The Human Condition III: A Soldier’s Prayer – Ningen no jôken III (1961)
Regie: Masaki Kobayashi | 190 minuten | drama, oorlog, geschiedenis | Acteurs: Tatsuya Nakadai, Michiyo Aratama, Yusuke Kawazu, Tamao Nakamura, Chishu Ryu, Taketoshi Naitô, Reiko Hitomi, Kyôko Kishida, Nobuo Kaneko, Fujio Suga, Keijiro Morozumi, Hideko Takamine
Het derde en laatste deel van Kobayashi’s oorlogs-trilogie is het eind van de lange weg die protagonist Kaji (Tatsuya Nakadai) heeft bewandeld. De idealistische voormalige klerk is getekend door de gruwelijke gebeurtenissen uit de voorgaande twee delen, maar zijn sterke geest houdt hem nog op de been. In ‘The Human Condition III: A Soldier’s Prayer’ legt Kobayashi Kaji’s epos vakkundig ter ruste. De hoogstaande cinematografie van de eerste twee delen wordt overtroffen en de emotionele ontlading op het einde is groot.
Waar waren we gebleven? Kaji heeft het gevecht met de Russische tankeenheid aan het einde van ‘The Road To Eternity’ overleefd. Hoewel bijna zijn complete regiment is uitgeroeid zwerft Kaji met een paar medesoldaten rond op de uitgestrekte vlakten van Mantsjoerije. Onderweg komt hij Japanse vluchtelingen tegen die jarenlang in het bezette gebied hebben gewoond en gewerkt. Kaji heeft zich inmiddels ontpopt tot een bekwaam leider en voert de groep aan. Voedsel is echter schaars, en zo gemakkelijk als zich nieuwe mensen bij de groep voegen, zo gemakkelijk sterven ze ook onderweg, verzwakt door ondervoeding.
Langzaam dringt het tot Kaji en de manschappen door dat de oorlog nu definitief voorbij is. Het Japanse leger bestaat niet meer. Slechts enkele losse regimenten voeren een guerrilla-oorlog tegen de talloze Russen die de Chinese provincie hebben bezet. Kaji besluit stug door te marcheren naar Zuid-Mantsjoerije, op weg naar huis, weg van de oorlog, weg van dit leven. Hij ontfermt zich over zijn jonge discipel Terada (Yusuke Kawazu).
Hun omzwervingen leiden uiteindelijk naar een verlaten kamp waar een groot aantal vrouwen zitten te wachten op verlossing. Verlossing die niet geboden kan worden door Kaji, als hij zich gevangen laat nemen door de Russen in de hoop naar huis te kunnen. Maar vrijheid zit er niet in voor Kaji. Hij wordt aan het werk gezet op een goelag en voert daar nog steeds een strijd voor zijn overtuigingen. Zijn geest breekt uiteindelijk als alles waar hij voor heeft gevochten uiteenspat in zijn gezicht. Een gebroken man is alles dat rest.
Het laatste deel voelt als zitten in een auto die op een betonnen muur afscheurt. Het wordt nergens vrolijker en nergens glooit hoop aan de horizon. Anders viel ook bijna niet meer te verwachten. In tegenstelling tot het tweede deel zijn de drie uren van ‘A Soldier’s Prayer’ nauwelijks merkbaar omdat het verhaal sterker absorbeert dan ooit te voren. Nakadai maakt zijn performance compleet door ook als soldaat, en later compleet uitgeholde Kaji te overtuigen. Als het drama zijn hoogtepunt bereikt maakt het ongemakkelijke gevoel van de afgelopen uren plaats voor iets anders: begrip.
Kijkend naar de laatste seconden van ‘The Human Condition III: A Soldier’s Prayer’ wordt het duidelijk dat ‘Ningen no jôken’ meer is dan ‘slechts’ een sterke aanklacht tegen de oorlog. Als een arbeider in de goelag tegen Kaji zegt “Krankzinnige omstandigheden vragen om een krankzinnig leven” snijdt hij tot de kern van de hele trilogie. ‘Ningen no jôken’ laat zonder meer zien dat mensen door omstandigheden gedwongen worden om woorden te spreken, acties te ondernemen, en gevoelens te voelen die ze niet voor mogelijk hadden gehouden in een andere tijd. Bij uitstek Kaji zelf, die ironisch genoeg zelf zijn grootste vijand is. En ten ondergaat aan zijn idealen.
Caspar Kraaijpoel