The French Dispatch (2021)

Recensie The French Dispatch CinemagazineRegie: Wes Anderson | 108 minuten | komedie, drama | Acteurs: Léa Seydoux, Timothée Chalamet, Christoph Waltz, Saoirse Ronan, Jeffrey Wright, Anjelica Huston, Adrien Brody, Owen Wilson, Edward Norton, Tilda Swinton, Elisabeth Moss, Willem Dafoe, Bill Murray, Benicio Del Toro, Rupert Friend, Frances McDormand, Alex Lawther, Liev Schreiber, Henry Winkler, Jason Schwartzman, Mathieu Amalric, Griffin Dunne, Bob Balaban, Toheeb Jimoh

‘The French Dispatch’ valt zo maar op je deurmat met Bill Murray als zachte grombeer en maandbladredacteur Arther Howitzer Jr., Tilda Swinton als flamboyante superacademicus J. K. L. Berendsen, Jason Schwartzman als neuzelende Hermes Jones, Liev Schreiber als het broertje van Dick Cavett, Saoirse Ronan als cynische First Showgirl, Timothée Chalamet als studentennozem (Franco) Zeffirelli, Adrien Brody als slinkse zakenman Julian Cadazio, Owen Wilson als gonzo journalist op de fiets Herbsaint Sezerac; Edward Norton als The Chauffeur; Benicio Del Toro als lijdende kunstenaar Moses Rosenthaler; Lea Seydoux als strenge muse Simone (de Beauvoir); Frances McDormand als vliegende reporter Lucinda Krementz; Lyna Khondri als Anne ‘Juliette’ Wiazemsky; Jeffrey Wright als literator Roebuck Wright; Mathieu Amalaric als sluwe Commissaire; Stephen Park als meester chef Lieutenant Nescafier; Christopher Waltz als terloopse opvulling Paul Duval; Elisabeth Moss als behang Alumna; Willem Dafoe als Albert the Abacus; Bob Balaban als de onuitgenodigde Uncle Nick, et cetera, et cetera.

De nieuwe van Wes Anderson is een virtuoze opsomming van een gevestigd oeuvre. Zijn vaste groep aan acteurs, die alleen maar lijkt uit te dijen, krijgen allemaal hun moment in de schijnwerpers. Ook al bestaan sommige rolletjes slechts uit een deel van een visuele grap in de rechterbovenhoek van ‘Where’s Waldo?’- achtige beeldcomposities.

Minstens even belangrijk is de crew achter de schermen bij dit droogkomische verhalendoolhof. Naast dat Schwartzman (neefje van Francis Ford Coppola) vaak als een personage opduikt, was hij voor de derde keer co-schrijver van een Anderson film. Wederom staat de inmiddels zeventigjarige Robert Yeoman garant voor de uiterst nauwgezette cinematografie. Ooit werkte Yeoman tweemaal voor William Friedkin, de maker van onder andere ‘The Exorcist’ (1977), en met regisseur Gus van Sant op ‘Drugstore Cowboy’ (1989). Tevens mag artdirector, en generatiegenoot van Wes, Adam Stockhausen niet onbenoemd blijven. Sinds ‘Moonrise Kingdom’ (2012) zorgt hij voor de miniatuurachtige sets. Stockhausen deed ook production design voor ‘Twelve Years a Slave’ (Steve McQueen, 2012) en werkt tegenwoordig vaker met Steven Spielberg. Daarnaast pendelt editor vaste Andrew Weisblum tussen projecten van Anderson en Darren Aronofsky, van ‘Fantastic Mr. Fox’ (2009) naar ‘Black Swan’ (2010) en van ‘Mother!’ (2017) naar ‘Isle of Dogs’ (2018). Deze mensen behoren daarmee niet alleen tot de Anderson-kliek maar in hun specialisatie ook tot de crème de la crème van Hollywood.

De professionele vastigheid zorgt dan ook weer voor een aangenaam bioscoopbezoek. Je kan je heerlijk vergapen aan de gekke typetjes en snorren, ingenieuze sets en licht absurde cartooneske situaties. In de achtergrond draait de film om drie verhalen uit een maandelijks uitgegeven literaire blad à la The New Yorker. Daar mogen de groten der aarde, mocht je geïnteresseerd zijn in literatuur, in alle vrijheid schrijven over de vaste kok van de Parijse gendarmerie, een tot moordenaar veroordeelde kunstenaar en de studentenprotesten in het L’Ennui van de jaren zestig. Echter de plot doet er bijna niet toe, want nog meer dan Andersons vorige werk leeft ‘The French Dispatch’ van maffe en uitgekiende visuele terzijdes en ontelbare referenties naar kunst, cultuur en zichzelf.

De triptiek aan verhalen staat bol van bitterzoete herinneringen aan een tijd en plaats die niet meer is. En de vraag of die wereld in ‘The French Dispatch’ enigszins gegrond is in onze werkelijkheid, is niet relevant. Deze productie toont namelijk een zeer nostalgische versie van een wereldstad aan de Seine en lijkt puur ingegeven door filmherinneringen. De stad in de film heet niet voor niks L’Ennui. Als Frans regisseur Jean-Luc Godard de primaire kleuren niet zo obsessief in zijn werk had toegepast, had bijvoorbeeld het segment over studentenprotesten ‘Revisions to a Manifesto’ misschien wel nooit bestaan. ‘The French Dispatch’ verlangt bovendien hartstochtelijk naar de weemoedige cinema van Marcel Carné en Jacques Prévert (‘Le jour se lève’, 1939) en de speelse films van Jacques Tati (‘Playtime’, 1967, en ‘Mon oncle’ 1958).

Niet geheel onverwacht biedt ‘The French Dispatch’ nauwelijks pathos, is het bijna even dun als een stripboek. Amerikaanse stripmakers bewandelen maar wat graag de overstap naar 3D Hollywood, Anderson lijkt wel de andere kant op te waaien, terug naar één van de wortels van cinema, het 2D storyboard. Bovendien waar gaat dit privé-feestje eigenlijk over behalve de fetisj voor alles wat met nostalgie bejegend kan worden? Trekt Wes Anderson zich niet net als generatiegenoot Quentin Tarantino steeds meer terug in zijn persoonlijke speeltuin? Telkens krijg je hetzelfde opgediend gerecht, maar dan net even wat anders gekruid. Waar is hier de uitdaging voor de kijker?

Toch zakt de film niet als een plumpudding in elkaar. ‘The French Dispatch’ is namelijk ongekend vaardig geflambeerd. Het is zo luchtig dat het met een vleugje drank makkelijk verteerbaar is. Zelfs de licht emotionele chaos van weemoed is op een manier gecalculeerd dat het niemand zal verontrusten. Mocht je daarom alweer vergeten zijn hoe vederlicht een Anderson is, is deze film wederom een bevestiging (wel nog niet eerder vertoond zijn het expliciete naakt en stripachtig grof geweld!). Zodoende is ‘The French Dispatch’ een ultieme compilatie van Andersons oeuvre, een plaatjesboek van buitengewone proporties. Tot de volgende arriveert natuurlijk.

Roy van Landschoot

Waardering: 3

Bioscooprelease: 21 oktober 2021