The Eye…Infinity – Gin gwai 10 (2005)
Regie: Oxide Pang Chun, Danny Pang | 81 minuten | horror, komedie | Acteurs: Bo-lin Chen, Yu Gu, Bongkoj Khongmalai, Isabella Leong, Ray MacDonald, Kate Yeung
Je moet het de Pang broers nageven, ze proberen iedere keer wat nieuws met hun ‘Eye’-franchise. Waar de eerste ‘The Eye’ een geestfilm was met spanning, horror en degelijke dramatische opbouw, en de tweede een exploratie van relaties en boeddhistische reïncarnatie met toegevoegde geestverschijningen, daar is de derde ‘Eye’-film, genoemd ‘Eye Infinity’ of ‘Eye 10’, weer iets totaal anders. Zowel qua toon als inhoud lijkt deze film nauwelijks op zijn voorgangers. Eigenlijk verdient hij niet eens een plaats in de serie, aangezien de geestverschijningen de enige overeenkomst is met de rest. Ook kwalitatief gezien hebben we hier met een heel ander beest te maken. Deze horrorkomedie – die meer op (slechte) komedie gericht lijkt dan op horror – is een vrij belabberd werkje geworden.
‘The Eye Infinity’ bevat nauwelijks een dramatisch of intellectueel botje in zijn lichaam. Geen boeddhistische filosofieën die behandeld worden of oud leed van overleden personen dat onderzocht wordt. Nee, we hebben hier te maken met een stel tieners dat geesten wil oproepen en dit, via tien in een boek besproken methodes, gaat uitproberen. Even heeft deze opzet nog wel enige charme. Om te beginnen gaan de personages in deze spookfilm zelf spookverhalen aan elkaar vertellen wat voor een leuke zelfbewustheid of gelaagdheid zorgt. Het houdt de kunst van het verhalen vertellen hoog en toont hoe we toch allemaal de behoefte hebben om af en toe even flink bang te worden gemaakt. En de eigen opdrachten die de kinderen via het boek uiteindelijk gaan uitvoeren, zijn vaak zo knullig dat het wel enigszins grappig wordt. Zo kun je geesten opwekken als je na middernacht bij een kruising met minstens drie personen op een eetkommetje tikt. Of alleen maar door tussen je eigen benen door te kijken of verstoppertje in het bos te gaan spelen met een zwarte kat in je armen.
Het moge duidelijk zijn dat de film met een knipoog bedoeld is, maar de horror lijkt toch ook wel effect te moeten hebben op zijn tijd. Er worden immers genoeg geesten tegenaan gegooid, die ook weer niet zo debiel zijn dat ze grappig worden. Maar geen enkel moment is eng te noemen. “Vervelend” is een betere typering voor de massa spoken die de kijker op zijn netvlies krijgt, vrijwel allemaal expliciet.
Wanneer er een lid van de groep verdwijnt, zit de kijker niet in spanning, noch ligt hij dubbel van het lachen. Onverschilligheid is het meest waarschijnlijke resultaat bij de toeschouwer, wat geldt voor het grootste gedeelte van de film. Zowel de personages als het verhaal zorgen voor weinig betrokkenheid bij de kijker. Toch heeft de film wel zo zijn grappige momenten, waaronder een wellicht door Michael Jackson’s ‘Thriller’ geïnspireerde scène waarin een door een geest bezeten lid van de groep in een breakdance-battle verzeild raakt met enkele argeloze, maar fanatieke dansers. Voorbijgangers blijven staan en kijken vol plezier toe, totdat de jongen ineens tegen de muur en het plafond gaat aanlopen en hun monden open vallen… Scènes als deze maken een onzinfilm als ‘The Eye… Infinity’ nog enigszins genietbaar. Toch moet geconcludeerd worden dat deze sequel een mislukt experimentje is, en dat de gebroeders Pang deze serie maar beter vaarwel kunnen zeggen, voordat er daadwerkelijk ideeënmoeheid op gaat treden. Voorlopig lijken ze echter nog goede moed te hebben, gezien de aangekondigde ‘The Eye 3’ voor 2008. Gelukkig dan maar dat ze hiernaast nog voldoende andere filmprojecten hebben om zich mee bezig te houden. Want in zijn geheel afscheid nemen van Oxide en Danny Pang zou wel degelijk een gemis zijn voor de filmwereld.
Bart Rietvink