The Manson Family (2003)

Regie: Jim van Bebber | 91 minuten | horror, biografie | Acteurs: Marcelo Games, Marc Pitman, Leslie Orr, Maureen Allisse, Samuel Turcotte, Amy Yates, Jim Van Bebber, Tom Burns, Michelle Briggs, Sherri Rickman, Nate Pennington, M.M. Jones, Carl Day

Het eerste dat opvalt als je ‘The Manson Family’ bekijkt, is het brakke uiterlijk van de film. Hoewel het ding pas in 2003 op de markt werd gegooid, werd er al sinds 1988 gewerkt en geschaafd aan de rolprent. Regisseur Van Bebber was dan ook overtuigd van zijn kunnen en zette alles op alles om zijn film af te maken. Vanwege een karig budget ziet de beeldkwaliteit er bijzonder ouderwets uit, alsof de productie halverwege de jaren 70 werd ingeblikt. Het gedateerde uiterlijk zorgt wel voor een apart, bijna authentiek docu-sfeertje wat ‘The Manson Family’ net even anders maakt dan de concurrentie. Een persoonlijke zege voor Van Bebber, omdat hij na al die jaren toch nog een eigen film heeft kunnen maken. Je snapt wel dat de acteurs nog weinig vertrouwen hadden in het slepende project dat zo’n vijftien jaar in beslag heeft genomen. Dankzij het doorzettingsvermogen van de cineast raakten enkele producenten geïnteresseerd in de film en besloten om Van Bebber financieel bij te springen.

Het verhaal van ‘The Manson Family’ is gebaseerd op de cultus rond seriemoordenaar Charlie Manson (Games). De gestoorde hippie wist dankzij zijn charismatische voorkomen en muzikale achtergrond een aantal jongeren aan zich te binden. Dat Manson een uitpuilend strafblad had en er verknipte denkbeelden op nahield, kon de jongeren weinig schelen. Charlie’s sekte was er vooral op gericht om zoveel mogelijk drugs te gebruiken en om dagelijks van vrije seks te genieten. De verdoofde volgelingen zagen Manson’s visie wel zitten en deden alles wat hun guru hen opdroeg. In 1969 gaat het mis als Charlie zijn ‘familie’ vraagt om brute moorden te plegen om zodoende aan geld te komen. De film ‘The Manson Family’ bestaat uit drie plotlijnen.

De eerste lijn is het ontstaan van de verknipte Manson-cultus dat zich ontvouwt via interviews met de ter dood veroordeelde ex-leden. Een tweede plotlijn volgt een fictieve documentairemaker die op zoek gaat naar de origine van de Manson familie en zijn bevindingen in een documentaire vastlegt. Een derde plotlijn toont je hoe de ontspoorde, moderne jeugd idolaat is van Manson. Jongeren dragen T-shirts met de beeltenis van de cultleider en luisteren naar zijn muziek.

Waar te beginnen? ‘The Manson Family’ is een gedurfd project, het levenswerk van Jim Van Bebber. Daarom is het zo jammer dat al die jaren van noeste arbeid zo’n warrige, wisselvallige film hebben opgeleverd. De cineast hoopt via een soort reconstructie het ontstaan van de familie te verklaren en tevens paralellen te trekken met het heden. Van Bebber probeert via een derde plotlijntje duidelijk te maken dat mensen als Manson een cultstatus krijgen aangemeten door ontspoorde jongeren die opgroeien in een tijd waarin misdadigers tot helden worden gepromoveerd. De merchandise rond seriemoordenaars als Manson, Jeffrey Dahmer en Ted Bundy is niet aan te slepen en de media schotelt het hongerige publiek dagelijks de meest schokkende verhalen over moordende randfiguren voor.

Al die aandacht voor excessief geweld stompt af en zorgt ervoor dat labiele personen over het randje gaan. Zo ook de moderne jeugdbende in deze film die een Mansonesque moord plegen. Tenminste die boodschap zou je uit Van Bebber’s film kunnen halen, maar het wordt nooit duidelijk wat de regisseur nu echt wil met zijn film.

Op fragmentarische wijze plakt Van Bebber orgies van vrijende hippies vast aan nihilistische moordpartijen en drugsmisbruikende jongeren. De drie plotlijnen worden slecht uitgewerkt en verzanden in een onduidelijke brei. De fake-interviews met opgepakte Manson-adepten die in de dodencel zitten, zorgen voor wat diepgang en pogen een beeld te geven van de hippiebeweging die de draad kwijtraakte in een onduidelijke wereld vol vrije seks, de idolatie van drugsgebruik en de zoektocht naar spirituele verlossing.

De beelden van Manson en zijn bende zijn dan weer te vrijblijvend in hun sensatiezucht, zodat je het moet doen met platte figuren die niets meer doen dan trippen, wippen en strippen. Het amateuristische spel van de cast maakt niet veel goed. Van Bebber probeert in het hoofd te komen van de bende, maar slaagt daar niet voldoende in. Het blijft te oppervlakkig. Waar de regisseur wel goed in geslaagd is om de walgelijke heroïek rond Manson door te prikken. De sekteleider wordt neergezet als een manipulatieve loser die anderen zijn vuile werk laat opknappen en zijn mooie woorden niet waarmaakt. Hij liet zich omringen door lege personen die zijn eigen ego moesten opkrikken. De zogenaamd sterke Manson is een mythe.

Van Bebber’s film wil teveel in een te korte tijd. Na afloop ben je niet veel wijzer geworden, maar heb je een film gezien die er hopeloos gedateerd uitziet en uitpuilt van (zedige) seks en bruut geweld. Tussen de bedrijven door worden de daden van Manson afgekeurd, maar veel indruk maakt dat niet. Mislukt of niet, fans van cultfilms kunnen hun lol op bij het zien van dit afwijkende product.

Frank v.d. Ven