The Racer (2020)

Recensie The Racer CinemagazineRegie: Kieron J. Walsh | 93 minuten | komedie, drama | Acteurs: Louis Talpe, Matteo Simoni, Tara Lee, Iain Glen, Karel Roden, Timo Wagner, Sarah Carroll, Diogo Cid, Ward Kerremans, Paul Robert, Anthony Mairs, Eoin Byrne, Ozan Saygi, Sebastian Collet, Charles Sobry

In ‘The Racer’ (niet te verwarren met het Belgische ‘Coureur’ uit 2020) van regisseur Kieron J. Walsh krijgen we een inkijkje in de wondere wereld van het profwielrennen. Meer bijzonder, we zien hoe renners zich tussen de etappes door verhouden tot elkaar. Wat hun regime is en hoe ze zich bewegen in de hotelkamers, samen met ploegleider, arts en soigneur. Heel bijzonder, we zien de drie openingsritten van de Tour de France uit 1998, ritten die verreden werden in Ierland. Een tour die later bekend zou worden als de ‘Le Tour de Dopage’, waarin de Franse Festina-ploeg uit de tour werd gehaald. De Nederlandse TVM-ploeg stapte zelf af.


Want ja, de Tour en doping. Sinds het demasqué van meervoudig Tourwinnaar Lance Armstrong probeert de sport er alles aan te doen om zich als ‘schoon’ te presenteren. Enfin, in deze film wordt nog gewoon wél en masse naar bloeddoping gegrepen, ruimhartig toegediend door de masseur/soigneur Sonny McElhone (Iain Glen uit “Game of Thrones”). We zien ‘domestique’ (meesterknecht) Dominic Chabol (Louis Talpe), een renner op leeftijd, die hoogstwaarschijnlijk voor zijn laatste klusje staat. Hij wil nog één keer vlammen en wellicht een keer de ultieme beloning, de gele trui, ontvangen na een etappezege. 
We zien hoe hij ’s nachts uit bed moet om een paar uren te maken op de hometrainer, waarschijnlijk omdat hij anders in levensgevaar (hartaanval?) kan komen door al de chemische toevoegingen aan zijn ‘sportdieet’. Maar we zien ook dat hij twijfelt aan zijn rennersbestaan. Soms laat hij weten terug te verlangen naar het gewone burgerbestaan, een gevoel wat wordt versterkt als hij een affaire krijgt met een Ierse arts, Lynn Brennan (Tara Lee).


In deze fictieve Tour zien we twee sterk rivaliserende teams, Sertossa en Austrange, beiden met een kopman in de gelederen die wordt geacht de Tour te winnen. Dominic (‘Dom’) is vooral bezig in de koers om zijn Austrange-kopman, de Italiaan Lupo ‘Tartare’ Marino (Matteo Simoni), goed te lanceren zodat deze de eindsprint kan winnen. Bijkomende taak: bijna elke nacht moet Dom een hyperventilerende Tartare kalmeren. Ja, als meesterknecht moet Dom heel wat eindjes aan elkaar vast knopen. Zo is er ook een jonge renner die het ‘programma’ niet wenst te volgen. Tsja, het is kiezen of delen als de jongeling als laatste binnenkomt in een bergetappe. Toch valt hij niet te vermurwen: “Ik verlies liever clean dan dat ik win met doping.”


Hoe zwaar de opofferende rol van Dom ook is, hij lijkt toch teveel renner om de handdoek in de ring te gooien, ondanks ander onheil dat op zijn pad komt gedurende zijn verblijf in Ierland. De film heeft niet voor niets als lijfspreuk ‘The race is won by the one who suffers the most’, een gevleugelde uitspraak van ‘kannibaal’ Eddy Merckx.


‘The Racer’ is waarschijnlijk vooral een film die goed zal vallen bij wielerliefhebbers. Voor de neutrale kijker valt er minder te genieten. Okay, de pulserende muziekscore en de beelden van een voortrazend en -deels omvallend- peloton zijn indrukwekkend, maar de spelprestaties steken daar een beetje schril bij af. In de meer gevoelige scènes blijft Talpe een beetje vlak. Ook is het weinig geloofwaardig om hem heel veel in cafés te zien tussen de etappes door. Iain Glen mag zich iets frivoler te buiten gaan. Simoni zet zijn rol als Italiaans opgewonden standje iets te dik aan. Om een klassieke song aan te halen: Hoe ver moet je gaan? Want als je eenmaal mee gaat in de wielermolen is vluchten bijna geen optie meer…

Ruud Stift

Waardering: 2.5

Bioscooprelease: 22 oktober 2020
VOD-release: 18 februari 2021
DVD- en blu-ray-release: 26 februari 2021