The Lost Skeleton of Cadavra (2001)

Regie: Larry Blamire | 90 minuten | horror, komedie, science fiction | Acteurs: Fay Masterson, Andrew Parks, Susan McConnel, Brian Howe, Jennifer Blaire, Larry Blamire, Dan Conroy, Robert Deveau, Darrin Reed

Regisseur Larry Blamire kreeg de nodige bekendheid door zijn satirisch-humoristische films in het horror- en science fiction genre. In ‘The Lost Skeleton of Cadavra’ , een perfect visitekaartje van Blamires werk, maken we kennis met de wetenschapper Paul Armstrong die op zoek is naar een ingeslagen meteoriet.

Paul haalt zich nogal wat op de hals wanneer hij in de buurt van de meteoriet komt en we kennis maken met diverse personages die zijn pad en dat van zijn vrouw Betty kruisen. Al snel vallen hierbij de nodige onzinnigheden op aangaande zowel de verhaallijnen die voorbijkomen als de opmerkelijke karakters die erin rondlopen. Het geheel bestaat uit een stel wetenschappers, een stel buitenaardse wezens, een rondlopende en slachtoffers makende mutant, een telepathisch skelet en een uit diverse bosdieren samengesteld vrouwelijk schepsel die elk hun redenen hebben om de hand op de meteoriet te leggen. Het zijn karakters en verhaallijnen die, met de daarbinnen optredende gaten en ontwikkelingen, in hun totaliteit geen seconde serieus te nemen zijn. Dat is precies de bedoeling van Blamire, die de ontwikkelingen doorspekt met de nodige humor. In combinatie met de zwart-witbeelden waarin het een en ander voorbij komt, wordt hiermee al snel duidelijk dat deze film een satirisch-humoristisch eerbetoon is aan de jaren 50 scifi-horrorklassiekers, met name aan de kwalitatief niet al te hoogstaande en low-budget B-films die daarin te bespeuren zijn.

En wat dat betreft zijn er herkenbaarheden genoeg wanneer Blamire het een en ander opzettelijk amateuristisch weergeeft. De reusachtig rondlopende Mutant waarvan de broekspijpen en de schoenen van de acteur die het gestalte geeft prominent in beeld komen? De draadjes die het tot leven komende skelet laten bewegen en herhaaldelijk ook duidelijk te onderscheiden zijn? De draden waaraan het landende of bijna neerstortende ruimteschip hangen? Het zal, evenals tal van overige opzettelijk amateuristisch in elkaar gezette zaken de kenners maar al te zeer doen denken aan de kwalitatief niet al te hoogstaande klassiekers van weleer. Ook door de herhaaldelijk kleinschalige decors, de cameravoering en de montage van diverse beelden. Her en der overduidelijk voor verbetering vatbaar, maar daardoor opnieuw bijdragend aan het humoristisch gehalte van deze film.

Ook de nodige verbale humor komt voorbij. Herhaaldelijk even overbodige als onzinnige uitspraken en dialogen en het al even onzinnig dom gelach dat daarop volgt, de pogingen van de buitenaardse Kro-Bar en Lattis zich als aardbewoners voor te doen, de misverstanden en de optredende stiltes die er het gevolg van zijn en de suffige en verdwaasde gezichtsuitdrukkingen van deze en gene na de zoveelste communicatiestoornis, de sarcastische opmerkingen van het tot leven komend skelet met zijn lachwekkend slechte overkomende voice-over… het zijn zaken die Blamire meestentijds effectief en humoristisch weet weer te geven. Hoewel niet altijd, want diverse scènes duren te lang, zitten soms tegen het melige aan, wordt er soms te lang voortgeborduurd op een gegeven en komt het een en ander lichtelijk geforceerd grappig over. Het zijn echter punten die een niet al te groot gewicht in de schaal zullen leggen in Blamire’s film.

Ondanks de boze bedoelingen van diverse karakters is daadwerkelijke horror ver te zoeken. Humor en vermaak staan voorop in combinatie met de duidelijke liefde voor ouderwetse B-scifi/horrorklassiekers. Daarnaast wordt elke mogelijke dreiging die er van deze en gene uit zou kunnen gaan, teniet gedaan door zowel de insteek van de film als de miserabele vormgeving of portrettering van de verschillende karakters. Het uiterlijk van de overgroeide mutant is weliswaar grotesk genoeg, maar door alle overtrokken- en rubberheid vooral lachwekkend. Qua geloofwaardigheid is deze in geen enkel opzicht overtuigend. Zoals bijna alles in deze film, iets waar het gevecht van de mutant met het tot leven gekomen skelet met zijn alle kanten op bungelende ledematen een maar al sprekend voorbeeld van is. Maar al met al werkt deze productie met alle opzettelijke onzinnigheden, ‘tekortkomingen’ en clichématigheden uit de oude klassiekers wel op de lachspieren. Mede dankzij de nodige moedwillige belabberde speciale effecten en alle op wonderbaarlijke wijze samenkomende verhaallijnen weet ‘The Lost Skeleton of Cadavra’ ook zonder al teveel moeite de aandacht van de liefhebber vast te houden.

De cast geeft de personages op gepaste wijze niet al te professioneel vorm. Regelmatig houterig acteerwerk dus, maar dat hoort ook in een productie met deze insteek. Regisseur Larry Blamire is prima als wetenschapper Paul Morgant. Zijn personage valt niet al teveel op, aangezien deze nog enigszins normaal overkomt naast de overige karakters. Meer in het oog springend en de show stelend zijn Andrew Parks en Susan McConnell bij de portrettering van de buitenaardse Kro-Bar en Lattis, zowel bij hun onderlinge interactie als wanneer ze hun menselijke opponenten proberen te imiteren. Ook meer opvallend werk van Fay Masterson als Pauls vrouw Betty. Degelijk werk verder van Brian Howe en Dan Conroy als de door machtswellust gegrepen boosaardige geleerde Dr. Fleming en de aan de mutant ten prooi vallende Ranger Brad en tenslotte adequaat spel van Jennifer Blaire als de uit verschillende bosdieren samengestelde Animala.

Het maakt ‘The Lost Skeleton of Cadavra’ tot een film waarin regisseur Blamire, met een veelvuldig gebruik van ouderwetse ‘enge’ scifi-deuntjes en tonen, keurig eenzelfde sfeer weet te bereiken als in de klassiekers van de jaren 50 aanwezig zijn. Voor degenen die niets met het genre hebben of ermee onbekend zijn zal het vooral de nodige vraagtekens oproepen en enkel amateuristisch overkomen. Voor de liefhebbers vormt Blamire’s film echter een geslaagd satirisch-humoristisch eerbetoon aan de scifi-horror B-klassiekers van weleer.

Frans Buitendijk