The Ghostmaker – Box of Shadows (2011)

Regie: Mauro Borrelli | 91 minuten | horror, science fiction, thriller | Acteurs: Aaron Dean Eisenberg, Liz Fenning, J. Walter Holland, Jared Grey, Domiziano Arcangeli, Jeffrey Damnit, Hans Uder, Wes Aderhold, Ruby Staley, Desmond Lawrence, Ford Austin, Edy Ganem, Scott Svatos, Gregory Chandler, Edoardo Beghi, Naomi Ueno, Matthias Balke, Paul Louis Harrell

Het uitgangspunt van ‘The Ghostmaker’ is op zich best aardig – hoewel in praktische zin niet heel origineel – maar er wordt helaas weinig verrassends mee gedaan. En dat terwijl er legio aan enge, spannende situaties mee te bedenken zijn. Er worden wat uitgekauwde fantasieën beleefd door de waaghalzen in de film – diefstal, en het bespieden van een mooie (en soms naakte) vrouw – maar het griezelige potentieel van de bijna-dood-ervaringen en het gegeven dat er door de gebruikers van de geestmachine een soort pact met de duivel wordt gesloten, wordt helaas niet voldoende uitgebuit.

‘The Ghostmaker’ begint best prikkelend met de vondst van een mysterieuze doodskist die eenieder die erin gaat liggen een kijkje aan gene zijde kan bieden. Kyle (Aaron Dean Eisenberg), de jongeman die het ding bij een schoonmaakklus bij een oud vrouwtje vindt, wil het antieke object in eerste instantie via internet verkopen, maar ontdekt dat er een ingewikkelde, uitgebreide mechaniek met raderen verstopt zit in de kist, dat ook nog eens muziek maakt als je een bijbehorende sleutel omdraait. Kyle trommelt snel zijn vrienden Sutton en Platt op, en deze laatste komt erachter dat de kist eeuwen geleden gemaakt is door iemand die tot de brandstapel is veroordeeld omdat hij een apparaat wilde maken dat mensen kon laten ervaren hoe het is om dood (of een geest) te zijn, zonder ook echt te sterven. Of liever: door weer veilig terug te keren naar het land der levenden.

Uiteraard is dit gevaarlijk, maar na een goudvis, zonder fatale gevolgen, te hebben laten proefdraaien in de kist, besluiten de vrienden om ook allemaal plaats te nemen in het duivelse apparaat om eventjes schijndood te kunnen zijn. Het blijkt allemaal redelijk goed te werken. Ze worden eventjes een geest (wazig, en voorzien van een blauwe gloed), kunnen uit de kist stappen, en een minuut, of hoogstens twee, rondwandelen waar ze maar willen. Platt is de enige verstandige en gaat na de eerste keer niet meer de kist in vanwege potentiële gevaren. Maar natuurlijk kunnen de anderen, ondanks plechtige beloftes, het niet laten, om nog wat te experimenteren. Met alle gevolgen van dien.

Zoals gezegd wordt het centrale idee van de film onvoldoende uitgewerkt. Om te beginnen is het een beperking dat de episodes in de kist (en dus de rondzwervingen als geest) maar zeer kort duren. Toch slagen de mannen erin om ineens kilometers verder te verschijnen dan daar waar de kist zich bevindt. Hoe dit kan, wordt niet uitgelegd, maar deze vrijheid zorgt er niet voor dat de makers ineens veel creatieve of spannende episodes weten te creëren. Zo ongeveer het engste in de film het feit dat de vrienden achtervolgd worden door een soort magere Hein, omdat ze met de dood hebben gespeeld. De theorie is dat ze hun dood hebben omzeild en dat daarom, net als in de ‘Final Destination’-films, de dood nu naar ze op zoek is. De verschijningsvorm van de dood is echter allesbehalve huiveringwekkend – met één normaal oog en voor de rest radertjes in zijn gezicht – waarschijnlijk vanwege het beperkte budget van de film. Het helpt verder ook niet dat de blu-ray disc van de film niet de originele beeldverhouding bevat, wat het geheel een goedkoper uiterlijk geeft dan het waarschijnlijk in werkelijkheid heeft.

Verfrissend is wel dat de belangrijkste personages helemaal niet sympathiek zijn. Kyle profiteert financieel van zijn kamergenoot Sutton, steelt de creditcard van zijn vriendin, en vindt drugs het belangrijkste in zijn leven (wat de andere misstappen verklaart). En het feit dat zowel Kyle en Sutton verslaafd raken aan het gebruik van de kist, is in dat opzicht misschien ook symbolisch op te vatten. Met deze extra laag erbij krijgt de film nog wel enige meerwaarde. Het gebruiken van drugs kan immers ook gezien worden als een uit het lichaam treden. En net als de geest-persona’s voelen drugs-gebruikers zich soms machtiger dan ze zijn, en ontwikkelen ze nare, egoïstische trekjes. Vanuit deze optiek wordt de film zowaar nog interessant. Maar puur als horror bekeken is ‘The Ghostmaker’ een teleurstellende film, die leentjebuur speelt bij ‘Flatliners’, ‘Final Destination’, en ‘The Invisible Man’/’Hollow Man’, maar op vrijwel elk vlak het onderspit delft in vergelijking met deze films. Wat begint als een film met een leuk idee en een boeiend vormgegeven horrorobject, blijkt uiteindelijk een flauwe, opgewarmde hap ratatouille te zijn.

Bart Rietvink