The Pink Panther (1963)
Regie: Blake Edwards | 115 minuten | komedie, romantiek, misdaad | Acteurs: David Niven, Peter Sellers, Robert Wagner, Capucine, Brenda De Banzie, Colin Gordon, John Le Mesurier, James Lanphier, Guy Thomajan, Michael Trubshawe, Riccardo Billi, Meri Welles, Martin Miller, Fran Jeffries, Claudia Cardinale
‘The Pink Panther’, een film die een hele franchise is geworden, heeft om verschillende redenen een (prominente) plaats in de (film)geschiedenis ingenomen. Ten eerste betekende deze film de eerste kennismaking van het filmpubliek met de klunzige inspecteur Clouseau, gespeeld door niemand minder dan komische duizendpoot Peter Sellers. In 2006 voor het eerst opnieuw geïnterpreteerd door Steve Martin, die er een meer zelfbewuste komische act van maakte, met dik aangezet Frans accent, gaat er toch niets boven de schijnbare argeloosheid perfecte komische timing van Sellers. Naast de kennismaking met Sellers’ Clouseau was ‘The Pink Panther’ ook meteen de geboorte van de geanimeerde roze panter uit de titel, die regisseur Blake Edwards letterlijk verbeeld wilde hebben voor de openingstitels van de film, en die later in strips en tekenfilms een zeer populaire verschijning zou worden. Gecombineerd met de meesterlijke Pink Panther-herkenningstune van Henry Mancini is dit meer dan genoeg om van ‘The Pink Panther’ een onuitwisbare filmgebeurtenis te maken.
Wat, of wie, natuurlijk bovenal geassocieerd wordt met de ‘The Pink Panther’-film, is de figuur van inspecteur Clouseau, vereeuwigd door de onnavolgbare Peter Sellers. Ook mensen die geen enkele van de “Panther”-films hebben gezien, zullen ongetwijfeld vele scènes met deze klunzige inspecteur hebben gezien, of op zijn minst van zijn reputatie hebben gehoord. Het zal daarom menigeen verbazen dat Clouseau in zijn eerste filmoptreden gedelegeerd lijkt te zijn tot de zijlijn. Hij is dan wel de centrale figuur die zich bezighoudt met de opsporing van de beruchte Phantom, maar hij is niet het leidende personage in de film. Een groot deel van de van de film volgt de kijker namelijk de perikelen van de Phantom en zijn sidekicks, in zijn pogingen om dichter bij de door hem begeerde Pink Panther-diamant te komen. Nu is schurk David Niven een redelijk gedistingeerde aanwezigheid, maar is zijn tactiek om de diamant te bemachtigen niet bijster interessant en is Clouseau natuurlijk in feite de hoofdattractie. De skiscènes – die op de bluray de besneeuwde bergen tot in elk detail in de huiskamer brengen – zorgen weliswaar voor fijne, oergezellige, nostalgie, waarbij de vrolijke muziek bijdraagt aan het pulpgehalte, maar pas wanneer Sellers in beeld komt, gaat de kijker echt rechtop zitten. Maar dit gebeurt helaas te weinig. ‘The Pink Panther’ is helaas een wat praterige aangelegenheid, zonder veel interessant drama en met humor die te vaak doodslaat, met name wanneer Sellers hier niet bij betrokken is.
Oninteressant is het verhaallijntje met het neefje van the Phantom, gespeeld door de kleurloze Robert Wagner, dat niets aan de film toevoegt. Altijd welkom is de aanwezigheid van de mooie Claudia Cardinale, die zich echter helaas meestal als een relatieve ijskoningin opstelt en slechts in een paar scènes haar haren losgooit. En uiteraard is het wat ongeloofwaardig dat zei, als Italiaanse, een Indiase prinses moet portretteren, helemaal wanneer ze in de film als kind door een volbloed Indiaas meisje wordt gespeeld. Sellers is de voornaamste reden om de film te kijken. Zijn argeloosheid is vaak schattig en zijn gestuntel komt zelden geforceerd over. Hij is gewoon een sympathieke, naïeve man, die makkelijk voor het karretje van anderen gespannen kan worden. Een van de meeste memorabele gedeeltes van de film is die waarin zijn vrouw – die dubbelspel speelt – zowel haar lover The Phantom als zijn neefje in de kamer van haar en Clouseau moet zien te verbergen, terwijl Sellers zich ook in de kamer bevindt en met haar in bad wil en het bed wil delen. Maar de leukste scène is misschien wel het moment waarop hij zich bij vrouwlief in bed wil voegen, en met een verleidelijke blik heel subtiel zijn kamerjas wil uitdoen. Maar dan blijkt dat hij de knoop van de jas niet los krijgt en hij zich een ongeluk moet sjorren om het ding uit te krijgen. Het klinkt heel simpel en flauw, maar wanneer Sellers zich op deze situatie stort, verwordt een eenvoudig idee tot een subtiel komisch kunststukje. Kon de gehele film hier maar uit bestaan.
Bart Rietvink
Waardering: 2.5