The Islands and the Whales (2016)
Regie: Mike Day | 82 minuten | documentaire
De Faeröer-eilanden: onherbergzame lappen land in het Hoge Noorden die aan de ene kant een desolate aanblik bieden, maar door hun ruigheid en ongereptheid tegelijkertijd ook een zekere schoonheid ademen. Omdat op deze barre stukjes aarde amper iets groeit, moet het voedsel hier grotendeels uit de omringende zee worden gehaald. Plaatselijk broedende zeevogels, zoals papegaaiduikers en jan-van-genten, vis en walvissen (vooral grienden) waren ook in het Vikingtijdperk al vaste kost. De traditionele jacht op grienden en zeevogels is door de eeuwen heen behouden, ook nadat moderne transportmiddelen en de globalisering hun intrede deden op de eilanden. Tegenwoordig staat die archaïsche jachttraditie onder druk; een groot deel van de internationale gemeenschap baadt in walging bij het zien van bloedrode wateren waarin grienden worden doodgestoken met primitief aandoende harpoenen, messen en speren, terwijl de wetenschap ook steeds meer bewijzen vindt voor de schadelijkheid van het eten van walvisvlees. Omdat de grienden aan de top van de mariene voedselketen staan, bevatten hun lichamen namelijk veel zware metalen zoals kwik. Een triest gevolg van de vervuiling van de wereldzeeën, die zich vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw in een rap tempo heeft voltrokken.
In ‘The Islands and the Whales’ dompelt filmmaker Mike Day zich onder in de wereld van de Faeröers en probeert hij te achterhalen welke rol de traditionele griendenjacht in de psyche van de plaatselijke bevolking speelt. Het is knap en prijzenswaardig dat de Brit geen partij kiest in het slepende conflict tussen jagers en milieuactivisten, hoewel de beelden en doodskreten van de in het nauw gedreven grienden voor de moderne westerling met een beetje empathie voor andere soorten dan de mens moeilijk verteerbaar zullen zijn. De aanpak van Day levert uiteindelijk een tamelijk genuanceerd beeld op van de eilanders die op walvissen en broedende zeevogels (kuikens incluis) jagen: het zijn niet allemaal hardvochtige barbaren, maar vooral eilanders en gezinsmensen die een diepgewortelde relatie hebben met de zee en trots zijn op hun eeuwenoude, grotendeels zelfvoorzienende levenswijze in een land vol kale heuvels en rotsplateaus dat grotendeels ongeschikt is voor landbouw.
Toch gaat dat beeld van de eilanders die in volstrekte harmonie leven met de natuur ook een beetje mank. De Faeröers hebben veel zegeningen van de technologische vooruitgang namelijk wel degelijk omarmd. Er rijden gewoon auto’s rond op het eiland, terwijl de supermarktschappen en borden op de eettafels ook gevuld zijn met lekkernijen van buitenaf. Voor die contradictie heeft Day soms net wat te weinig oog, een gegeven dat zijn kritische blik soms een beetje in de weg staat en romantisering van de autarkische eilandgemeenschap in de hand werkt.
Het tweede thema dat als een rode draad door ‘The Islands and the Whales’ loopt is medisch van aard. Aan het consumeren van griendenvlees zitten tegenwoordig namelijk nogal wat haken en ogen. We volgen een plaatselijke professor die onderzoek doet naar het kwikgehalte bij eilandbewoners die geregeld een portie walvisvlees verorberen. Zijn conclusie is duidelijk: het eten van grienden is op de lange termijn levensgevaarlijk en kan door de hoge concentratie gifstoffen in het vlees leiden tot hersenkwalen en -beschadigingen. Kinderen die het goedje veelvuldig eten, kampen vaak met een cognitieve groeiachterstand en ontwikkelen ook andere gezondheidsklachten. Hij pleit dan ook, zij het om een heel andere reden dan de activisten van Sea Shepherd, voor het beëindigen van de aloude jacht op de grienden. De reactie van patiënten op de uitkomst dat het kwikgehalte in hun lichaam toch echt aan de gevaarlijk hoge kant is, getuigt van het kortzichtige denken dat zo typerend is voor een groot deel van de mensheid. Een enkeling gaat serieus nadenken over zijn eetgewoonten, maar diverse personen zijn niet van plan om hun leefstijl te veranderen en spreken soms zelfs minachtend over wetenschappelijke ‘prietpraat’.
Esthetisch gezien is er weinig mis met ‘The Islands and the Whales’. Verhalen over het Huldufólk (een mythologisch volk dat zich in de bergen zou schuilhouden) lopen als een rode draad door de documentaire en voorzien de kijker tussen de regels door van de nodige filosofische overpeinzingen. In combinatie met de prachtige plaatjes van het natuurschoon, is het niet moeilijk om onder de indruk te raken van deze oeroude wereld, waarin overleven al eeuwenlang centraal staat. Op informatief vlak is het echter allemaal wat magertjes. Omdat Day overwegend gewone burgers, die zich eigenwijs en een beetje wanhopig vastklampen aan hun oude tradities, aan het woord laat, valt de film vaak in herhaling. Ook de poging om een urgent mondiaal probleem – namelijk de vervuiling van de wereldzeeën – te tackelen, komt niet uit de verf door de benepenheid van de kleine gemeenschap waarbinnen de documentaire zich afspeelt. De Faeröers zijn zonder twijfel meer slachtoffers dan veroorzakers van dit milieuprobleem, maar zullen door hun traditionalistische denkwijze en onvermogen om verandering te omarmen niet gauw met oplossingen komen.
‘The Islands and the Whales’ is een genuanceerde, mooi gefilmde en vaak traag voortkabbelende documentaire. Zeker niet oninteressant, maar ook niet diepgravend, veelzijdig of origineel genoeg om de volle tachtig minuten te blijven boeien. Gevoelige dierenliefhebbers kunnen de prent sowieso beter overslaan, want er worden in deze film nogal wat grienden en zeevogels over de kling gejaagd.
Frank Heinen
Waardering: 3
Bioscooprelease: 30 maart 2017
On demand release (via Picl): 30 maart 2017