The Fourth Estate (2018)

Recensie The Fourth Estate CinemagazineRegie: Liz Garbus | 87 minuten | documentaire

“Fake news!” Als er een term is die de laatste twee jaar aan populariteit heeft gewonnen dan is het wel deze. Onder de vaste ontvangers is ook The (“Failing”) New York Times. De krant is samen met The Washington Post goed voor veel verhalen rondom Trump en Rusland. En dit tot duidelijk ongenoegen van de president, die overigens een levenslange obsessie met de krant blijkt te hebben.

Trump en The New York Times zijn duidelijk elkaars yin en yang en deze onderlinge afhankelijkheid is het onderwerp van de vierdelige documentairereeks ‘The Fourth Estate’. Documentairemaakster Liz Garbus (onder meer bekend van ‘What Happened, Miss Simone?’) neemt een kijkje achter de schermen vanaf de inauguratie van Trump. Aflevering 1 is getiteld ‘The First 100 Days’ en toont dus de opstartperiode van de Trump-administratie gezien vanuit de nieuwsmakers. Garbus heeft interviews met de sterverslaggevers, hoofdredactie en redacteuren en ze volgt het nieuwsproces op de voet.

Dit levert een interessant kijkje in de keuken op. Wat de maakster vooral wil duidelijk maken in de eerste aflevering is dat de journalisten zich nog niet veel raad lijken te weten met de nieuwe situatie. Ze zijn aan het schaduwboksen. Ze delen wel klappen uit maar hun “tegenstander” lijkt er niet door geraakt. Hoe ga je als traditioneel dagblad om met machthebbers die niet spelen volgens de regels? Deze vraag lijkt de basis van waaruit Garbus is gestart en waar ze regelmatig naar terugkeert.

Daarnaast zijn er nog genoeg andere onderwerpen die aan bod komen. Zo is de concurrentiestrijd met The Washington Post een thema, net zoals de impact van het werk op de verslaggevers. Dat wordt heel duidelijk geïllustreerd door een scène waarin Jeremy Peters een congres van conservatieven bezoekt. In een interview met een bezoeker, wordt Peters met een angstaanjagende vanzelfsprekendheid de vijand genoemd om daarna tijdens een speech van Trump te worden benoemd als vijand van het volk. De camera is dan mooi dichtbij Peters en het ongemak is tastbaar.

Aflevering 2 begint met het ontslag van FBI-directeur James Comey. De ultieme verbazing die dat veroorzaakt bij de journalisten is typerend voor het tweede deel. Ze weten soms echt niet wat ze met de nieuwe situatie aan moeten en traditionele vormen van journalistiek lijken niet bestand tegen de “Trump-storm”. Die zoektocht heeft ook zijn weerslag op de bedrijfsvoering. In deel 2 zien we een tijdelijke werkonderbreking als gevolg van de beslissing van de hoofdredactie om meer onderzoeksjournalisten aan te nemen ten koste van redacteuren en copywriters. Wil The New York Times echter relevant blijven en kunnen opboksen tegen nieuwe krachten dan is dat een noodzakelijk kwaad.

Deel 3 is het heftigste deel van alle afleveringen. Het begint met de verbijsterende gebeurtenissen in Charlottesville waar een neo-nazi inrijdt op een menigte. De impact van deze gebeurtenis is het kader waarbinnen de rest van de gebeurtenissen bekeken moet worden. En binnen dat kader is de reactie van Trump bizar. Hij veroordeelt de extreemrechtse groeperingen niet, maar neem het (in bepaalde mate) voor ze op. De ontluistering die dit oproept is bij de journalisten haast tastbaar. Dit gevoel blijft over de hele aflevering sluimeren.

De laatste aflevering voelt als meer van hetzelfde en is op die manier een perfecte metafoor voor de situatie in ‘The Fourth Estate’. Als kijker sta je eigenlijk een stuk minder stil bij de gekte waarbinnen de journalisten hun werk moeten doen. Het voelt als “business as usual”, terwijl als je er wat langer over nadenkt de hele situatie te gek voor woorden is. Het is knap dat de verslaggevers van The New York Times zo hun werk blijven doen.

Want dat is eigenlijk wat het meeste blijft hangen: de passie waarmee de journalisten hun werk doen. Het jagen op nieuws, het werken onder strikte deadlines, het doen van maatschappelijk relevant werk: alles wordt vol overgave gedaan. Het wordt niet zo direct uitgesproken maar het is bijna elke scene voelbaar. Dat is gelijk ook een kritiekpuntje op de documentaire. Het voelt wel een beetje als “grandstanding”: de serie lijkt namelijk (ook) gemaakt om de journalisten en het instituut te vereren. Zeker de slotscène draagt zijn steentje aan bij. Dat is wellicht het Amerikaanse sausje over een documentaire die inhoudelijk zeker interessant genoeg is.

Ton te Slaa

Waardering: 3.5