The Killing of Kenneth Chamberlain (2020)
Regie: David Midell | 83 minuten | drama, thriller | Acteurs: Frankie Faison, Steve O’Connell, Enrico Natale, Ben Marten, Angela Peel, Tom McElroy, LaRoyce Hawkins, Christopher R Ellis, Anika Noni Rose, Antonio Polk, Dexter Zollicoffer, Kelly Owens, Armando Reyes, Eunice Woods, Daniel Houle, Linda Bright Clay, Kate Black-Spence, Alexander Strong, Nayeli Pagaza
Je kent ze wel, van die acteurs die al jaren trouw en gedegen hun rolletjes spelen, maar zelden de hoofdrol voor zich opeisen. Mensen die hun vak als geen ander bestaan, maar (kennelijk) het beste tot hun recht komen als sidekick of in een andere secundaire rol. ‘Character actors’, worden ze in het Engels genoemd. Bijrolacteurs die ondanks hun bescheiden aanwezigheid in het verhaal, tóch de nodige impact weten te creëren. Soms overstijgen ze daarmee zelfs de lead actor. Gelukkig maar dat bij de meeste belangrijke filmprijzen ook een award wordt uitgedeeld aan bijrolacteurs, want erkenning verdienen ze zeker voor hun werk. Het gevaar van typecasting ligt bij dit soort acteurs overigens wel op de loer; Claude Rains had bijvoorbeeld patent op de rol van gedistingeerd, moreel niet altijd even zuiver heerschap, Christopher Lloyd draaft vaak op als excentriekeling en Frank Vincent kun je uittekenen in de rol van maffioso. Frankie Faison past ook goed in dit rijtje. De ervaren Faison wordt vaak gecast als politieagent of ander figuur met enige vorm van autoriteit. Op zijn palmares prijken prachtige titels zoals ‘Mississippi Burning’, ‘Coming to America’ (beide 1988), ‘Do the Right Thing’ (1989) en ‘The Silence of the Lambs’ (1991 – grappig feitje is dat Faison de enige acteur is die in alle films uit de Hannibal-reeks te zien is). Maar steeds in kleine rolletjes. Daarnaast is hij bekend van zijn rol als de hoge politiebaas Ervin Burrell in de legendarische tv-serie “The Wire”.
Bij hoge uitzondering speelt Faison de hoofdrol in ‘The Killing of Kenneth Chamberlain’ (2020), een bloedstollende dramatische reconstructie van het waargebeurde drama rond Kenneth Chamberlain, een 68-jarige marineveteraan uit White Plains, New York die in 2011 door politiegeweld om het leven kwam. Dit was enkele jaren voordat de Black Lives Matter-beweging op gang kwam (al is dat feitelijk natuurlijk een voortzetting van de protestbewegingen en burgerrechtenorganisaties die in de jaren vijftig en zestig ontstonden), waardoor er wereldwijd heel wat minder aandacht voor was dan voor latere slachtoffers als Trayvon Martin en George Floyd. In de VS leidde de gebeurtenissen echter wel tot verontwaardiging en was de zaak aanleiding voor antiracismedemonstraties. Morgan Freeman, die als producent bij ‘The Killing of Kenneth Chamberlain’ betrokken was, greep de release van de film aan om te pleiten voor hervormingen binnen het politieapparaat. Op het filmfestival van Berlijn van 2021 zei hij: “Na al de berichtgeving rond George Floyd en Black Lives Matter, is dit een film die de zaken terugbrengt tot de kern. We moeten een andere manier vinden om politiewerk te doen in deze samenleving. De politie is er om ons te helpen.” Freeman pleit voor een meer menselijke maat in plaats van uitsluitend strikt de letter van de wet te volgen. “En deze film toont precies aan waarom.”
