The Machinist (2005)

Regie: Brad Anderson | 102 minuten | drama, thriller | Acteurs: Christian Bale, Jennifer Jason Leigh, Aitana Sánchez-Gijón, John Sharian, Michael Ironside, Larry Gilliard Jr, Reg E. Cathey, Anna Massey    

Een “film die z’n dramatische spanning en horror haalt uit alledaagse situaties”. Een “subtiele nachtmerrie”. Dit is wat regisseur Brad Anderson voor ogen had met ‘The Machinist’, en dat is precies wat de film is geworden. “Subtiel” is een goed woord om de manier te beschrijven waarop de film op de kijker inwerkt. “Onderhuids” is er nog één. Dit woord beschrijft niet alleen het soort spanning en droefheid die de toeschouwer ervaart tijdens het kijken van de film, het verwijst ook vrij letterlijk naar de fysieke staat van het hoofdpersonage Trevor, en daarmee de vertolker hiervan, acteur Christian Bale.

Bale treedt hier in de voetsporen van Robert De Niro, Renée Zellweger, en Adrien Brody. Net als deze acteurs heeft Bale namelijk drastisch zijn gewicht “aangepast” voor een filmrol. In dit geval is het echter zo extreem dat zijn gezondheid in gevaar lijkt te zijn. Hij is een kleine dertig kilo afgevallen (ongeveer een derde van zijn lichaamsgewicht), op een dagelijks dieet van een blikje tonijn en een appel, en het resultaat is er naar. Hij loopt als een praktisch geraamte in de rondte. Ingevallen ogen; prominente jukbeenderen, ribbenkast, ruggengraat, sleutelbeenderen: alles steekt door zijn huid heen.

Zijn uiterlijk hoort, hoewel extreem, echter wel bij zijn personage. Reznik eet nauwelijks en heeft al een jaar niet geslapen, om redenen die ons pas aan het eind van de film duidelijk worden. “If you’d be any thinner, you’d disappear” zeggen zowel de hoer met het hart van goud, Stevie (Jennifer Jason Leigh), als de mooie serveerster Marie (Aitana Sánchez-Gijon) op verschillende momenten in de film tegen hem. Is dat zijn doel? Wil hij misschien verdwijnen? En zo ja, waarom? We weten het niet. De man is en blijft lange tijd een mysterie voor de kijker. Een man waar we mee te doen hebben en die we, net als Stevie, willen doorgronden en leren kennen.

De sympathie, die het personage puur op basis van zijn zorgelijke uiterlijk opwekt, zorgt in de eerste scènes van de film voor een moreel dilemma. Het eerste shot toont Bale namelijk, in silhouet, in zijn kamer, waar hij een lijk in een tapijt rolt. Wordt er hier gespeeld met, en geknipoogd naar, zijn killer-persona uit ‘American Psycho’? Deze perceptie van zijn personage wordt geproblematiseerd als we hem later in close-up zien, nadat hij het lijk in het water heeft gedumpt. Met zijn ingevallen gezicht en zijn verschillende wonden is het of hij aan een of andere enge ziekte lijkt. Kunnen we echter wel sympathie voor hem voelen na de verontrustende acties van zojuist? Deze ambiguïteit met betrekking tot zijn personage loopt door de hele film heen. We weten nooit precies wat we van hem moeten denken. Terwijl Trevor zijn lijk staat te dumpen komt er een man aangelopen, die vraagt: “Who are you?”. Dit wil Trevor, en met hem de kijker, eigenlijk ook wel weten.

Bale’s acteerwerk is, afgezien van zijn “lichaamstaal”, indrukwekkend. Hij speelt een personage dat op de grens leeft. Op de (mentale en fysieke) grens tussen leven en dood, tussen werkelijkheid en schijnwerkelijkheid, tussen normaliteit en abnormaliteit, en nog meer van dit soort dualiteiten. Bale weet prachtig tussen deze lagen heen te manoeuvreren. Dit soort tweedelingen is overigens ook terug te vinden in de personages. De twee vrouwen in zijn leven vormen bijvoorbeeld de hoer-madonna tegenstelling, en de eigenaardige, licht beangstigende klerenkast Ivan die steeds verschijnt en verdwijnt (en sterk doet denken aan Brando’s kolonel Kurtz uit ‘Apocalypse Now’), zou ook wel eens in zo’n plaatje kunnen passen. Dit personage wordt overigens goed, en met zichtbaar veel plezier neergezet door John Sharian. Met zijn spottende grijns en typische gedrag weet hij bij te dragen aan een macaber soort sfeer, die doet denken aan het werk van Lynch.

Niet alleen Lynch is hier een duidelijke inspiratiebron. Ook aan Hitchcock wordt overduidelijk gerefereerd. Dit is te zien aan het tempo van de film, bepaalde shotkeuzes, het verhalend gebruiken van de setting, maar vooral de spannende muziek, die wel erg dicht bij Bernard Herrmanns werk voor de master of suspense in de buurt komt. Verrassend is dan wel weer de toevoeging van de fluitende klanken van de theremin, een instrument dat prominent figureerde in ‘Ed Wood’. Het zorgt net voor die ene surreële “touch” in de soundtrack, wat de sfeer van het verhaal goed ondersteunt. De film heeft een sterk “gebleekt” uiterlijk. De koude, licht blauw-grijze kleur, die tegen het zwart-wit aan ligt, geeft mooi de mentale staat van het personage weer: desolaat, emotieloos, vermoeid.

Verschillende keren wordt er op een interessante manier gebruik gemaakt van zogenaamde “dissolves”, waarbij beelden langzaam in elkaar overvloeien. Zo zien we Trevor rijdend, in zijn auto, naar boven kijken, waar we de vluchttoren zien waar zijn favoriete serveerster Marie werkt. Naast de toren verschijnt echter ineens een levensgroot hoofd (van Marie) in beeld, wat dreigend, en vervreemdend werkt. Snel bevinden we ons even later gelukkig weer op ware grootte in de toren. Een ander voorbeeld is een koffiekopje dat langzaam in een achtbaan verandert. Alweer een interessant spelletje met de compleet verschillende schaal van twee objecten.

De film is een interessante mix van drama en mysterie geworden, die culmineert in een, nu eens bevredigende, eindonthulling. In tegenstelling tot vele twists in andere films, zoals recentelijk in ‘Saw’, volgt het einde logisch, en op een eerlijke manier, op het voorgaande. Gedurende de film krijgt de kijker genoeg aanwijzingen om de onthulling voor het grootste gedeelte al door te kunnen hebben, en is het einde eerder het laatste stukje van de puzzel dat je toegediend krijgt, dan een ineens alles onthullende of omverwerpende slotscène. Dit laatste stukje laat alles op zijn plaats vallen en geeft een haast ontroerend inzicht in de psyche van Trevor. ‘The Machinist’ is een film die misschien niet heel diep in de psyche van het hoofdpersonage delft, en waarvan onafhankelijke scènes niet altijd even veel dramatiek of spanning herbergen, maar de eigenzinnige en beklemmende sfeer van het semi-mysterieuze verhaal, alsmede de uitstekende acteurs en de interessante stijl, zorgen ervoor dat de kijker toch voortdurend geboeid blijft.

Bart Rietvink

Waardering: 4

Bioscooprelease: 7 juli 2005