The Irishman (2019)
Regie: Martin Scorsese | 208 minuten | biografie, misdaad | Acteurs: Robert De Niro, Al Pacino, Jesse Plemons, Anna Paquin, Joe Pesci, Stephen Graham, Bobby Canavale, Harvey Keitel, Jack Huston, Kathrine Narducci, Domenick Lombardozzi, Dascha Polanco, Aleksa Palladino, Ray Romano, Sebastian Maniscalco, Paul Ben-Victor, Jake Hoffman, Sharon Pfeiffer, Stephanie Kurtzuba, Sidnei Barboza
Je zou door alle #ophef van de afgelopen tijd bijna vergeten dat Martin Scorsese zelf nog films maakt. In aanloop naar de première gaf de vermaarde regisseur zijn mening over de immens populaire Marvel-films. Geen cinema, vond Marty, eerder een soort ‘attractiepark’. Het leverde een helse Twitter-storm op, voornamelijk aangezwengeld door in hun ziel gekrenkte Marvel-fanaten. Scorsese kwam daarmee al dan niet bewust in het middelpunt van de belangstelling te staan. En dat terwijl de ontstaansgeschiedenis van zijn eigen cinematografische werk ‘The Irishman’ met het oog op de toekomst van de filmindustrie op zichzelf veel interessanter was.
Geen filmstudio durfde het aan om dit project voort te zetten: te duur; te risicovol; te onzeker. Nog los van het feit dat de film met een lengte van drieëneenhalf uur afwijkt van de gulden standaard, wilde Scorsese per se dat de personages in de talloze flashbacks gespeeld werden door dezelfde acteurs. Daarvoor was een digitale verjongingstechniek nodig, en daarmee ook een budget van zo’n 150 miljoen dollar. Dat bleek in onzekere tijden in filmland een te groot risico (kijk voor een recent voorbeeld maar naar het hopeloos geflopte ‘Gemini Man’, met een digitaal verjongde Will Smith)
Maar toen was daar Netflix als Scorsese’s verlosser, gretig als de streamingsdienst is om de collectie aan te vullen met nieuw werk van levende legendes. Maar daarbij diende de eeuwige streamingsparadox zich al snel weer aan: geweldig dat dit project van de grond is gekomen; jammer dat de mogelijkheden om dit monumentale misdaad-epos in de bioscoop te zien zo beperkt zijn.
Veel kijkers zullen de film daarom waarschijnlijk opsplitsen in meerdere kijkbeurten, omdat een zit van drieëneenhalf uur mogelijk te intens lijkt. Daarom een korte instructie: Les 1: kijk waar de film in de bioscoopzaal draait en koop zo snel mogelijk een kaartje. Les 2: kijk de film in één keer uit, eventueel met een paar (ultrakorte) plaspauzes. ‘The Irishman’ is immers een klassiek filmisch epos dat het absoluut verdient om in één keer bekeken te worden, het liefst op een zo groot mogelijk scherm.
Inspiratie voor ‘The Irishman’ haalde Scorsese uit ‘I Heard You Paint Houses’, een non-fictieboek over Frank Sheeran (Robert De Niro), die decennialang als ‘klusjesman’ werkte voor de Italiaanse maffia, onder de hoede van hoge maffiabaas Russell Bufalino (Joe Pesci, terug uit zijn ‘acteerpensioen’). Begin jaren zestig brengt laatstgenoemde hem in contact met razend populaire vakbondsleider Jimmy Hoffa (Al Pacino). Sheeran wordt Hoffa’s persoonlijke bodyguard, totdat de broze coalitie tussen maffia en vakbond langzaam scheurtjes begint te vertonen, en Sheeran verstrikt raakt tussen de twee kampen.
Het is niet vreemd dat Sheerans verhaal de regisseur inspireerde, want deze ultieme middle man is in alles een klassiek Scorsese-personage: hij beweegt zich voornamelijk op de achtergrond en ziet zich vaak geconfronteerd met machtsspelletjes die hem boven de pet gaan. Een capo wordt hij nooit, hij blijft de man achter andere mannen, vooral bezig met het opknappen van ‘vuile’ klusjes. En welk gezicht leent zich hier beter voor dan het onpeilbare gezicht van De Niro? Zijn morele kompas wordt enkel voorzichtig aangezwengeld door zijn vervreemde dochter Peggy (Anna Paquin, vrijwel de hele film zwijgend, maar daardoor des te indrukwekkender).
De acteurs zijn sowieso in grootse vorm. Pesci maakt een glorieuze rentree als opvallend ingetogen, beheerste maffiabaas: een groot contrast met zijn eerdere, vaak grofgebekte rollen. En toch is het vooral Pacino die de show steelt. De laatste jaren schmierde hij vooral in de verkeerde films die bijna niemand zag, zijn talent vaak verkwistend. Als gedreven vakbondsman schuwt Pacino het uitbundige in ‘The Irishman’ zeker niet, maar uiteindelijk is het vooral Hoffa’s tragiek en extreme bezetenheid die beklijft.
Wat ook opvalt, is de sterke zweem van weemoed en melancholie die over de film hangt. In veel opzichten is ‘The Irishman’ daarmee ook een soort zwanenzang voor de betrokkenen. Scorsese blijft ongetwijfeld films maken, en Pacino en De Niro ogen nog veel te vitaal om te stoppen, maar het is de vraag of ze ooit nog zo zullen floreren als hier. Zie de twee acteerlegendes bijvoorbeeld in pyjama met elkaar discussiëren, en spiegel die aan hun befaamde restaurantscène in ‘Heat’. Het mag er lulliger en aandoenlijker uitzien: aan kracht heeft het nergens ingeboet.
‘The Irishman’ zit daarnaast ook barstensvol verwijzingen naar Scorsese’s eigen oeuvre; plaats de openingsscène maar eens naast de Copacabana-sequentie in ‘Goodfellas’. Ogenschijnlijk heeft ‘The Irishman’ sowieso veel gemeen met zijn ultieme gangsterklassieker, zij het melancholischer, kritischer en tragischer. We zien Sheeran in het laatste deel bijvoorbeeld opvallend lang als hoogbejaarde man die terugblikt op zijn leven. Met verheerlijking van het gangsterbestaan heeft ‘The Irishman’ dan ook ook weinig van doen, het is uiteindelijk de schuldvraag die als een klamme deken om de personages heen hangt.
Wat rest zijn krakkemikkige bejaarden die met weemoed, wrok of wrevel terugblikken op een leven vol (verkeerde?) beslissingen. Gelukkig is dat bij Scorsese zelf niet het geval. ‘The Irishman’ is in veel opzichten een culminatie van al zijn eerdere werk, net zozeer als een (vermoedelijk) laatste krachttoer van de hoofdrolspelers. In ‘The Irishman’ draait het om oude mannen die terugblikken op een leven dat voorbijgaat. Een daadwerkelijke zwanenzang is het hoogstwaarschijnlijk niet, een symbolische des te meer.
Alex Mazereeuw
Waardering: 5
Bioscooprelease: 14 november 2019