The King of Fighters (2010)

Regie: Gordon Chan | 90 minuten | actie, science fiction, thriller | Acteurs: Maggie Q, Sean Faris, Will Yun Lee, Ray Park, David Leitch, Françoise Yip, Hiro Kanagawa, Bernice Liu, Monique Ganderton, Doug Abrahams, Candus Churchill, Robin Nielsen, Scott Patey, Toshi Haraguchi, Sam Hargrave, Keanu Lam, Mike Dopud

Films gebaseerd op ‘fighter games’ vallen vrijwel altijd tegen. Waar een universum binnen een spel doorgaans goed standhoudt, levert het daarbuiten al te vaak een hoge mate van camp op. Tel daarbij op een zwik volstrekt verkeerd gecaste personages, matige special effects en dialogen om van te huilen en je hebt de kern van de meeste verfilmingen wel te pakken. ‘Double Dragon’ (1994), ‘Street Fighter’ (1994), ‘DOA: Dead or Alive’ (2006) – geen van allen hebben ze de overstap naar film overleefd. Een twijfelgeval is ‘Mortal Kombat’ (1995), dat er productioneel tenminste netjes uitziet. Genoeg slechte voorbeelden vóór ‘King of Fighters’ in elk geval. Helaas hebben de makers er niks van opgestoken.

De film is gebaseerd op een Japanse gamereeks gestart in 1994, waarin karakters van een paar andere vechtspellen bij elkaar werden gezet om in een toernooi te vechten. Bijzonder aan deze game was het gebruik van teams van drie vechters in plaats van solisten (een detail dat door de film deels is opgepikt). Naar goed gebruik kon je enkel op uitnodiging deelnemen aan het toernooi, dat hooguit eens per jaar werd gehouden. De film kiest er om onverklaarbare redenen voor om niet alleen van het hele toernooi-idee af te stappen (vechters worden op willekeurige momenten opgeroepen voor een gevecht), maar ook om het in een andere dimensie te situeren, waar je middels een oortelefoontje heen getransporteerd kunt worden. Echt waar.

Een aantal personages uit de eerst paar games is onherkenbaar vertegenwoordigd in de film. Booswicht Rugal (Ray Park), oorspronkelijk wapenhandelaar en organisator van het toernooi, is nu een lastpak die het toernooi wil ontwrichten door het mythische wezen ‘Orochi’ vrij te laten en zich daarmee oneindig veel macht toe te kennen. Of  zo. Daarvoor heeft hij drie artefacten nodig van de belangrijkste clans die aan het toernooi deelnemen. Toevallig worden ze net voor het eerst tentoongesteld en blijkt het kinderlijk eenvoudig ze te ontvreemden. Eenmaal in de toernooidimensie daagt Rugal één voor één vechters uit om ze uit te schakelen.

CIA-infiltrante Mai (Maggie Q), die zelf aan het toernooi deelneemt, komt erachter dat een van de artefacten – een zwaard – nep is. Om Rugal te stoppen moet Mai het echte zwaard vinden. Waarom is onduidelijk. Net als dat het onduidelijk is hoe het Rugal lukt om twee vrouwelijke vechters te hersenspoelen om voor hem te vechten (net nadat ze de meest stompzinnige lesbische scène ooit op film hebben gehad). Of hoe het mogelijk is dat meerdere personages tegelijk de toernooidimensie kunnen betreden en vooral waarom er dan niet een complete groep op Rugal wordt afgestuurd.

‘King of Fighters’ is slechts een schim van het eerdere werk van regisseur Gordon Chan, die zich met bijvoorbeeld ‘Fist of Legend’ (1994) en ‘2000 AD’ (2000) best bewezen heeft. Met een stompzinnig verhaal vol overbodige clichés en tenenkrommende dialogen, matige vechtscènes in uitermate saaie decors en volstrekt oninteressante personages die in niets op hun gameversie lijken, heeft hij een van de slechtste ‘fighter game’-adaptaties ooit afgeleverd. En dan te bedenken dat de film een budget van 12 miljoen dollar had. Onbegrijpelijk…

Wouter de Boer

‘The King of Fighters’ verschijnt woensdag 11 juli 2012 op DVD en blu-ray.