The Outsider – Szabadgyalog (1981)

Recensie The Outsider (Szabadgyalog) CinemagazineRegie: Béla Tarr | 122 minuten | drama | Acteurs: András Szabó, Jolan Fodor, Imre Donkó, István Balla, Ferenc Jánossy, László Náton, Imre Vass, László Damus, Katalin Dr. Bacsik, Józsefné Erdõs, György Fekete, János Gyökér, János Géczi, Károly Kisszabó, László Kistamás, Imréné Kurucz, Gézáné Makai, Imréné Medvác, Jenõ Mészáros, Kati Rabnecz, László Svélecz, Pálné Tihanyi, Ernõ Toldy, Józsefné Trubin, Rudolfné Vári, Péter Völgyi

In de openingsscène van Béla Tarrs ‘The Outsider’ (de originele Hongaarse titel luidt ‘Szabadgyalog’) wordt de toeschouwer meegevoerd naar een verwaarloosd ogend sanatorium. Het stemmige beeld, met een lage scherptediepte, houdt al het kleur gevangen. Handelingen zijn traag, het montagetempo niet veel hoger. Dialoog is vrijwel afwezig. De armlastige residenten lijken de terugkeer naar de maatschappij niet meer te maken. Het leven is er, als met een doortastend stukje gum, weggevaagd.

De toeschouwer wordt deelgenoot gemaakt van de ellende, alsof er ook aan de andere kant van het beeldscherm geen ontsnappen mogelijk is. Te midden van alle kommer en kwel staat, als een lichtgevend Jezus-figuur, verpleger András. Personificatie van alles wat goed is. Van het verleden en van de toekomst. De werkelijkheid is echter een stuk weerbarstiger.

‘The Outsider’ (1981) kan gezien worden als een typisch vroege Tarr. Realisme is daarin het sleutelwoord. Thematisch gezien belicht de film het alledaagse leven van de Hongaarse jeugd van rond de jaren tachtig. Een jeugd die zich, onder invloed van het Westen, krampachtig probeert af te zetten tegen oudere generaties. Jongeren die geloven in de maakbaarheid van het leven, geluk is niet meer dan een keuze. Ook regels zijn er om vrijuit geïnterpreteerd te worden. Monogamie hoort tot het verleden. Muzikale conventies gaan eveneens op de schop. Hoofdrolspeler András, geschoold in traditionele vioolmuziek, zoekt nadrukkelijk de grenzen op.

Maar hoe de Hongaarse jongeren ook proberen een nieuwe richting in te slaan, hun culturele wortels laten zich niet zomaar doorsnijden. Onder de streep maken ze veel van dezelfde fouten als hun voorgangers. Het alcoholmisbruik is niet uitroeibaar gebleken. Het ware geluk slechts een fata morgana aan de horizon. Ten grondslag daarvan liggen dezelfde basisemoties als van hun voorouders, een nostalgisch verlangen naar wat komen gaat. Die spagaat tussen toekomst en verleden maken de passiviteit, uitzichtloosheid en het gebrek aan verantwoordelijkheid van András goed invoelbaar. De sprong in het onbekende, want zo kunnen de verschuivingen in culturele paradigma’s gezien worden, zorgen enkel voor mentale verstrooiing. Het onderstreept de menselijkheid van de jonge personages.

Die menselijkheid wordt versterkt door de vorm van de film. De sereniteit van de opening maakt plaats voor scènes vol dialoog. De camera is constant dichtbij. Het resultaat oogt documentair, alsof de toeschouwer als vlieg op de muur getuige is van alle gesprekken. De kwetsbare ontreddering van de personages openbaart zich als gevolg binnen in onszelf, als een mentale spiegel die ons dezelfde vertwijfeling laat ervaren. Ontsnappen aan de alomtegenwoordige duisternis lijkt onmogelijk. Willen we niet voor goed worden opgeslokt, resteert er geen andere mogelijkheid om het geloof in nieuwe generaties, ondanks al hun tekortkomingen, overeind te houden. De jeugd, gesymboliseerd als Jezus-figuur, is het enige lichtpuntje dat we hebben.

Wouter Los

Waardering: 3.5

Bioscooprelease: 15 december 2022 (digitaal gerestaureerde versie)