The Man Who Would Be King (1975)

Recensie The Man Who Would Be King CinemagazineRegie: John Huston | 124 minuten | avontuur | Acteurs: Sean Connery, Michael Caine, Christopher Plummer, Saeed Jaffrey, Larbi Doghmi, Jack May, Karroom Ben Bouih, Mohammad Shamsi, Albert Moses, Paul Antrim, Graham Acres, Shakira Caine

Twee voormalige soldaten uit het Britse leger zijn in het India van de vorige eeuw op zoek naar grote rijkdommen. Dat ze daarbij geregeld de wet overtreden, nemen ze voor lief. Zo hebben ze het plan opgevat een radja, een plaatselijke heerser, te overvallen. De twee vrienden slagen niet in hun voornemen. Dat ze het geluk hebben niet achter de tralies te verdwijnen, hebben ze alleen te danken aan een wederzijdse Vrijmetselaar: de Engelse schrijver Rudyard Kipling (vertolkt door Christopher Plummer).

Kipling, onder meer bekend van The Jungle Book, speelt de rol van aangever in zijn eigen verhaal. De enigszins sullige en goedgelovige schrijver geeft daardoor ruim baan aan de twee avonturiers: Daniel Dravot (Sean Connery) en Peachy Carnehan (Michael Caine). Want na de mislukte overval, worden hun plannen er geenszins kleinschaliger op. Ergens, ver in het hoge noorden van India, leven er tribale stammen die door hun afzondering nog nauwelijks ontgonnen zijn. Het aanzicht van de talloze rijkdommen die er zonder enige twijfel moeten zijn, brengt ze het hart op hol. Waarom proberen ze zich niet, met al hun wijsheid en vechtervaring, als koning van één van de stammen op te werpen.

Voordat het zover is, staat ze echter nog een lange tocht door onherbergzame en ijzige hoogvlaktes te wachten. Sinds Alexander de Grote is geen westerling ze voorgegaan. Al snel merken ze dat de volkeren die ze op hun pad tegenkomen zo vreedzaam en behulpzaam nog niet zijn. Maar met hun bravoure en geslepenheid slaat het duo zich overal dapper doorheen. Dat resulteert erin dat hun dromen nog verder reiken. Waarom zou je immers een koning zijn, als je ook een god zou kunnen worden.

Hoewel de twee charlatans in hun jacht op geld en roem op het eerste gezicht niet bepaald beminnelijk overkomen, zijn het bovenal oprechte avonturiers. De reis, en al hun belevenissen, krijgen daardoor alle ruimte. Dat gaat gepaard met de nodige, soms ook wat gedateerde humor. ‘The Man Who Would Be King’ drijft niet alleen de spot met de vermeende superioriteit van de Britse overheerser, maar ook met de al even denkbeeldige barbaarsheid van de Indiase bevolking. Daardoor beweegt de film ergens tussen het werk van Multatuli en dat van Monty Python in. Wat daarbij helpt is het onomwonden enthousiasme van Connery en Caine, die de schelmenhumor ten volle uitbuiten.

Wouter Los

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 1 april 1976
DVD-release: 7 november 2018 (Retro Collection/Original Poster Collection #15)