The Garden of the Finzi-Continis – Il giardino dei Finzi Contini (1970)

Regie: Vittorio De Sica | 94 minuten | drama, oorlog, geschiedenis | Acteurs: Lino Capolicchio, Dominique Sanda, Fabio Testi, Romolo Valli, Helmut Berger, Camillo Cesarei, Inna Alexeievna, Katina Morisani, Barbara Pilavin, Michael Berger, Ettore Geri, Raffaele Curi, Gianpaolo Duregon, Marcella Gentile, Cinzia Bruno, Alessandro D’Alatri, Camillo Angelini-Rota, Enzo Nigro, Eugene Pomeroy, Joshua Sinclair, Katina Viglietti

Vittorio De Sica geldt als een van de grote meesters van de Italiaanse neorealistische cinema. In de jaren veertig, vijftig en begin jaren zestig maakte hij een hele reeks indrukwekkende films, waarvan ‘Ladri di biciclette’ (1948), ‘Umberto D.’ (1952), ‘La Ciociara’ (1960) en ‘Ieri, Oggi, Domani’ (1963) de bekendste zijn. Daarna leek het erop dat de meester zijn genialiteit wat verloren was, want de films die volgden haalden niet meer het niveau van zijn eerdere werk. Sterker nog, de ooit zo bewonderde De Sica werd weggezet als een smakeloze meester van vaudeville. Eén van de uitzonderingen op de regel was ‘The Garden of the Finzi-Continis’ uit 1970. Want hoewel ook die film toch wat bleekjes afsteekt naast een meesterwerk als ‘Ladri di biciclette’, toonde De Sica nog eenmaal zijn klasse met deze barokke politieke romance die hem de Oscar voor beste buitenlandse film opleverde.

Het verhaal speelt zich af tijdens de bloeiperiode van dictator Benito Mussolini, eind jaren dertig. De rechten van joden worden steeds verder ingeperkt. Zo mogen ze niet meer lid worden van sportverenigingen. De steenrijke familie Finzi-Contini, die leeft op een landgoed dat is afgesloten van de buitenwereld, nodigt jongeren uit de buurt uit om in hun tuin te komen tennissen, met dochter Micol (Dominique Sanda) en zoon Antonio (Helmut Berger). De joodse familie sluit zich af voor de werkelijkheid. Door zich angstvallig op te houden binnen de eigen muren, hopen de Finzi-Contini’s het oorlogsgeweld te kunnen ontlopen. Eén van de jongeren die komt tennissen is Giorgio (Lino Capolicchio), die al sinds zijn jonge jaren heimelijk verliefd is op de charismatische en enigmatische Micol, maar die liefde lijkt zij niet te willen beantwoorden. Ze houdt alles en iedereen ‘van buiten’ op een afstand, bang voor het dreigende gevaar.

‘The Garden of the Finzi-Continis’ schetst het beeld dat machtige, rijke joden aan het eind van de jaren dertig hadden dat als ze zich ver hielden van politiek en maatschappij en zich stil hielden, ze zich aan de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog konden onttrekken. Ten onrechte, zo ontdekt ook de familie Finzi-Contini. Maar ze werpen pas op het allerlaatste moment hun oogkleppen af. De Finzi-Continis  zijn anders dan de andere joden in Ferrara. ‘Ze zijn niet zoals wij, ze lijken niet eens joods’, aldus Giorgio’s vader (Romolo Valli). Generaties van rijkdom, privileges en sociaal aanzien hebben hen gemaakt tot een geslacht dat van de buitenkant onschendbaar lijkt, maar eigenlijk enorm kwetsbaar en week is. Ze hebben geen idee wat er om hen heen gebeurt, of willen het simpelweg niet weten. De Sica zet de kijker op het verkeerde been door heel dromerig en poëtisch te filmen, met een softe lens en in zachte tinten. ‘The Garden of the Finzi-Continis’ lijkt daardoor nauwelijks op zijn eerdere, veelal neorealistische werk. Het lijkt er soms zelfs op alsof De Sica’s collega Giovanni Visconti ermee aan de haal is gegaan.

Door zo’n geïsoleerde familie de hoofdrol te laten spelen, creëert De Sica wel de nodige afstand. Het wordt niet eenvoudig gemaakt om met de personages mee te leven. De romantische gevoelens die Giorgio heeft voor de ijzige blondine Micol komt daardoor ook niet uit de verf. Hoe mooi De Sica zijn film ook presenteert – want op dat vlak zit het wel goed – een hart en een ziel ontbreken. Je weet dat de personages verre van leeg zijn, maar door hun kilheid en afstandelijkheid blijft onduidelijk wat zich precies in hen omgaat. Zelfs tegen het einde, wanneer de muur die de Finzi-Continis om zichzelf heen hebben gebouwd langzaam afbrokkelt, blijft de emotionele impact die de gebeurtenissen hebben op de kijker beperkt. De grotendeels jonge cast acteert naar behoren. Ze hebben de opdracht gekregen om ingetogen te spelen, en twijfel en onwetendheid uit te stralen en dat doen ze dan ook. Het publiek echt ‘prikkelen’ doen ze daarmee niet. Alleen Lino Capolicchio steekt als Giorgio, de enige met enig politiek bewustzijn, zo af en toe zijn hoofd boven het maaiveld uit, de anderen stevenen murw en onwetend op hun onvermijdelijke ondergang af.

Over de Tweede Wereldoorlog is al genoeg gezegd en geschreven, maar Vittorio De Sica toont met ‘The Garden of the Finzi-Continis’ een nieuwe invalshoek en alleen daarom al verdient hij lof. De film heeft bovendien een duidelijke boodschap: ongeacht afkomst, intelligentie, rijkdom of aanzien – niemand is onschendbaar in een tijd waarin kortzichtigheid en intolerantie heersen. ‘The Garden of the Finzi-Continis’ is niet De Sica’s beste werk, daarvoor zijn de personages te afstandelijk. Maar na acht magere jaren was het voor de Italiaanse meester wel eindelijk weer eens een klein hoogtepuntje.

Patricia Smagge