The Great Rift – Great Rift: Africa’s Wild Heart (2010)

Regie: Mike Gunton | 146 minuten | documentaire

De Grote Riftvallei (ook wel bekend als de Grote Slenk of de Grote Afrikaanse Slenk) is een uiterst imponerend stelsel van slenken in oostelijk Afrika. De Grote Riftvallei loopt van Syrië tot Mozambique over een totale lengte van zo’n 6400 kilometer. De slenk varieert in breedte van dertig tot honderd kilometer en in diepte van enkele honderden tot zelfs duizenden meters. In geologische termen wordt een dergelijk slenkenstelsel een rift genoemd, een gebied waar twee tektonische platen uit elkaar bewegen en het landschap op spectaculaire wijze vormgeven. Voor geologen is de Riftvallei dan ook een professioneel lustoord, aangezien het momenteel de enige plaats op aarde is waar actieve riftvorming in een continentale plaat plaatsvindt. Bovendien is de Grote Riftvallei vermoedelijk de bakermat van de mensheid, wat blijkt uit de talloze fossiele hominidenresten die in het gebied zijn gevonden.

Voldoende stof dus voor een interessante documentaire, moet ook de befaamde natuurhistorische afdeling van de BBC hebben gedacht. Vandaar dat het driedelige natuurepos ‘The Great Rift’ in 2010 het levenslicht zag. Thematisch gezien valt de serie uiteen in grofweg twee delen: in ‘Fire’ ligt de nadruk vooral op de geologische geschiedenis van de Grote Riftvallei, terwijl in de delen ‘Water’ en ‘Grass’ vooral de diverse ecosystemen en de bijbehorende, zeer veelzijdige schare aan dierlijke en plantaardige bewoners aan bod komen. We zien bijvoorbeeld dat acaciabomen en grassen op de weidse savannen van Oost-Afrika vaak een verwoede strijd om ruimte uitvechten. Beide plantentypen trekken ook geheel eigen groepen planteneters aan. Gras is de belangrijkste voedselbron voor onder meer gnoes en buffels, terwijl olifanten en giraffen zich liever laven aan de bladeren en de puntige, doornige takken van de acacia’s. Tijdens het bekijken van ‘The Great Rift’ kom je al snel tot de conclusie dat er niet op een pond meer of minder is gekeken om van de serie een exuberant feest voor het oog te maken. Berggorilla’s, olifanten, grote katten, nijlpaarden, chimpansees, geladabavianen en een keurkorps aan onbekendere diersoorten trekken in kraakhelder beeldformaat aan het oog van de kijker voorbij, begeleid door de serene en prettige vertelstem van Hugh Quarshie. Heel leuk zijn bijvoorbeeld de moedercichliden (zoetwatervissen), die bij het geringste teken van onheil hun kroost in de mond stoppen tot het gevaar is geweken.

Meer dan aardig zijn ook de extra stukken aan het eind van elke aflevering, die laten zien wat voor een opgave het wel niet is om kwalitatief hoogwaardige beelden van (vaak schuchtere) wilde dieren te vergaren. De opnamen achter de schermen maken duidelijk dat het leven van een cameraman in de ongerepte wildernis lang niet altijd louter over rozen gaat. Probeer maar eens een groep bavianen te filmen in een aartsduistere grot of een troep overnachtende chimpansees voor de lens te krijgen, zeker als de overnachtingsplek een metershoge boom is. Ook als het aankomt op de klimatologische omstandigheden moet je als lid van een filmcrew wel tegen het nodige natuurgeweld bestand zijn. Verzengende hitte en tropische stortbuien zijn zomaar een paar voorbeelden van beproevingen die een ambitieuze natuurfilmer in de tropen moet doorstaan.

‘The Great Rift’ is een documentaire die naadloos aansluit op de rijke traditie van de BBC als het gaat om het maken van baanbrekende natuurdocumentaires. Adembenemende beelden, onderbouwd door een wetenschappelijk gedegen verhaal. Enig puntje van kritiek is dat het epos op sommige punten misschien iets te summier is, maar het is natuurlijk ook een hele klus om uren aan spectaculair beeldmateriaal terug te brengen tot een verteerbaar geheel van 146 minuten. Verplichte kost voor iedere natuurliefhebber.

Frank Heinen