The Lion King 3: Hakuna Matata – The Lion King 1½ (2004)

Regie: Bradley Raymond | 73 minuten | animatie, komedie, avontuur, familie | Originele stemmencast: Nathan Lane, Ernie Sabella, Julie Kavner, Jerry Stiller, Matthew Broderick, Robert Guillaume, Moira Kelly, Whoopi Goldberg, Cheech Marin, Jim Cummings, Edward Hibbert, Jason Rudofsky, Matt Weinberg, Jeff Bennett

“‘The Lion King 3’. Serieus?” Ja, de meesterbreinen bij Disney achtten het werkelijk nodig om, na ‘The Lion King 2: Simba’s trots’ – het zwaar ondermaatse, duidelijk puur commercieel gemotiveerde aftreksel van ‘The Lion King’ – nog een vervolg op de wereld los te laten, vermoedelijk vanuit de behoefte om elke laatste cent uit deze franchise te kunnen melken. Wat nu? De kleinzoon van Simba die zijn plaats op de troon moet innemen maar dwars wordt gezeten door het nageslacht van de buurman van Scar? Maar nee, dit soort cynisme kan gelukkig snel van tafel worden geveegd. ‘The Lion King 3’ heeft namelijk een gouden formule gevonden, en één van de weinige benaderingen waarop een vervolg nog kan werken. Hoewel continu herinneringen aan het origineel worden opgeroepen, is de vorm van de film compleet veranderd – het is bijna postmodern – en is het vooral een komedie geworden in plaats van een (poging tot) drama of romance. Ondanks de titel staat er zelfs niet eens een leeuw centraal, maar de geliefde komische sidekicks Timon (een stokstaartje) en Pumbaa (een everzwijn). En ook al betekent dit dat er verschillende grappen gewijd worden aan de flatulentie van laatstgenoemde, het werkt allemaal eigenlijk verrassend goed. Ook de verwijzingen naar de originele ‘Lion King’ zijn hier verfrissend en goed op hun plek. Op vrijwel elk vlak is ‘The Lion King 3’ een schot in de roos.

‘The Lion King 3’ doet verhaaltechnisch (in ieder geval) twee dingen: enerzijds wordt het persoonlijke verhaal vertelt van (de ontmoeting van) Timon en Pumbaa en anderzijds worden de belangrijkste gebeurtenissen van ‘The Lion King’ vanuit een ander oogpunt bekeken: dat van onze twee prettig gestoorde vrienden om precies te zijn. Op nog een ander niveau volgt de kijker de fratsen van Timon en Pumbaa terwijl ze hun eigen film aan het bekijken zijn, waarbij ze het beeld af en toe pauzeren en van commentaar voorzien. Dit alles zou makkelijk op de zenuwen kunnen werken, maar dit gebeurt eigenlijk zelden, grotendeels door het overtuigende, aanstekelijke stemacteerwerk van Nathan Lane en Ernie Sabella.

De film opent sterk met de bekende majestueuze beelden van ‘The Lion King’ vlak voordat Simba wordt gepresenteerd aan alle dieren en de karakteristieke Afrikaanse zang door de speakers schalt. En dan brult Timon ineens mee op de soundtrack en is duidelijk in wat voor een film de kijker is beland: in een persoonlijk feestje van Timon en Pumbaa die op hun eigen manier uit de doeken doen wat er allemaal “echt” is gebeurd. Zo zien we een iets andere lezing van iconische momenten. Wij dachten met zijn allen dat alle dieren uit respect een buiging maakten voor de koning-in-wording, maar het blijkt iets te maken te hebben met een soms oncontroleerbare neiging van onze zwaarlijvige, knorrende vriend. De toren van dieren tijdens het lied “I just can’t wait to be king” valt ook niet (alleen) vanwege het grote gewicht ineen. Nee, ook dit is een direct gevolg van de capriolen van Timon en Pumbaa. Soms hebben gebeurtenissen zelfs het tegengestelde effect van wat ze wilden bereiken, zoals wanneer ze eigenlijk Simba en zijn liefje Nala uit elkaar willen drijven, maar ze de ontmoetingen juist romantischer maken door vlinders uit de bomen te jagen of ze per ongeluk van een heuvel af te duwen, waarna de twee leeuwen in een innige omarming naar beneden rollen.

Het is ook best informatief om erachter te komen hoe de opvoeding van Simba precies is verlopen – en hoe Timon bijvoorbeeld een keer of tien per nacht met Simba mee het bos in moest gaan omdat hij moest plassen – of waarom en hoe Timon en Pumbaa precies vrienden zijn geworden. Er wordt meer over de persoonlijke geschiedenis van Timon verteld dan die van Pumbaa, maar dit is niet erg, want deze is vaak erg amusant. Hij blijkt deel uit te hebben gemaakt van een hele kolonie stokstaartjes maar was zelf de kluns van de groep en besloot toen maar zijn geluk elders te zoeken. Steengoed is het “openingsnummer” van de stokstaartjes – “until the hyena’s come” – waarin ze met zijn allen vernuftige tunnels onder de grond aan het graven zijn en hilarische gezamenlijke “pasjes” hebben en heel droog de camera in kijken. Het is sowieso leuk wat de makers met de muziek doen, soms gebruikmakend van bekende filmmuziek, uit verschillende genres. Zo vindt er een klassieke western-“showdown”-scène plaats waarin Timon en Simba het tegen elkaar opnemen in een wedstrijd slakken zuigen, compleet met extreme close-ups en ‘Good the Bad and the Ugly’-muziek.

Hoewel hun rol niet groot is, is het ook erg leuk dat de hyena’s weer terug zijn met de originele stemacteurs, inclusief Whoopi Goldberg. In het origineel waren ze een grote bron van entertainment, en ook hier stellen ze niet teleur. Veel drama of verhaaluitdieping bevat de film niet – verder dan het belang van vriendschap [en het vinden van je eigen weg in het leven] gaat de thematiek niet – maar dat geeft niet. De humor treft meestal doel, en ook al zakt de film in het midden wat in, hij weet de boel bevredigend en op een komische noot af te ronden, en duurt niet te lang voor zijn bescheiden ambities. ‘The Lion King 3’ is een leuke collage en herinterpretatie van bekende ‘Lion King’-momenten en trakteert de kijker daarnaast op vele amusante momenten in de levens van onze favoriete sidekicks, Timon en Pumbaa. Oh en de animatie is weer van uitstekende kwaliteit. Wat meer kun je verlangen van een (tweede) direct-naar-video vervolg op een tijdloze Disney-film? Inderdaad.

Bart Rietvink