The Pigeon Tunnel (2023)

Recensie The Pigeon Tunnel CinemagazineRegie: Errol Morris | 92 minuten | documentaire | Met: John le Carré, Jake Dove, Charlotte Hamblin, Garry Cooper, Simon Harrison, Douglas Rankine, Dominik Dervaics, Mike Noble

De naam David Cornwell zal bij weinigen een belletje doen rinkelen. Zijn pseudoniem John Le Carré daarentegen, de meester der spionnenverhalen, klinkt bij de meesten bekend in de oren. Wie is deze man met een dubbele identiteit, die een bestsellerauteur is geworden en zelf nog in de geheime diensten actief is geweest? Met ‘The Pigeon Tunnel’ tracht de alom bekende Amerikaanse documentairemaker Errol Morris een antwoord te bieden op deze vraag, door het brein van Le Carré (1931-2020) te ontleden; terwijl hij ondertussen bewijst dat luisteren naar een 89-jarige intellectuele man even entertainend en fascinerend kan zijn als het kijken naar een spionnenfilm zelf.

In de eerste vijf minuten van ‘The Pigeon Tunnel’ wordt alles glashelder, hierin leren we in essentie hoe John Le Carré’s brein werkt en hoe het interview in elkaar zit. Een interview is in feite een ondervraging: er ontstaat een (machts)relatie tussen de twee personen en het is niet meer of minder dan een ‘performance act’. Je ontwikkelt een beeld van iemand, wat is feit en fictie, je tracht diens beweegredenen te achterhalen. Dankzij Morris’ specifieke stijl van interviews uitvoeren, namelijk zichzelf compleet wegcijferen, voelt het haast aan alsof Le Carré zichzelf aan het ondervragen is. Met andere woorden, er wordt hem een (gebroken) spiegel voorgehouden – een metafoor die door de gehele documentaire duidelijk in beeld komt. Dit vormt de rode draad in ‘The Pigeon Tunnel’, een titel geïnspireerd door de autobiografie van John Le Carré uit 2016. Een naam die, zoals hij vermeldt, op eender welk moment in zijn loopbaan eens heeft gediend als titel voor een van zijn fictieve boeken. Het is echter nooit zover gekomen, maar de naam is voor eeuwig gegrift in zijn erfenis.

‘The Pigeon Tunnel’ verwijst namelijk naar een herinnering uit zijn jonge jaren en meer specifiek naar iemand die essentieel is om hem te begrijpen, zijn corrupte en slinkse vader Ronnie Cornwell; een figuur die meermaals als inspiratiebron zou dienen. Ronnie had nooit geld op zak, maar leidde toch het leven van een koning. Alles draaide om show en fantasie. Hij betrok zijn zonen in zijn verhaaltjes, waardoor ze allen gewend waren om in illusies te leven. Kortom, de zaadjes voor John Le Carré’s latere roeping als spion waren al vroeg geplant. Hij leefde in een bubbel; en deze bubbel was te klein voor hem, dus stak hij ze vol met verzonnen figuren.

Toen Le Carré jong was, destijds nog David, nam Ronnie hem mee naar een chique casino in Zuid-Frankrijk. Vanaf het balkon zou zijn vader, samen met wat vrienden, schieten naar duiven. Deze werden gekweekt op het dak van het casino, maar gebracht naar een tunnel onder het hotel. Van daaruit zouden ze vliegen naar het licht, om vervolgens voor de jagers te verschijnen en terug naar hun geboorteplek te gaan, op het dak van het casino. Deze gebeurtenis vormt de crux om Le Carré te begrijpen, maar ook om deze documentaire te doorgronden.

Als Morris eenmaal voorbij Le Carré’s jeugd is, waarbij de zaadjes zijn geplant voor wat zal komen, leren we meer kennen over zijn carrière. Na een korte periode waarin hij als lesgeeft aan het Eton college als taalkundige, wordt John Le Carré gerekruteerd door de Britse geheime diensten. Hij wordt als agent naar Oost-Duitsland gestuurd, waar hij de bouw van de muur meemaakt; een monumentale gebeurtenis die veel indruk op hem maakt en een wederkerend thema vormt in zijn boeken.

Alles is nu compleet en David Cornwell verandert voorgoed in John Le Carré. Zijn jeugd, lesgeversperiode, de context van de Koude Oorlog en zijn tijd bij de geheime dienst zorgen ervoor dat hij genoeg materiële en emotionele bagage heeft om een succesvolle schrijver te worden. Het ene succes na het andere volgt en hij wordt door velen gevierd als de beste spionageschrijver ooit. Zijn werk zet zich kenmerkend af tegen de pulpverhalen van James Bond; spionnen zijn niet glad of gaan ad hoc te werk, ze zijn doordacht, zorgvuldig en werken liefst van al in de schaduw. Daarnaast beschrijft hij hoe twee rode draden, en wat deze hebben geïnspireerd, telkens zijn terug te vinden in zijn werk: het idee van een poppenspeler die alle agenten in het veld tegen elkaar uitspeelt en het concept verraad. Zeker met dat laatste heeft Le Carré een fascinatie.

Het is dus duidelijk dat, om zo goed mogelijk te verklaren wie John Le Carré is, je moet kijken naar zijn succesrecept als auteur, aangezien de twee onlosmakelijk zijn verbonden. In feite vormen dus zijn schrijfsels de verschillende spiegelstukjes die Morris briljant samen lijmt en vervolgens voorhoudt, waardoor Le Carré zichzelf beschrijft en ondervraagt. Wij als kijker mogen ondertussen genieten hoe alles samenvalt en hoe de gevierde en erudiete Britse auteur zich ondertussen blootgeeft. Hij vertelt ons zijn eigen interpretatie van zijn verleden, zoals hij het zich herinnert; want zo stelt hij, alles draait rond interpretaties en verwachtingen. Ook wij als kijker, creëren een beeld. Zo stelt Morris een fascinerende vraag naar het einde toe, dat hij bang is dat hij Le Carré niet hard genoeg heeft gepusht; waarop deze antwoordt: ‘Wat had je dan liever gewild? Dat ik hier zou beginnen huilen?’. Met andere woorden, indien je iemand wil leren kennen, moet je zelf eerst kijken naar het verwachte beeld dat je voordien hebt ontwikkeld.

Errol Morris bewijst met ‘The Pigeon Tunnel’ dat hij terecht een gerespecteerd documentairemaker is, terwijl John Le Carré toont wat voor zwaargewicht hij eigenlijk wel niet was. Her en der ontbreken misschien enkele interessante passages waarover Morris kan doorvragen, zoals het effect op Le Carré’s gezin of de snobistische critici die weigerden om zijn werk als ‘hogere’ literatuur te bestempelen, maar over het algemeen is dit een quasi-perfecte documentaire. Alsof dat nog niet genoeg is, trakteert Philip Glass ons op een meeslepende en spannende soundtrack op de achtergrond. Fan of niet van Errol Morris of John Le Carré, deze documentaire is absoluut de moeite waard.

Nick Majchrowicz

Waardering:4

VOD-release: 20 oktober 2023 (Apple TV+)