The Private Life of Sherlock Holmes (1970)

Regie: Billy Wilder | 125 minuten | avontuur, komedie | Acteurs: Robert Stephens, Colin Blakely, Geneviève Page, Christopher Lee, Tamara Toumanova, Clive Revill, Irene Handl, Mollie Maureen, Peter Madden

Er zijn meer films over hem gemaakt dan over welk ander fictief personage dan ook: Sherlock Holmes. Ook Billy Wilder waagde zich eraan. Sterker nog; hij had grootse plannen met de creatie van Sir Arthur Conan Doyle. Het zou zijn meest prestigieuze en duurste productie ooit worden. Het liep echter allemaal anders. Alle scènes uit het 260 pagina’s tellende script werden verfilmd, maar op last van producent United Artists werden diverse scènes geschrapt in de post-productiefase. Een flashback naar de studentenjaren van Holmes – waarin zijn wantrouwen jegens vrouwen wordt geduid – werd uit de film geknipt, evenals een segment waarin de detective een vrijwel onoplosbare zaak onderzoekt in een kamer die letterlijk op z’n kop hangt. Er zo zijn er meer scènes die de final cut van ‘The Private Life of Sherlock Holmes’ (1970) niet hebben gehaald. United Artists stond er niet goed voor eind jaren zestig en uit angst voor nog meer gezichts- en financieel verlies besloten ze de film in te korten tot ‘gangbare’ proporties. De drie en een half uur die Wilder voor ogen had voor zijn epos, werd ingekort tot 125 minuten. Omdat de regisseur zijn film had opgebouwd uit een aantal episodes, was het makkelijk om hier en daar wat te schrappen. Voor de fans is het te hopen dat het hoofdstuk ‘The Dreadful Business of the Naked Honeymooners’, net als ‘The Curious Case of the Upside Down Room’, ooit teruggevonden en gerestaureerd wordt.

Wat hebben we dan wel? ‘The Private Life of Sherlock Holmes’ bestaat uit één kort en één lang avontuur van Holmes (gespeeld door theateracteur Robert Stephens; Wilder koos bewust niet voor bekende namen) en zijn trouwe metgezel Dr. Watson (Colin Blakely). In het eerste verhaal wordt Holmes benaderd door de Russische prima ballerina Madame Petrova (Tamara Toumanova), die dolgraag een kind wil en in de messcherpe en doortastende Holmes de perfecte kandidaat ziet. De detective moet er echter niet aan denken en veinst dat er tussen hem en Watson meer is dan alleen vriendschap. En dat terwijl Watson net de bloemetjes aan het buitenzetten is met een groep wulpse danseressen. Erg lang heeft hij overigens niet om zich druk te maken op reputatieschade, want de volgende zaak staat alweer voor de deur. Letterlijk in dit geval, want de uit de Thames geviste verwarde Gabrielle (Geraldine Page) wordt aan Baker Street afgeleverd. Ze smeekt Holmes om haar vermiste man, een ingenieur, op te sporen. Die blijkt door Sherlocks broer Mycroft (Christopher Lee) te zijn gerekruteerd voor een speciale, geheime opdracht. Om uit te pluizen hoe de vork precies in de steel zit, moeten Holmes, Watson en Gabrielle naar de Schotse hooglanden, waar ze het aan de stok krijgen met dwergen, boosaardige monniken, Koningin Victoria en het monster van Loch Ness.

Billy Wilder is de man van de scherpe, cynische humor en die is zeker aanwezig in ‘The Private Life of Sherlock Holmes’. Met name het eerste segment, dat overigens maar een minuut of twintig duurt, is erg geestig. Vanwege de creatieve manieren waarop Sherlock onder de avances van de Russische ballerina probeert uit te komen, maar ook vanwege het heerlijke gebakkelei tussen de detective en zijn huisbazin Mrs. Hudson (Irene Handle). Robert Stephens is met zijn oer-Britse voorkomen en rake observaties een feest om naar te kijken. Colin Blakely is meer van het type ‘paljas’, maar doet dit niet onverdienstelijk. Het is een heel nieuwe manier om het illustere personage Watson te portretteren. Na het eerste hoofdstuk ruilt Wilder de humor merkwaardig genoeg in voor een meer rechttoe-rechtaan mysterie. Met een titel die ons belooft dat we meer te weten komen over Holmes’ privéleven, zijn de onthullingen wel wat karig. Op een enkele toespeling dat hij wellicht van de mannenliefde is (wat later overigens weer wordt tegengesproken) en een glimp van zijn cocaïneverslaving (die klaarblijkelijk alleen opspeelt wanneer de verveling optreedt bij de sterdetective) na is ‘The Private Life of Sherlock Holmes’ behoorlijk braaf en dat is niet typisch Wilder. De kans is reëel dat de film zoals Wilder die ooit bedoeld had, dus inclusief de verwijderde scènes, meer zou hebben gepast in het verwachtingspatroon dat we hebben van het werk van de meesterregisseur. Als dat zo is dan hebben de bemoeienissen van United Artists de film allicht om zeep geholpen. Wilder was zelf in elk geval allerminst blij met de manier waarop zijn werk gekortwiekt was.

Een mindere film van Wilder is overigens nog altijd de moeite waard. De eerder genoemde eerste twintig minuten alleen al zou elke Wilder-fan gezien moeten hebben. De dialogen zijn zoals altijd fijn; misschien niet zo scherp als we gewend zijn van Wilder, maar wel de moeite waard. Het is jammer dat de film zo onevenwichtig is en dat in het deel dat meer de weg van het traditionele mysterie volgt, (te veel) momenten zijn die slepen. Daartegenover staan de goede performances van met name Stephens en Lee, een sfeervolle setting, prachtige muziek van de legendarische componist Miklós Rósza en een negen meter lang nepmonster van Loch Ness dat tijdens de opnamen in 1969 naar de bodem was gezakt en pas in 2016 weer boven water werd gehaald.

Patricia Smagge

Waardering: 3