The Hills Have Eyes (1977)
Regie: Wes Craven | 89 minuten | horror | Acteurs: Susan Lanier, Robert Houston, Virginia Vincent, Russ Grieve, Dee Wallace, Martin Speer, Brenda Marinoff, James Whitworth, Cordy Clark, Janus Blythe, Michael Berryman, Lance Gordon, Arthur King, John Steadman
In diverse horrorfilms worden goedbedoelde adviezen gegeven over de te volgen route door de onwetende toekomstige slachtoffers. Dit duidt er in de regel op dat er in de omgeving iets niet helemaal pluis is. Van dergelijke adviezen is ook hier sprake (don’t take your family back in there, stay on the road…) en al snel blijkt dat dit geen loze woorden waren wanneer de stedelingen stranden op een zijweg en vervolgens door de meest buitenissige figuren worden lastig gevallen.
De horror in ‘The Hills Have Eyes’ wordt, naast de begane moorden en gruweldaden, vergroot doordat het gevaar niet afkomstig is van een van de talloze filmmonsters die ooit in het leven geroepen zijn, maar van.mensen. Mensen van wie in het algemeen verwacht kan worden dat ze een geweten hebben en derhalve medelijden kunnen opbrengen, of in elk geval zich tot op zekere hoogte gebonden voelen aan sociale normen en waardendie hier echter totaal blijken te ontbreken. De schurken zijn hier mensen die letterlijk als wilden zijn opgegroeid in de verlatenheid van de heuvels, deels als holenmensen gekleed gaan en iedere reiziger vermoorden die in hun gebied komt. De film doet denken aan The Texas Chainsaw Massacre waarin een groep jongeren bijna allemaal worden vermoord door een volledig krankzinnige familie. Dat er aan de wilden in deze film, naast hun wildemansbestaan, geestelijk ook wel het een en ander schort blijkt wanneer een van de wilden een gedode stedeling toespreekt (I’m gonna kill your kis, I’m gonna watch your goddamn car rust out.) en de overige wilden instemmend applaudisseren.
De deels bijgelovige wilden maken op een enkele uitzondering geen ontwikkeling door. Ze beschouwen zichzelf als superieur aan de stedelingen en zien hen slechts letterlijk als wild. De wilden zelf echter zijn en blijven niet veel meer dan menselijke beesten. Dat (on)menselijke beestachtigheid geen grenzen kent wordt snel duidelijk uit hun optreden: diverse stedelingen worden als vanzelfsprekend neergeschoten en een ander wordt achteloos gekruisigd en daarna levend verbrand. Dat ze daarnaast kannibalen zijn blijkt doordat een ontvoerde baby wordt aangeduid als thanksgiving turkey, en een stedeling wordt toegesproken met you fatfat and juicy. Ook scheppen ze genoegen in de overige mentale en fysieke kwellingen die ze de stedelingen aandoen. Hun beestachtige gruweldaden en uitspraken roepen slechts weerzin en afschuw bij de kijker op en zorgt dat deze zich volledig met de stedelingen identificeert. De stedelingen maken, om te kunnen overleven, wel de nodige ontwikkelingen door. Door de dood van diverse familieleden en hun ongeloof over het bestaan van de wilden zijn de overlevende stedelingen aanvankelijk lamgeslagen. Met het opgaan van de zon (symboliek voor de overwinning van het goede op het kwade?) verdwijnt hun apathie en slagen ze erin om door een combinatie van valstrikken en geluk de wilden op onder andere een explosieve en verscheurende wijze te stoppen. Bij de gruwelijke manier waarop diverse wilden te grazen worden genomen zal bij de kijker het net goed gevoel overheersen en aldus duidelijk maken dat ook bij hemzelf het laagje beschaving snel weg kan vallen. Het medelijden met de wilden die uiteindelijk toch geen andere manier van leven kennen, zal namelijk ver te zoeken zijn, hoe gerechtvaardigd dit ook mag zijn na de voorgeschotelde gruweldaden van de wilden…
De omgeving is perfect en sfeerverhogend: een stuk woestijn, omringd door heuvels.
Door de afgelegenheid van de nucleair testing site, closed to the public, is er geen hulp van buitenaf te verwachten. Hulp inroepen met de radio kan ook niet doordat het signaal wordt geblokkeerd door de heuvels full of iron rondom. Ondanks de uitgestrektheid van het gebied doet de afgelegenheid ervan en het onvermogen van de stedelingen om eruit te ontsnappen een claustrofobische sfeer oproepen die de dreiging ten goede komt.
Waar vraagtekens achter gezet kunnen worden is de geloofwaardigheid van het bestaan van een dergelijke troep wilden. Ook het feit dat ze tientallen jaren iedereen kunnen afmaken die in hun gebied komt, moet toch her en der vermoedens doen rijzen. Het aantal slachtoffers moet, ondanks de afgelegenheid van het gebied, immers toch onderhand in de vele tientallen lopen. Ook de ommekeer van een van de wilden is moeilijk verklaarbaar. De wilde in kwestie kent alleen de omgeving en de manier van leven waarin ze is opgegroeid. Dat ze bij haar wildenfamilie weg wil en vervolgens de kant van de stedelingen kiest is voor haar doen dan ook wel erg beschaafd te noemen
Een vrij onbekende, maar opvallend goede horrorfilm. De gruweldaden van de wilden zijn op zich al weerzinwekkend genoeg, maar hun totaal en volslagen gebrek aan menselijkheid en normen en waarden maken het geheel des te luguberder en angstaanjagender. Er wordt goed gebruik gemaakt van de donkerte van de nacht om de dreiging van de wilden te vergroten. De onzekerheid over wanneer en vooral op welke gruwelijke wijze de wilden toe zullen slaan houdt de spanning erin, alsmede de vraag over hoe de overlevende stedelingen het gevecht met hen aan zullen gaan. Een film die zorgt dat de meeste reizigers in verlaten woestijnachtige streken goedbedoelde route-adviezen ter harte zullen nemen en niet van de hoofdweg af zullen gaan wanneer daar geen dringende reden voor is en waarschijnlijk ook niet als dat wel het geval is.
Frans Buitendijk