The Red Shoes (1948)

Regie: Michael Powell, Emeric Pressburger | 133 minuten | drama, muziek, romantiek | Acteurs: Moira Shearer, Marius Goring, Jean Short, Gordon Littmann, Julia Lang, Bill Shine, Léonide Massine, Anton Walbrook, Austin Trevor, Esmond Knight, Eric Berry, Irene Browne, Ludmilla Tchérina, Jerry Verno, Robert Helpmann

Als Martin Scorsese aangeeft dat ‘The Red Shoes’ de film is die hem voor het vak deed kiezen, heb je eigenlijk geen recensie meer nodig. De balletfilm uit 1948 bleek na uitbreng al snel de absolute standaard in het genre, en werd op initiatief van de grootmeester volledig gerestaureerd. Scorsese, die de film van schrijvers- en regisseursduo Michael Powell & Emeric Pressburger (het beroemde tweetal filmmakers wordt meestal in één adem genoemd) als negenjarige voor het eerst zag, noemde het “de meest vormende ervaring van zijn leven.” De reden dat de Technicolor-bewerking van de tijdloze klassieker weer in haar originele kwaliteit is te bewonderen, danken we dan ook aan zijn liefde voor het vak.

In ‘The Red Shoes’ wordt het gelijknamige sprookje van Hans Christian Andersen in de extreem competitieve en veeleisende wereld van het theater en het ballet geplaatst. Victoria Page, een betoverende hoofdrol van de destijds 21-jarige Moira Shearer, is de ster van het nieuwe paradepaardje van het theater van manager Boris Lermontov – een voorstelling gebaseerd op datzelfde sprookje van Andersen. De Danteske Lermontov (Anton Walbrook, een terugkerende ster in het oeuvre van Powell en Pressburger) heeft aspirerend componist Julian Craster (Marius Goring) gevraagd de muziek van die voorstelling te verzorgen. Victoria valt hopeloos voor de jonge Julian, en is tot het onvermijdelijke einde van het originele verhaal overgeleverd aan een voortdurende innerlijke strijd, met als inzet zowel haar verslindende liefde voor de danskunst als voor de componist van het stuk dat haar beroemd maakte. De thematiek raakt daarmee aan het bronmateriaal, maar wordt op een bijzondere, eigen wijze door de makers aan de dag gelegd. Het stralende midden blijft echter de danseres met de rode schoentjes. “I never knew what a natural was before, but I do now,” zei Powell destijds. “It’s Moira Shearer.” Voor een film die zich voornamelijk op en rond het podium van een theater afspeelt, is ‘The Red Shoes’ daarnaast een visueel spektakel dat zeker voor die tijd redelijk alleen in zijn soort is. Niet alleen het innovatieve gebruik van Technicolor, het intrigerende camerawerk en de art direction – waarvoor de film een Oscar ontving, naast een tweede beeldje voor de muziek, en nominaties voor film, script en editing – spreken daarbij tot de verbeelding. Ook de beleving van een veeleisende theaterproductie wordt feilloos geregistreerd. Die wereld wordt namelijk niet alleen vakkundig ingekleurd, maar komt in de handen van de filmmakers getrouw tot leven. De voorbereiding, uitvoering en vooral drukte rondom een voorstelling worden één, en zijn haast tastbaar. De keuzes in de regie zijn daarbij gewaagd, en betalen uit. Het feit dat het sprookje waar ‘The Red Shoes’ op gebaseerd is in deze vertelling wordt aangewend als bronmateriaal voor een balletvoorstelling – een verhaal in een verhaal – is al vooruitstrevend, maar dat er vervolgens halverwege de film voor gekozen wordt een uitgebreid onderdeel van die voorstelling te integreren, is nooit eerder vertoond – en erna waarschijnlijk niet overtroffen.

Uiteindelijk is die wereldberoemde dansscène van ruim een kwartier dan slechts een klein onderdeel van de imponerende kunstuiting die Powell en Pressburger op het scherm brengen. Het duo, dat in de jaren 40 en 50 zeventien films maakte, ontwikkelde in die periode een stijl die zich kenmerkt door onder meer expressionistische belichting en het gebruik van kadrage (de focus van het beeld in een kader plaatsen) om de kijker met onverwachte thematische en stilistische ingrepen geboeid te houden – zo valt te lezen in Steven Jay Schneider’s 501 Filmregisseurs. Het feit dat Powell & Pressburger toch voornamelijk bekend zijn om hun samenwerkingen, blijkt wel uit de inhoudsopgave van dat naslagwerk: op één ander duo na worden de twee filmmakers als enigen samen genoemd, en krijgen ze geen individuele pagina’s voor hun bijdrage aan de filmgeschiedenis. Het andere tweetal? Joel & Ethan Coen. Toch is het vooral de esthetiek van Powell (de visuele en regisserende kracht van de twee; Pressburger was meer de schrijver) en zijn cameraman Jack Cardiff die zijn invloed heeft gehad op het werk van Scorsese en vele andere grote regisseurs, zoals Francis Ford Coppola, Brian De Palma, en Steven Spielberg. En het is niet onwaarschijnlijk dat ook de vaste editor van Scorsese, Thelma Schoonmaker, sterk beïnvloed is in haar werk – ze trouwde Powell in 1984 en bleef tot zijn dood in 1990 aan zijn zijde, terwijl hij zijn laatste jaren in Amerika doorbracht en zowel direct als indirect deel uitmaakte van Scorsese’s creatieve team.

Dat de restauratie van ‘The Red Shoes’ dankzij diezelfde Scorsese tot stand is gekomen, geeft al wel aan hoe waardevol de klassieker door hem gevonden wordt – al was het niet zijn World Cinema Foundation, maar het befaamde UCLA Film & Television Archive dat uiteindelijk de digitale restauratie heeft verzorgd. Op de vraag hoe vaak de regisseur van ‘Taxi Driver’ en ‘Raging Bull’ het Britse meesterwerk gezien heeft, is het antwoord dan ook “that’s like asking ‘How many times have you listened to Beethoven’s Seventh?'” De kwaliteit van cinema kent in ieder geval minder invloedrijke factoren dan het stempel van Martin Scorsese, wat dan ook meer dan voldoende aanleiding biedt de film eens op te zoeken. Daarnaast heeft het British Film Institute de film consequent in haar top tien van beste Britse films van de twintigste eeuw staan – ook geen flauwe indicator. Maar voor een beoordeling van dé balletstandaard op filmgebied moet je de meer dan zestig jaar oude film uiteindelijk toch zelf gaan bekijken. In de indrukwekkend opgepoetste versie, die vanaf eind 2010 in het Eye Film Instituut en de landelijke theaters terugkeert.

Robert Nijman

Waardering: 5

Bioscooprelease: 9 december 2010 (re-release)