The Last Airbender (2010)
Regie: M. Night Shyamalan | 103 minuten | avontuur, familie, fantasie | Acteurs: Jackson Rathbone, Dev Patel, Cliff Curtis, Nicola Peltz, Seychelle Gabriel, Noah Ringer, Jessica Andres, Shaun Toub, Aasif Mandvi, Katharine Houghton, Keong Sim
‘Fantastisch, dat 3D-spektakel, maar het verhaal laat wat te wensen over.’ Een veel gehoord stukje kritiek op James Camerons Avatar, dat dankzij de geweldige driedimensionale wereld van Pandora bijna drie miljard dollar ophaalde bij de internationale box office. Het nieuwe avontuur van M. Night Shyamalan, de man achter ‘The Sixth Sense’ en ‘Unbreakable’ maar recenter veel minder sterke films als ‘Lady in the Water’ en ‘The Happening’, is gekenmerkt door vergelijkbare tekortkomingen in zijn mythische vertelling. Het script, dat Shyamalan voor het eerst baseerde op reeds bestaande materie (de serie ‘Avatar: The Last Airbender’, waarvan om voor de hand liggende redenen het voorvoegsel verwijderd werd) heeft een aantal originele aspecten maar mist over het algemeen een bepaalde diepgang – het blijft simpelweg een verfilming van een animatieserie met een beperkte inhoud. Het feit dat het 3D-aspect bij deze familiefantasie niet bijdraagt aan je filmbeleving, doordat de actie toch op afstand blijft en zodoende enkel goed is voor hoofdpijn, zorgt ervoor dat ‘The Last Airbender’ op beide fronten met lege handen staat. De wereld van ‘The Last Airbender’ bestaat uit vier naties, of stammen: Lucht, Water, Aarde en Vuur. Verschillende leden van ieder volk kunnen hun respectievelijke element op telepathische wijze besturen, door geconcentreerd uitgevoerde handelingen die het midden houden tussen yoga, karate en ballet. De afgelopen honderd jaar heeft de Vuurnatie een dodelijke campagne gevoerd voor wereldheerschappij, door met haar unieke element en oorlogsapparaat de andere stammen ofwel te onderdrukken, ofwel volledig uit te roeien. Niemand heeft gedurende deze gewelddadige eeuw de krachten om de onvermijdelijke overheersing van de Vuurnatie tegen te gaan. Totdat de Avatar opduikt, de enige die alle vier de elementen kan besturen. De Avatar, een jongen met de naam Aang (voormalig Texaans staatskampioen Taekwondo Noah Ringer), is de reïncarnatie van een lange lijn Avatars (à la Dalai Lama) die door de controle van de vier elementen balans in de door oorlog verscheurde wereld kan brengen. De jonge Aang wordt door Sokka en zijn zusje Katara (Jackson Rathbone en Nicola Peltz) van de Waternatie ingevroren in het ijs aangetroffen, nadat hij honderd jaar in die bevroren gevangenis heeft doorgebracht. Sokka en zijn zusje, de laatste van de Noordelijke Waternatie die het element daadwerkelijk nog kan besturen, zien het als hun lot en plicht Aang te helpen in het bestrijden van de Vuurnatie.
Het verhaal, dat Book One van de Avatar serie belicht en voornamelijk focust op het element water, is het eerste deel van een geplande trilogie. De film heeft daarom, net als bijvoorbeeld ‘The Fellowship of the Ring’, een open einde. De vraag is echter of dat vervolg (en een later derde deel) er ooit zal komen. De film is bijzonder slecht ontvangen en er zijn nog geen concrete plannen voor de verdere productie. Daarnaast hebben de filmmakers een hoop om te verbeteren om een uitbreiding van het project überhaupt te verantwoorden. Daarbij beginnen met de belachelijk omslachtige wijze waarin de verschillende elementen als wapens aangewend worden, is slechts één punt van kritiek. Zo doet de jonge Katara weinig anders dan lief kijken, heeft Sokka een palet van expressies dat bestaat uit zeven verschillende soorten bezorgdheid om zijn zusje en de uitverkoren Aang, spreken de verschillende leiders van de Vuurnatie hun teksten alsof het oneliners uit een spelletje Mortal Kombat zijn en heeft hoofdrolspeler Ringer duidelijk meer kaas gegeten van Taekwondo dan van acteren. Fire Lord Orzai (Cliff Curtis), de bevelhebber van de Vuurnatie, is bijzonder eendimensionaal en ook zijn handlangers doen denken aan iedere andere slechterik van iedere andere vergelijkbare film/serie/animatie. Alleen kroonprins Zuko (Dev Patel, van ‘Slumdog Millionaire’) en zijn oom en mentor Iroh (Shaun Toub) zijn in potentie een interessante toevoeging, maar zij worden onderbenut. Voornamelijk doordat het zwaartepunt van hun bijdrage in een vervolg ligt dat er mogelijk nooit komt. De special effects geven de actiescènes een voorname en op zich indrukwekkende rol in het fantasieverhaal, maar door de goedkope, schijnbaar later ingevoegde 3D-projecties blijven de verhandelingen eerder op een wazige manier van je af staan dan dat je in de actie betrokken raakt. Het leidt op een vervelende manier af en zorgt eerder voor een lichte hoofdpijn dan dat deze moderne manier van filmmaken bijdraagt aan de beleving. Slechts de strakke score van James Newton Howard, in zijn zevende samenwerking met Shyamalan, kan dat enigszins compenseren.
‘The Last Airbender’ is een fantasiefilm die ondanks al haar ambitieuze intenties en de regie van de doorgaans originele Shyamalan op nagenoeg alle fronten faalt. De 3D-verfilming is nergens een toegevoegde waarde en vergroot eerder de afstand tot de kijker, die niet betrokken raakt bij de actie die zich op een vreemde manier in de diepte afspeelt. Het epos, dat Shyamalan baseerde op het bronmateriaal van de serie, had een aardig avontuur op kunnen leveren, maar komt in de praktijk niet verder dan een parodie op veel beter uitgevoerde verhalen. Niet in de minste plaats omdat de regisseur het gedachtegoed van de Airbenders serieus lijkt te nemen. Of in ieder geval serieuzer dan de bedoeling kan zijn, met een verfilming van een Japanse animatieserie. De plot lijkt verder rijkelijk te lenen van alles tussen ‘Kundun’ en ‘The Karate Kid’ en van ‘The Never Ending Story’ tot ‘Dragonball Z’, zonder in ook maar één geval recht te doen aan die inspiratiebronnen. Een prestatie op zich, gezien laatstgenoemde. Een opvallende (verdere) dwaling van Shyamalan, die hij hopelijk herstelt nu hij nog gevraagd wordt.
Robert Nijman
Waardering: 2
Bioscooprelease: 19 augustus 2010