The Ipcress File (1965)

Regie: Sidney J. Furie | 109 minuten | thriller | Acteurs: Michael Caine, Nigel Green, Guy Doleman, Sue Lloyd, Gordon Jackson, Aubrey Richards, Frank Gatliff, Thomas Baptiste, Oliver MacGreevy, Freda Bamford, Pauline Winter, Anthony Blackshaw, Barry Raymond, David Glover, Stanley Meadows

James Bond was niet de enige Britse geheim agent die in de jaren zestig een impact had op de filmwereld. In veel opzichten kan Harry Palmer, de door Michael Caine gespeelde Britse spion uit ‘The Ipcress File’ (1965), de absolute tegenpool van Bond genoemd worden. Toch werden ze door dezelfde man op het witte doek gebracht: filmproducent Harry Saltzman. Saltzman was een theater- en filmproducent die meer bekend stond om zijn avontuurlijke instelling dan om zijn commercieel inzicht. Zakelijk was hij geen succes, maar toen hij Ian Fleming 50.000 Engelse pond betaalde voor een optie op de filmrechten van ‘Dr. No’ nam hij een gok die zich dubbel en dwars uitbetaalde. Zo gek was het dan ook niet dat Saltzman een jaar later eveneens de filmrechten kocht van Len Deighton’s succesvolle spionageroman ‘The Ipcress File’.

In ‘The Ipcress File’ wordt legersergeant Harry Palmer (Michael Caine) om disciplinaire redenen door zijn minachtende baas Ross (Guy Doleman) uit zijn functie gezet. Hij mag kiezen: of een tijdje de cel in, of een andere baan. Hij kiest uiteraard voor de tweede optie en wordt verplaatst naar een speciale eenheid, onder leiding van Dalby (Nigel Green). Vanuit een gammel gebouw dat er aan de buitenkant uitziet als een arbeidsbureau, houdt de eenheid zich bezig met het oplossen van een mysterie. De afgelopen tijd zijn diverse wetenschappers spoorloos verdwenen. Aan Palmer de taak het laatste slachtoffer, Dr. Radcliffe (Aubrey Richards) op te sporen en heelhuids terug te brengen. Hij lapt de regels die hem van hoger hand worden opgelegd aan zijn laars en gaat op avontuur. Zijn grootste probleem is echter dat hij niet weet welke collega’s hij kan vertrouwen. Wat doet bijvoorbeeld de bevallige spion Jean Courtney (Sue Lloyd) in zijn huis? En waarom wordt hij achterna gezeten door een Amerikaanse CIA-agent die hem probeert uit de weg te ruimen? Met gevaar voor eigen leven zoekt Harry het uit.

Het boek ‘The Ipcress File’ verscheen in november 1962, vlak na de bioscooprelease van ‘Dr. No’, en werd door critici enthousiast onthaald. Nadat Saltzman en zijn productiepartner Albert R. Broccoli het boek gelezen hadden, vroegen ze Deighton om het scenario voor ‘From Russia with Love’ te schrijven. Deighton ging akkoord, maar zijn versie van het script werd uiteindelijk niet gebruikt. Op zich niet zo vreemd, aangezien zijn realistische spionageromans precies het tegenovergestelde waren van Ian Flemings fantasierijke verhalen. Verwacht in ‘The Ipcress File’ dan ook geen hoofdrolspeler die met aan iedere hand een beeldschone dame ligt te rollebollen op het strand, zoals 007 dat zou doen. Nee, Harry Palmer – er werd voor de oorspronkelijke naamloze held uit de boeken van Deighton met opzet een oersaaie naam gekozen! – doet zijn inkopen gewoon in de supermarkt en verleidt zijn meisje door romantisch voor haar te koken in zijn kleine appartementje. Ten opzichte van Bond, die een succesvolle carrière als spion nastreeft, is Palmer maar een cynische eenling die een bloedhekel heeft aan zijn werk en het als een noodzakelijk kwaad ziet.

Hoewel ‘The Ipcress File’ zich niet alleen inhoudelijk maar ook visueel moest onderscheiden van de Bond-reeks, huurde Saltzman grotendeels dezelfde crew in, waaronder production designer Ken Adam, editor Peter Hunt en componist John Barry. De regie lag in handen van Sidney J. Furie, in de jaren zestig nog een eigenzinnig maar veelbelovend talent met een voorliefde voor extreme beeldcomposities. In ‘The Ipcress File’ kiest hij uitsluitend afwijkende camerastandpunten, waardoor het gevoel van paranoia effectief wordt verhoogd en ‘The Ipcress File’ een uiterst gestileerde film is geworden. Origineel camerawerk dus, maar niet altijd even efficiënt. De plot van de film is in principe van ondergeschikt belang en met name in het eerste uur gebeurt er maar weinig (de slotapotheose is overigens wél zeer de moeite waard).

Het draait namelijk allemaal om hoofdrolspeler Michael Caine, die met speels gemak de aandacht van de kijker – die zonder zijn boeiende vertolking allang had afgehaakt – vasthoudt. Palmer is laconiek, sarcastisch en stoïcijns. Met zijn bril met grof montuur en zijn vette cockney accent is hij niet bepaald het evenbeeld van James Bond. Desondanks straalt Caine een merkwaardig soort charme uit. Harry Palmer heeft bovendien al die technische snufjes waar Bond zo mee loopt te pronken helemaal niet nodig, hij is van zichzelf al cool genoeg! Het waren deze rol en de volgende, als vrouwenversierder Alfie in de gelijknamige film uit 1966, die Caine in de jaren zestig sterrendom bezorgden. De acteur zou in de jaren zestig nog tweemaal in de huid van Harry Palmer kruipen, in ‘Funeral in Berlin’ (1966) en ‘Billion Dollar Brain’ (1967). In de jaren negentig volgden nog twee tv-producties, ‘Bullet to Beijing’ (1995) en ‘Midnight in Saint Petersburg’ (1996).

Wie op zoek is naar James Bond-achtige taferelen met de nieuwste – en zeer ongeloofwaardige – technische snufjes, kan ‘The Ipcress File’ overslaan. Deze film blinkt namelijk niet uit in actie en onrealistische verwikkelingen zoals 007 ze meemaakt. Deze film is intelligenter en soberder dan de films uit de James Bond-reeks. Wie echter wil genieten van een ontspannen kijkervaring en een uiterst coole Michael Caine in een van zijn beste rollen, mag deze film zeker niet laten liggen.

Patricia Smagge

Waardering: 3

Bioscooprelease: 30 september 1965