The Monster Club (1981)

Regie: Roy Ward Baker | 104 minuten | komedie, horror | Acteurs: Vincent Price, John Carradine, Anthony Steel, Roger Sloman, Fran Fullenwider, Barbara Kellerman, Simon Ward, James Laurenson, Geoffrey Bayldon, Donald Pleasance, Richard Johnson, Britt Ekland, Warren Saire, Anthony Valentine, Neil McCarthy, Stuart Whitman, Lesley Dunlop, Patrick Magee, Sean Barry-Weske, Prentis Hancock, Phil May, Liz Smith, Dick Taylor, Chris Thompson, The Viewers, B.A. Robertson, Night

In deze film van Sword and Sorcery Productions worden meerdere verhalen verteld, een recept waarvan diverse filmmaatschappijen in de loop der jaren met succes gebruik van hebben gemaakt. Het begin van deze film is, wat betreft het waarmaken van de verwachtingen die op grond van de titel wellicht bij de kijker bestaan, veelbelovend genoeg: een mistig en afgelegen straatje en een vampier die zijn zinnen heeft gezet op een daar doorheen lopende schrijver. Nadat de vampier heeft toegeslagen bedankt hij echter zijn slachtoffer, stelt hem gerust dat hijzelf geen vampier zal worden en nodigt de schrijver uit mee te gaan naar ‘the monster club’, een sociale ontmoetingsplaats voor de meest uiteenlopende monsters. Tja, toch niet echt het gedrag wat we van een rechtgeaarde vampier zouden verwachten. Ook de eerste aanblik van de dansende monsters in de monster club doen de nodige twijfels over het potentieel griezelgehalte in deze film ontstaan. Maar goed, wellicht niet als rechtgeaard vampier, maar wel als rechtgeaard gastheer zorgt de vampier ervoor dat de schrijver onderhouden wordt doordat hij de nodige verhalen voorgeschoteld krijgt waarin niet alleen de nodige horror maar ook de nodige humor blijkt voor te komen…

1. Shadmock Story
Het echtpaar George en Angela zoekt makkelijke manieren om rijk te worden. Ze zien hun kans schoon wanneer Angela de kans krijgt in dienst te treden bij een welgestelde eigenaar van een landgoed, Raven genaamd. Met het oog op de rijkdommen die er in het huis voor het grijpen liggen zet Angela haar bedenkingen aangaande het vreemde uiterlijk van Raven opzij en treedt ze bij hem in dienst. Raven ontwikkelt amoureuze gevoelens voor Angela en vraagt haar na verloop van tijd ten huwelijk. George en Angela zien hierin een kans om rijkdom te vergaren, maar Raven blijkt in staat om op bovennatuurlijk gruwelijke wijze wraak te nemen wanneer hij van Angela’s ware bedoelingen op de hoogte komt. Een min of meer griezelig, maar vooral triest verhaal, waarin het lot dat de boosdoeners ondergaat voor gemengde gevoelens zal zorgen, aangezien het personage Raven zelf ook (weer) het slachtoffer van de omstandigheden wordt.

2. Vampire Story
De vader van een jongetje heeft werk waarbij hij de gehele nacht moet werken en overdag slapen, waarbij hij ook nog een graaf blijkt te zijn (gaat er al een lichtje op?). Dan duikt er een keurig geklede heer op die vragen stelt aan het zoontje over zijn vader, en al gauw dienen zich soortgelijk geklede figuren aan die overduidelijk hun eigen (kwade?) bedoelingen hebben ten opzichte van de vader. De gebeurtenissen worden in dit verhaal dusdanig in beeld gebracht dat het griezelgehalte tot een minimum gereduceerd wordt en de humor de boventoon gaat voeren, de bij tijd en wijle onheilspellende muziek ten spijt (sfeervolle en keurig gespeelde vioolmuziek overigens). Ook het slot is van dien aard dat dit verhaal niet als het griezeligste ooit ondergaan zal worden, maar vooral humoristisch en eerder als satirisch ten opzichte van het vampiergenre zal overkomen. Vermakelijk en amusant is het echter allemaal wel.

3. Humgoo Story
Horrorregisseur Sam zoekt een locatie voor een horrorfilm en een betere kon hij niet vinden dan in het dorpje waar hij terechtkomt. Jammer genoeg wordt hijzelf daar al snel met meer horror geconfronteerd dan hem lief is. Het dorp is afgelegen, schemerig, mistig, er is een kerk met een sfeervol kerkhof prominent aanwezig, de haveloze bewoners gedragen zich vreemd en hebben hun eigen (on)appetijtelijke plannen met Sam. Met de enige normale dorpelinge aan zijn zijde moet Sam alle registers opentrekken om zijn kwelgeesten op afstand te houden. Geslaagd door de naargeestige sfeer in het mistige en vervallen dorp, door de onthulling van de sombere geschiedenis van het dorp, en de dreiging die er uitgaat van het vreemde en vijandige gedrag en de aanvallen van de bijgelovige dorpelingen. Een wat voorspelbaar maar wel passend slot bij dit verhaal dat het meest sfeervolle en griezelige van deze film is.

Een film die in zijn totaliteit niet bijster griezelig overkomt, minder griezelig in elk geval dan soortgelijke producties uit het verleden van andere filmmaatschappijen. Het verhaal dat de drie verhalen verbindt is daar debet aan: de beleefde houding van de vampier ten opzichte van zijn slachtoffer, de dansende monsters die er in de ‘Monster Club’ alleen maar amusant tot lachwekkend uitzien en de liederen die tussen elk verhaal in de monsterclub gespeeld worden. Ook door de cameravoering en de gesprekken die daarbij gevoerd worden komt het een en ander, mede gezien de humor die in diverse verhalen te onderkennen is, meer luchtig griezelig en satirisch-humoristisch over dan dat er daadwerkelijke bloedstollende horror mee wordt opgeroepen. En dit is duidelijk ook de insteek van deze film, hetgeen ook onderstreept lijkt te worden door de door horroricoon Vincent Price’s gedane uitspraak ‘can we truly call this a monster club?’ Verwacht met dit uitgangspunt dan dus ook geen film waar je kippevel van krijgt, maar onderga het als een luchtig en amusant product, drie aardige verhalen waarin met name het door Price aan het eind van de film beschreven werkelijke grootste monster van allen op treffende en onmiskenbare wijze naar voren komt.

Frans Buitendijk