The Magic Flute (2006)

Regie: Kenneth Branagh | 135 minuten | muziek | Acteurs: Joseph Kaiser, Amy Carson, René Pape, Lyubov Petrova, Benjamin Jay Davis, Silvia Moi, Tom Randle, Ben Uttley, Teuta Koço, Louise Callinan, Kim-Marie Woodhouse , Rodney Clarke, Charne Rochford, Peter Wedd, Keel Watson, Vanessa Ashbee, Cristina Catalina, William Dutton, Amy Humphreys    

Als er één opera geschikt is voor verfilming, moet het Mozarts ‘Die Zauberflöte’ zijn. Het vrolijke verhaal, de kleurrijke karakters en de prachtige muziek staan garant voor een paar uur topamusement. De Zweedse regisseur Ingmar Bergman vertrouwde volledig op deze kwaliteiten toen hij in 1974 met ‘Trollflöjte’ een gedegen adaptatie neerzette. Bergman deed weinig meer dan het vastleggen van een theateropvoering, en dat bleek meer dan voldoende. De Britse regisseur Kenneth Branagh pakt het met ‘The Magic Flute’ heel wat ambitieuzer aan. Branagh verplaatst de handeling naar de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, waar soldaat Tamino op zoek gaat naar Pamina, dochter van de Koningin van de Nacht. Door het volbrengen van een aantal beproevingen wint Tamino niet alleen de hand van de mooie Pamina, maar zorgt er meteen voor dat de oorlog ten einde komt. Zo’n moderne enscenering is in de theaterwereld dagelijkse kost. Stukken die eeuwenlang op dezelfde manier worden opgevoerd, gaan op den duur slijten. Door zo’n stuk in de moderne tijd te plaatsen wordt het niet alleen opgefrist maar bewijst het meteen de tijdloosheid van de thema’s.

Een moderne enscenering als basis voor een speelfilm lijkt minder logisch. Terwijl het theaterpubliek uit een relatief klein aantal liefhebbers bestaat, is film veel meer een massamedium, waarvan de meeste bezoekers niet echt bekend zijn met opera. Om hen kennis te laten maken met deze kunstvorm, lijkt een traditionele enscenering veel meer voor de hand te liggen. Dit alles zou er minder toe doen, als zo’n moderne enscenering tenminste hout snijdt. Dat doet hij in dit geval niet. De oorspronkelijke Zauberflöte speelt zich af in een sprookjesland met eigen wetten en eigen logica. Als in zo’n sprookjesland een prins hoort van een ontvoerde prinses, gaat hij haar natuurlijk redden. In de historische werkelijkheid van de Eerste Wereldoorlog is zo’n keuze volstrekt belachelijk. Het historische decor zorgt er bovendien voor dat de opera zijn zorgeloze vrolijkheid verliest en geeft het de film een pretentie die hij nooit kan waarmaken. Dat aan het verhaal op deze manier geen touw is vast te knopen, maakt het alleen nog maar erger. Dat is dubbel zo jammer wanneer je ziet dat Branagh in de detailuitwerking en visualisering inventief genoeg is. Door het gebruik van CGI ziet alles er even spectaculair uit, van het slagveld tot Sarastro’s burcht. Bovendien zijn de acteerprestaties ruim voldoende en zit het muzikaal ook wel goed. Daarentegen is de vrije bewerking van het libretto niet altijd even geslaagd (‘Ein Mädchen oder Weibchen’ heet hier ‘I Need a Fluffy Chicken’).

Al bij al heeft Kenneth Branagh hiermee een enorme kans gemist. Een traditionele enscenering, maar met gebruik van CGI en allerlei andere moderne foefjes, had van deze adaptatie een onvergetelijke kijk- en luisterervaring kunnen maken. Branaghs bizarre ‘The Magic Flute’ is nu niet meer dan een vermakelijke puinhoop. Met de nadruk op het laatste woord.

Henny Wouters