas niet veel. Hij heeft al lang geaccepteerd dat de dingen nooit echt veranderen, en gaat liever vissen. Rejas moet het doen met een jonge, onervaren staf, maar hij komt verder dan verwacht. Al snel ontdekt hij dat, wat begon met aan lantaarnpalen opgehangen honden met revolutionaire leuzen om de nek, uitgroeit tot een revolutie van jewelste.
De persoon Rejas wordt mooi neergezet door Javier Bardem. Hij is een rustige, beschouwende persoon, met een harmonieus gezinsleven. Dochter Laura (Marie-Anne Verganza) en zeker vrouw Sylvina (Alexandra Lencastre) zijn bijna onzichtbaar in de film. Hij lijkt de juiste man voor de klus, maar gaandeweg wordt duidelijk dat hij te veel persoonlijke banden heeft met betrokkenen om deze zaak alleen maar als rechercheur te benaderen. De regeringsvertegenwoordiger Calderon (Luis Miguel Cintra) blijkt een oude rivaal uit de tijd dat beiden nog advocaat waren, de mysterieuze ‘President Ezequiel’ (Abel Folk) kent hij ook beter dan hij zou willen, en ondertussen groeit ook nog een bijna schuldbewuste vriendschap met Yolanda (Laura Morante), de danslerares van dochtertje Laura.
Rejas raakt hierdoor de grip op de hele situatie kwijt, maar komt desondanks steeds dichter bij de climax. Of zoals Rejas zelf zegt tegen Yolanda: “Ik voel me als een kind in een regenjas dat voor de zee staat, en jij zegt me dat ik niet nat mag worden”. Die opmerking slaat natuurlijk op de gevoelens die Yolanda en Rejas voor elkaar ontwikkelen, maar eigenlijk kan je het zien als een ‘motto’ voor de hele film. De groeiende stille wanhoop druipt op een geloofwaardige manier van Bardems gezicht, zeker als hij ziet hoe Yolanda danst op Yul Andersons schitterende versie van Dylans ‘All Along the Watchtower’: ‘There must be some way out of here’…
De vertolking van de hoofdrol door Bardem is dan ook de grootste troef van deze film. Het past heel mooi in de gehele stijl van de film. Daarmee wordt de film echter ook kwetsbaar. Is het nou een thriller of een romance? Uiteindelijk probeert de film beide te zijn, en wordt het net geen van beide. Voor een thriller mist het toch de noodzakelijke spanning doordat actie, maar vooral plot op de achtergrond blijven. Bovendien zie je de afloop toch wel van vrij ver aankomen. Voor een romance blijft Rejas’ thuissituatie iets te oppervlakkig. Duidelijk is dat hij veel van zijn dochtertje houdt, maar zijn relatie met Sylvina wordt nauwelijks uitgebeeld, laat staan uitgediept.
Toch blijft ‘The Dancer Upstairs’ een boeiende film, vooral omdat beide genres op boeiende wijze worden gecombineerd. Ook mooi is te zien hoe Rejas uiteindelijk een soort tragische held wordt, een positie die goed bij hem lijkt te passen. Niet toevallig danst dochter Laura de film uit waarmee de film begon: het lied van Simone over de ongrijpbaarheid van de tijd en dus van het leven.
De belangrijkste conclusie is dat, hoewel Javier Bardem een schitterende rol speelt en John Malkovich een smaakvol regiedebuut aflevert, ‘The Dancer Upstairs’ uiteindelijk, net als haar hoofdrolspeler, een beetje tragisch tussen wal en schip valt.
Daniël Brandsema
Waardering: 3.5
Bioscooprelease: 8 januari 2004