In de vroege uren van 19 november 2011 ligt Kenneth Chamberlain (Frankie Faison) te slapen in zijn armlastige appartementje. In een ongecontroleerde beweging in zijn slaap zet hij het medische alarmsysteem, dat hij heeft omdat hij hartproblemen heeft, aan zonder dat hij dat door heeft. Als het medische callcenter hem probeert te bereiken, neemt hij niet op; hij slaapt immers nog steeds. De procedure is in dat geval dat de politie aan de deur komt om te checken of alles in orde is. Drie agenten staan niet veel later aan Kenneths deur; sergeant Parks (Steve O’Connell), agent Jackson (Ben Marten) en rookie agent Rossi (Enrico Natale). We merken direct al onderlinge spanningen: Jackson is van het opgefokte, onverdraagzame type, Rossi was voorheen leraar en is heel wat vredelievender van aard (waardoor Jackson hem als slappeling ziet), Parks zit daar ergens ertussenin. Het mag duidelijk zijn dat hij niet verwacht dat deze routine-oproep veel problemen zal opleveren. Kenneth is inmiddels wakker door het gebons op zijn deur en verzekert de agenten dat alles goed is met hem en dat ze weg kunnen gaan. Volgens de procedure (althans, dat zeggen ze) dienen de agenten voor ze vertrekken even binnen te kijken om zeker te weten dat er niks aan de hand is. Omdat Kenneth, die als veteraan (en als zwarte man) de nodige trauma’s te verwerken heeft, wil hij liever de deur niet opendoen. Dat is tegen het zere been van Parks, die vindt dat Kenneth disrespectvol naar de politie is. Zeker wanneer hij de op een haakje staande deur in Parks’ gezicht dichtsmijt. Deze man móet wel iets achter zijn deur verbergen dat het daglicht niet kan verdragen, meent hij. Tijd voor zwaarder geschut om de boel te forceren en Kenneth met brute kracht zijn wil op te leggen.
De titel van de film verraadt al dat het niet goed afloopt met Kenneth; zijn naderende dood hangt als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd. Desondanks weet schrijver/regisseur David Midell de spanning tot grote hoogten op te stuwen. De gebeurtenissen spelen zich in realtime en uitsluitend in Kenneths appartement en voor zijn deur af, maar die beperkte beweegruimte versterken het claustrofobische gevoel dat Kenneth heeft en wij als kijker met hem. Opgesloten zitten in je eigen huis. Opgejaagd worden door de politie zonder dat je iets misdaan hebt en zonder dat je een kant op kunt. Midell maakt Kenneths angst invoelbaar, maar is daarvoor grote dank verschuldigd aan zijn hoofdrolspeler, want Faison is simpelweg briljant. Kenneth is een complex figuur; enerzijds strijdbaar richting de agenten die hem zonder reden uit zijn slaap houden, maar op andere momenten hulpeloos de callbox vastklemmend waaruit gedurende de hele 85 minuten de stem komt van de medewerkster van het medische callcenter die probeert verdere escalatie te voorkomen. Familieleden die hem ongerust opbellen houdt Kenneth af, hij wil niet dat ze zich zorgen om hem maken. Het komt allemaal wel goed. Door zijn trauma’s heeft Kenneth een bipolaire stoornis opgelopen, waardoor hij tegen zichzelf praat (wat de politie dan weer doet vermoeden dat er meer mensen in de woning zijn). Zijn angstaanvallen, zijn hartproblemen; er zijn zoveel redenen die het extra wrang maken dat juist hij in deze situatie belandt. Waarom laten ze hem niet gewoon met rust?
Dat is precies de vraag die constant door je hoofd spookt. Een man die jarenlang gestreden heeft voor zijn land, daardoor ernstige mentale en andere gezondheidsproblemen heeft opgelopen en nu door uitgerekend een stel overijverige wetsdienaars wordt lastiggevallen. Enig minpunt van deze aangrijpende film is de overdadige muziek die nog eens extra aanzwelt op momenten waarop de spanning toeneemt. Dat is echt niet nodig, die spanning voelen we sowieso wel. Ook de handheld camera om de verwarrende staat waarin Kenneth verkeerd voegt weinig toe. Midell had kunnen vertrouwen op de ijzersterke Faison. Als kijker ben je een hulpeloze toeschouwer van het onvermijdelijke dat zijn personage staat te gebeuren. Deze film geeft een van de vele slachtoffers van zinloos politiegeweld in de VS een gezicht: dit is een doodgewone, liefhebbende grootvader, met kunstwerkjes van de kleinkinderen op zijn koelkast en resten van de avondmaaltijd op de salontafel. Een man die door een tragische speling van het lot in een situatie belandde waar hij nooit meer uitkwam. Ons hart huilt voor Kenneth.
Patricia Smagge
Waardering: 4
VOD-release: 6 juli 2022 (Pathé Thuis)